Tags
Ieder jaar op Goede Vrijdag ga ik naar de kerk. Om drie uur begint het samenzijn in een donkere kerk. Stil, verstild, de buitenwereld buitengesloten op het moment dat de deuren worden gesloten.
Iedereen zou moeten gaan.
Je kunt gaan vanwege je geloof of de affiniteit met het geloof. Er is nog een reden om te gaan en dat is dat het gaat om universele en daarmee zeer actuele menselijkheden. 14 in totaal.
- Het veroordelen van iemand die in de ogen van de rechter niet schuldig is. Maar ja, het volk heeft al geoordeeld en eenmaal de vraag gekregen besluit het volk Jezus te veroordelen tot het kruis. ‘Oordeel niet, opdat je niet geoordeeld wordt.’
- Het dragen van het kruis tegen de berg op. Wie kent niet het gevoel van een zwaar leven. Zoals Brecht ooit dichtte: de vermoeienissen van de bergen liggen achter ons, voor ons de vermoeienissen van de vlakten.
- De eerste keer dan Jezus valt. Midden tussen de menigte valt de man die alles aankon. Het volk kijkt toe hoe een succesvol mens valt en bijna niet overeind kan komen.
- Maria die Jezus tegemoetkomt. De vrouw, de mens die ondanks alles wat gebeurt onvoorwaardelijk van je houdt. En weet dat zij niets voor je kan doen. Dat je er alleen voor staat. Ouders die zo naar hun kind kijken. Willen helpen maar niet kunnen.
- Simon die helpt met het dragen van het kruis. De man die helpt met het verlichten van de pijn. De vrijwilligers nu, de mensen die vluchtelingen helpen, de buurman die boodschappen doet. Iedereen kent zo iemand, niet iedereen is zo iemand.
- Veronica die het gelaat van Jezus droogt. Weer gewoon iemand die het niet kan aanzien en besluit het leed iets te verzachten. Een klein gebaar van iemand die uit de inerte massa treedt.
- De tweede val. Mensen vallen nooit eenmaal in hun leven. Tegenslagen komen en gaan. En in je val lijk je alleen te zijn.
- En ondanks je eigen val troost je de mensen met verdriet (om jou). Dat mensen ondanks hun eigen situatie anderen tot troost zijn. Van heel klein, je komt moe thuis en je helpt toch een ander, tot heel groot: Pater Frans die de hulp aan anderen met zijn leven heeft moeten bekopen.
- De derde val. Je bent gevlucht uit Syrië, je hebt de Middellandse Zee overleefd, een kamp op een Grieks Eiland, je zet door en dan kom je bij de grens met Hongarije. Voor de zoveelste keer kun je niet verder, weet je niet hoe het verder moet.
- In Bulgarije worden vluchtelingen van hun spullen beroofd. Zo als Jezus van zijn kleren wordt beroofd. Je wordt ontdaan van menselijkheid, je wordt gereduceerd tot een niet ter zake doend mens.
- De kruisiging. Deze statie is het heftigst daar in die donkere kerk. Precies om half vier komen we hier aan. De klok slaat zwaar en iedereen is in diepe stilte. Dit is een mooi moment waarin je, als je je openstelt, het verhaal kunt voelen als universeel verhaal.
- De dood. Slechts een paar mensen zijn er nog daar op die berg. Het wordt donker en het voorhangsel scheurt in tweeën. Op zekere leeftijd ken je de dood van nabij. Je ouders, een kind. De dood is eenzaam en je doet het bijgestaan door slechts enkelen. En in je ziel scheurt iets in tweeën.
- Erna, in de armen van zijn moeder. Daar staat de mens met een geliefde in de armen. De dood is een onoverbrugbare grens waarachter de mens verdwijnt. Onherroepelijk.
- Een begrafenis vol liefde. Het laatste wat je voor iemand kunt doen is precies dat. Het mooie van Pasen is dat je weet dat het niet het einde is. Dat de steen kan worden weggerold. Dat als je door alles heen bent er altijd de herinneringen zijn, spullen, brieven, tweets, een Facebookpagina.
Na de rondgang langs de Kruisweg verlaten de mensen in stilte de kerk. Het moment dat je naar buiten gaat, het licht in, het lawaai ervaar ik altijd als een grote stap. Terug de wereld in. Zo dus.
En nee, je hoeft niet te gaan. Ik wil niemand bekeren. Maar als je wel gaat en je laat het verhaal tot je doordringen dan gebeurt er iets met en in je. Alsof dingen heel scherp en helder worden.
Los van de waan van alledag.