Ik kom uit een ouderwetse SDAP-familie. 
Mijn opa was ooit nog betrokken bij de vorming van de Houtbewerkersbond. Hij was timmerman en werkte bij Werkspoor op Zuilen in Utrecht. 1 mei was een bijzondere dag: de dag van de arbeid. Rode tulpen.
In de jaren 70, in mijn heel vroege jeugd, was er het kabinet Den Uyl. Later door velen verguisd, maar wat werd de man bewonderd door heel erg veel arbeiders. Arbeiders zoals mijn ouders. Beiden werken erg hard en veel. Meerdere baantjes om in ieder geval op vakantie te kunnen naar Schin op Geul. Eerst met de scooter met zijspan, later met de auto. Die baantjes liepen uiteen van (naast de reguliere baan van mijn vader, meteropnemer) scholen schoonmaken in de avonduren, tot ’s nachts werken bij bakkerij Lubro, op zaterdag bij V&D in de Lange Viestraat bij de koekjesafdeling werken enzovoort, enzovoort. Zij waren altijd aan het werk.
Mijn moeder kwam uit een heel nette hardwerkende arbeidersfamilie. Iedereen had in ieder geval de ambachtschool gedaan of een vak geleerd. Mijn vader kwam uit een simpele arbeidersfamilie en had in de oorlog, “den oorlog” zei hij altijd, het kamp overleefd. Het leven was niet alleen maar aardig geweest, maar door hard werken kwamen ze vooruit. En er was het diepe besef dat dankzij de sociaal-democratie de gewone man er zoveel op vooruit was gegaan. Niet alleen in inkomen maar ook qua mogelijkheden. Opeens konden kinderen van arbeiders studeren. Zo kon ik ook opeens studeren, daar waar mijn ouders dat vanuit hun verleden bijna niet voor mogelijk hielden.
Op de begrafenis van mijn moedertje werd ‘Morgenrood‘ gezongen door ‘De Stem des Volks’. De sociaal-democratie was niet zomaar een dingetje, het was een serieus onderdeel van ons leven.
Wat was dat dan precies?
Het diepe besef dat een mens er niet alleen is voor zijn eigen leven en voor zichzelf. Dat je er ook bent om voor anderen te zorgen. Dat je er in je eentje niet komt. Zorgen voor anderen, in de zin van voorwaarden scheppen zodat mensen wat van hun leven kunnen maken. Dat er in ieder geval geen maatschappelijke beletselen zijn om verder te komen. De sociaal-democratie kwam altijd op voor de dubbeltjes. De kinderen van die dubbeltjes zijn in de loop van de decennia kwartjes geworden en daarmee kreeg de PvdA het steeds moeilijker.
Arbeiders waren niet langer traditioneel herkenbaar. Werk verdween en er kwam ander werk voor terug. Kinderen gingen studeren en ontstegen hun milieu in sociaal economische zin. Een lange ontwikkeling in een paar zinnen, maar het is wel wat er gebeurd is. De reflex vanuit de PvdA is geweest dat er op zoek werd gegaan naar nieuwe dubbeltjes: gastarbeiders, hun kinderen, migranten et cetera.
Ik denk dat de traditionele rol van de sociaal-democratie, voorwaarden scheppen voor een zachtere, minder individualistische maatschappij, nog steeds kan worden gespeeld. Dat grote groepen daar ook behoefte aan hebben, aan een alternatief voor een competitieve én individualistische maatschappij. Soms gewoon uit zorg, soms uit nostalgie, soms uit angst voor de onbekende grote wereld.
Die angst voor het onbekende en die hang naar vroeger heeft zich nu vertaald in een nationalistische ruk. Er ís geen reden tot vreugde na deze verkiezingen, als je stamt uit een familie als de mijne. Als je kijkt welke partijen goed uit de verkiezingen zijn gekomen dan zijn het die die geappelleerd hebben aan angst, hang naar vroeger, zekerheid, traditie. In totaal goed voor 95 zetels (VVD, PVV, CDA, SP, 50PLUS, DENK en FVD).
De PvdA heeft een aantal grote fouten gemaakt. Teveel misschien om op te noemen. De belangrijkste is dat zij de middengroepen niet meer aangehaakt hebben bij hun ideeën, overwegingen, toekomstbeeld, mensvisie. Niet. Misschien omdat zij al die dingen niet meer hebben, ik weet het niet. Wat ontbreekt is het verhaal, de reden waarom zij hebben gedaan wat zij hebben gedaan.
Ik ben groot geworden met een verhaal. Twee eigenlijk. Mijn vader zei altijd: als arbeider krijg je als laatste er iets bij, en als eerste pakken ze je het weer af. Klinkt modern hè? Mijn moeder vond dat je nooit genoegen moest nemen met hoe het was en altijd moest blijven vechten voor je belang. Om verder te komen, om te verbeteren. Klinkt ook al modern. De optelsom van beiden was dat als je niet oplet, anderen er met je leven vandoor gaan, en dat je dus altijd positief moet vechten voor jezelf en voor je kinderen. Voor nu en voor de toekomst. En als je dat niet doet ben je geen snars waard.
Die houding, randvoorwaarden scheppen en tegelijkertijd snoeihard eisen dat mensen zélf aan het werk gaan, dát is sociaal-democratie. Je gaat geen thee drinken maar je maakt duidelijk dat iedereen die wil, kansen heeft in dit prachtige land. Dat jijzelf je leven bouwt uit de bouwstenen die er zijn. Hard op de feiten en zacht op de mens. Precies dat hebben zoveel mensen gemist. De uitslag van deze verkiezingen heeft de PvdA zelf voorbereid en uitgevoerd. Stom, stom, stom.
Ik had een prachtjeugd.