• Over

Dick Koopman

~ Durf te denken

Dick Koopman

Categorie Archief: economie

Nederland schaft zich af

24 maandag okt 2016

Posted by Dick Koopman in economie

≈ Een reactie plaatsen

Tags

CETA, Export, Import, Nederland, oekraïne, Rutte, TTIP

Terwijl heel Europa het handelsverdrag met Oekraïne heeft goedgekeurd moet Rutte de boer op om iets van een clausule toe te voegen. Een clausule dat wij trotse Nederlanders “nee” hebben gestemd bij een referendum. Dat dat referendum raadgevend was en dus totaal kan worden genegeerd doet er niets toe. Rutte gaat helemaal niets voor elkaar krijgen bij de andere lidstaten. Die vragen zich af of dat Nederland wel goed bij het hoofd is. Of we niet zien dat er echt belangrijker zaken zijn dan dat verdrag. Problemen laten bij wie ze thuishoren en dus blijft het het probleem van Rutte.

Dit weekeinde waren er demonstraties tegen CETA, het handelsverdrag met Godbetere Canada! Een van de meest verlichte en fatsoenlijke naties ter wereld. Tegen CETA want, zo zeggen demonstranten, “wat moeten we met al die spullen uit Amerika en Canada?“. En ook: “het wordt allemaal maar achter gesloten deuren bekonkeld”.

Dan heb ik het nog niet over TTIP, het akkoord met de VS. Ook dat ligt geheel onder vuur.

Er is al geroepen dat als die verdragen toch door lijken te gaan er gewoon een nieuw referendum komt om te zorgen dat het allemaal niet door kan gaan. Geïnspireerd door het Oekraïne-referendum. Het zij zo.

Nederland is een klein land waardoor er enorm veel buitenland is. Daar drijven we al eeuwen handel mee. Veel geld wordt verdiend met export, zowel in als buiten Europa. Nederland voert per jaar voor zo’n €420 miljard uit, 71% naar de EU en 29% naar buiten de EU (€122 mrd). Er wordt voor €50 miljard meer uitgevoerd dan ingevoerd. Dit betekent dat export voor Nederland een belangrijke pijler is voor groei, voor banen, voor vooruitgang. Aan diensten alleen al wordt per jaar €122 miljard geëxporteerd, waaraan €66 miljard wordt verdiend. En dan heb ik het nog niet eens over het geld dat wordt verdiend met overslag van goederen en personen (havens en luchthavens).

Daarnaast ontdekken we ook steeds meer het buitenland. Per jaar geven we met elkaar €6,6 miljard uit in het buitenland.

Het buitenland is ook van belang om spullen en diensten te kopen. Onze import is zo’n €370 miljard per jaar. Zonder die import geen auto’s om in te rijden, geen koelkast, gasfornuis, groene asperges uit Peru in de winter, ga maar door.

Waarom dit leeglopen op cijfers? Ik denk dat niet goed bekend is hoezeer onze economie drijft op het buitenland dat wij zo hardnekkig buiten de deur proberen te houden. Zonder dat buitenland zou Nederland een onbeduidend tweede Luxemburg zijn of iets van dien aard.

En dit betreft alleen im- en export. Wat te denken van de gezondheidszorg waar we kennis delen met en halen uit het buitenland. De ruimtevaart, defensie, veiligheidsdiensten, onderwijs? Ik kan blijven doorgaan. Nederland wordt mede gedefinieerd door het buitenland. En het slechte nieuws is: je kunt dat buitenland niet kiezen. Het is er, het is een gegeven. We zijn ervan afhankelijk.

Omdat dat zo is moet je altijd de vlucht naar voren kiezen, altijd initiatief nemen, altijd sneller en feller zijn dan de rest. Handelsverdragen? Akkoord en dan met zoveel mogelijk invloed, zoals de muis op de brug tegen de olifant zei. Nooit afkeuren of verwerpen. Zeker niet met beschaafde landen. Mijn stelling is dat handelsverdragen altijd beter zijn dan geen verdragen. Dat ze leiden tot groei en groei is goed. Een goed verdrag reguleert onderlinge verhoudingen en gedrag zodat er een werkend mechanisme ontstaat.

Nederland schaft zich af, als het verdragen gaat verwerpen. Oekraïne leidt er al toe dat we bekend staan als een land waar moeilijk verdragen mee te sluiten zijn. Blijkbaar. Als CETA nu ook zou sneuvelen omdat we tegen zijn, dan zal Nederland op den duur marginaliseren in de internationale economie. Wij schaffen onszelf dan langzaam af.

“Altijd maar groei, groei, groei” verzuchtte een van de demonstranten. “Ja, graag” zeg ik dan. Groei, veel groei. Alleen met groei kunnen we behouden wat we hebben. De rest is stilstand.

Demonstreren voor stilstand. Best raar.

 

Failliete steden in Frankrijk

26 dinsdag jul 2016

Posted by Dick Koopman in economie

≈ 1 reactie

Tags

Brignoles, burger, Cotignac, economie, Failliet, Frankrijk, retail, Var

FullSizeRender-2Cotignac is een klein dorp in de Var. Er wonen momenteel een kleine 2.500 mensen. Zo’n 10 jaar geleden was het een van de armste dorpen die ik kende in de Var. Een paar armetierige terrassen, een paar restaurants en op dinsdag een markt. Veel zwervers en aan lager wal geraakte hippies mét hond. Meer was er niet. Als je maar lang genoeg doorliep door de kleine straatjes kwam je terecht bij een winkeltje met brocanterie dat werd gerund door een Nederlandse vrouw. Ze was hier ooit blijven hangen en ze kon maar net het hoofd boven water houden.

Dat is in de afgelopen jaren veranderd. Cotignac is nu een levendig dorp vol restaurants op de Cours Gambetta, zo’n twee meter boven de hoofdstraat. Het is er altijd levendig en ’s avonds kun je er heerlijk eten. Nog afgelopen week was er een Soupe au Pistou festival waar je aan kon schuiven aan lange tafels met feestvierende Fransen.

Wat is er gebeurd? Er is geld gestoken in het opknappen van een aantal panden. Daarmee is er een opknapbeurt begonnen van een groot aantal restaurants. En door de jaren heen kwam van het een het ander. Alsof er een soort tipping point bereikt werd waardoor er steeds meer werd aangetrokken. Mirabeau Wine kwam in het dorp en knapte een pand prachtig op. Het daarboven gelegen pand is verbouwd tot een expositieruimte. Het opknappen gebeurde op een mooie kunstzinnige manier. Daarmee werd de weg geopende voor een groot aantal galerietjes om zich te vestigen in Cotignac. Een totaal verlaten straatje met failliete bakker en idem slager is nu een levendige straat met galerietjes. De slager is weg maar voor de bakker staan nu rijen buiten om Pain Artisanal te kopen. De hippies zijn er nog maar verkopen nu biologisch eten op de markt. Cotignac heeft een nieuw hart gekregen. Kunstzinnig, bio-dynamisch, alternatief en puur La France Profonde. Uit de dood herrezen.

Twintig kilometer verderop ligt Brignoles, de hoofdstad van de Var met zo’n 16.000 inwoners. Tien jaar geleden een levendige stad waar je voor van alles en nog wat terechtkon. Soms een grote Vide Grenier langs de rivier, een grote markt en altijd wat te doen. Ooit ’s nachts met mijn jongste zoon in het ziekenhuis gezeten na een rit door de nacht achter een ambulance met zwaailicht aan. Lieve mensen. Even buiten de stad een grote Leclerc, een GammVert, een Intersport en nog heel veel. Brignoles is leeggelopen. Zelfs de kleine middenstand bestaat niet meer. Geen slagerij in het centrum, één bakker en -jawel- één boekhandel. Op het plein wat café’s. Een van de zijstraten die lang overeind is gebleven heeft nu lege etalages met grote foto’s van winkelende mensen. Er is een aantal shisha-bars met verveelde jongeren. Een stad om weg te blijven, failliet. Zielloos.

Iedere stad heeft een tipping point waarbij het twee kanten op kan gaan. Voor Brignoles is mijn hoop vervlogen. De mensen gaan het daar niet meer doen. De ontevredenheid is gigantisch. De armoede is groot en men voelt zich in de steek gelaten door Parijs. Maar ondanks dat lukt het een dorp als Cotignac wel om er weer bovenop te komen en een stad als Brignoles niet. Als het tipping point eenmaal is bereikt lijkt er geen weg meer terug. Mensen maken echt het verschil.

Een ook ikzelf verheug me niet op een bezoek aan Brignoles.

Complimenten kosten Nederland driekwart miljard Euro per jaar!

01 dinsdag mrt 2016

Posted by Dick Koopman in economie

≈ Een reactie plaatsen

Tags

complimentendag, economie, kosten, productiviteitsverlies

 

Wat heerlijk dat het geven van een compliment geconcentreerd is op één dag per jaar. Zoveel efficiënter dan altijd maar complimenten geven. Heeft een econoom al berekend wat het kost om het hele jaar complimenten te geven? Ik wel.

Stel:

Als je iedere dag 2 complimenten geeft die ieder 20 seconden in beslag nemen en je gaat ervan uit dat ongeveer een derde van de mensen in Nederland dat doet:

2 complimenten * 20 seconden * 365 dagen = 14.600 seconden = 4 uur per persoon per jaar

5.6 miljoen mensen per jaar * 4 uur = 22.4 miljoen uur per jaar

Modaal uurloon zal ergens bruto rond de €2.700/165 = €16 liggen

Dat betekent dat de totale complimentgeefkosten in Nederland op (minimaal) €360 miljoen liggen. Voor de gever! Daar moet de ontvanger nog bij worden opgeteld, zodat we op bijna driekwart miljard Euro uitkomen!

Dat is belachelijk veel. Bijna €750 miljoen kosten complimenten ons op jaarbasis! En dat zijn alleen de directe kosten. Laat staan als we productiviteitsverlies mee zouden rekenen! Waar had dat nog meer aan kunnen worden besteed.

Om dat te concentreren op één dag is dus een geweldig idee. Compliment daarvoor.

Wat is de besparing?

Ervan uitgaande dat we op complimentendag er wel 10 geven als een soort inhaalslag en alle overige aanleidingen tot complimenten zijn vergeten, besparen we meer dan €700 miljoen per jaar!

(Voor de liefhebber: 5,6 miljoen mensen die 10 complimenten van 20 seconden geven is in totaal 300.000 uur. Nog eens 300.000 uur ontvangen is in totaal 600.000 uur op deze dag. Daarmee komen de kosten uit op nog geen €10 miljoen! Dat is echt een schijntje.)

 

Ik zal ook eens uitrekenen wat de besparing is als we schelden, beledigen en met de dood bedreigen ook concentreren op één dag. Dat zal een veelvoud zijn.

 

Economisme is goed (maar moeilijk)

15 maandag jun 2015

Posted by Dick Koopman in economie

≈ 2 reacties

Tags

burger, burger en politiek, economie, economisme, jesse klaver

Er bestaan heel erg veel fuzzy woorden. Woorden waarvan je in eerste instantie denkt dat zij heel helder zijn maar als je goed kijkt is dat helemaal niet zo. Veel woorden zijn grijs: vaderlandsliefde, liefde, haat, kwaliteit et cetera.

Grijze woorden definieer ik als woorden die oppervlakkig gezien een helder beeld oproepen bij mensen maar die moeilijk, vloeibaar, onduidelijk worden als je er een definitie van probeert te geven. Laat staan als je er een operationalisatie van wilt geven. Dan blijkt ieder woord een deur te openen naar leefwerelden, geschiedenissen, emoties, normen en waarden.

Neem het woord economisme.

Jesse Klaver gebruikt het te pas en te onpas als iets negatiefs. Economisme is volgens hem “dat elk aspect van ons leven (wordt) teruggebracht tot een simpele rekensom”. (klik hier)

Een bewering waar menigeen instemmend op zal reageren. Inderdaad wordt tegenwoordig alles uitgedrukt in Euro’s. Files kosten zoveel Euro, ziekteverzuim idem, blijven zitten is ook al heel duur. Economisme wordt zo identitiek aan het terugbrengen van de volheid van het leven tot een rekensom met een positief of negatief saldo. Iedere kwaliteit verdwijnt daarmee achter de economische horizon.

Maar is dat wel zo? Is het niet een opsomming van (alweer) grijze woorden?

Stel dat economisme wordt gedefinieerd als het objectief vaststellen van voor- en nadelen van gebeurtenissen en plannen en dat op basis daarvan een rekensom wordt gemaakt. Valt het positief uit dan gaan we door, negatief dan stoppen we. Een rationeel beslissingstraject waar een voorwaarde uitrolt om tot een besluit te komen.

Stel bijvoorbeeld dat de politiek als uitgangspunt heeft dat de resultaten van beleid het grootste geluk voor de meeste mensen moet genereren. Dan is een aantal stappen nodig, een aantal vragen moet worden beantwoord.

Wat is het grootste geluk? Drukken we dat uit in geld (belastingen), in extra jaren leven (gezondheidszorg), toegang tot de arbeidsmarkt (uitkeringen) et cetera? Er moet besloten worden, vooraf, wat de eenheden zijn van de rekensom.

Daarna moet besloten worden welke variabelen meewegen in het bepalen van die eenheden. Is het simpel, extra jaren leven, of ingewikkeld, extra jaren leven zonder ernstige aandoeningen?

Er moet bekeken worden wat de negatieve effecten zijn van het beleid. Stel dat roken compleet wordt verboden met een positief effect op de lengte van ons leven. Welke groepen leveren dan geluk in omdat zij niet meer mogen en kunnen roken. Hoeveel mensen zijn dat, hoe meet je het ingeleverde geluk en hoe weeg je dat in je berekening. Lastig, maar wel te doen.

Het terugbrengen van effecten in meetbare eenheden is niet simpel, wil je het goed doen, maar wel aan te raden. De uitkomst van iedere rekensom is dan input voor een besluit.

Het mooie hiervan is dat alle vooronderstellingen openbaar moeten zijn. Alle normen en waarden, alle uitgangspunten, alle cijfers. Ieder punt is op zich onderwerp van discussie. Je wordt met elkaar gedwongen helder te zijn in jouw kosten en baten, je zult met elkaar moeten discussiëren over gemeenschappelijkheden en verschillen. Je zult moeten komen tot een economistische businesscase. Zelfs over ethische onderwerpen.

Economisme dwingt zo tot helderheid, duidelijkheid en scherpte. Vooral ook over je eigen vooronderstellingen en impliciete waarden en normen. Het zou een verbetering zijn van ieder debat, vooral in de politiek.

Ik pleit dan ook voor veel meer economisme!

Deeleconomie: frame of werkelijkheid?

27 vrijdag feb 2015

Posted by Dick Koopman in deeleconomie, economie

≈ 1 reactie

Tags

deeleconomie, frame, kapitalisme

Wij zijn zo blij met elkaar dat er iets is ontstaan dat deeleconomie heet. Een sympathieke naam voor een sympathiek verschijnsel. We gaan dingen delen zoals we eerder ervaringen met elkaar deelden. Dat is een stuk sympathieker dan al dat gedoe waar geld tegenover moet staan.

Intussen valt er veel onder de deeleconomie en noemen we nieuwe verschijnselen, meestal internet-based, deeleconomie. Maar het wringt wel bij mij. Want wat verstaan we er nou onder en wat niet.

De kern is dat ik iets deel met een ander en niet dat ik iets produceer om vervolgens te verkopen. Het gaat niet om een bedrijfje bijvoorbeeld dat fietsen maakt en die vervolgens verkoopt. Het gaat om mij die het een ander mogelijk maakt gebruik te maken van mijn fiets als ik die zelf niet nodig heb. Mijn fiets, mijn maaimachine, mijn hogedrukpan. Maar ook bijvoorbeeld het eten dat overblijft nadat ik met mijn gezin heb gegeten. Of mijn auto die meestijds ongebruikt voor de deur staat. Ik deel mijn eigendom met een ander. Er schuilt iets altruïstisch in.

Het is ook sympathiek en slim. Omdat wij allen in ons leven de overvloed delen hoeft er minder te worden geproduceerd. Die overvloed delen we met een ander. Als je dit structureel zou doen zou er, logischerwijs, minder gekocht worden en minder overproductie zijn.

Eigenlijk heel ouderwets. Van de tijd dat niet iedereen het breed had en je zorgde dat de buurvrouw ook te eten had. Of boeren die samen tijdens de hooibouw het hooi binnenhalen. Vandaag bij mij, morgen bij jou.

Niets mis mee.

Toch is dit romantische beeld niet kloppend met de werkelijkheid. Veel initiatieven die deeleconomie worden genoemd zijn in feite nieuwe verdienmodellen binnen onze economie. Stel je voor dat ik mijn auto uitleen aan mijn buurman die eens in de week zijn moeder bezoekt in het verpleeghuis: dat is deeleconomie. Stel je nu eens voor dat ik die verhuur van eigen auto’s inclusief chauffeur breed organiseer via een platform en een app. Dat ik daarmee volume bereik niet alleen bij mij in de straat maar over de hele wereld. Dat is gewoon een nieuw verdienmodel met eigen spelregels.

Spelregels die ouderwets simpel zijn. Wie niet werkt zal ook niet eten en je moet zelf regelen dat je niet in de problemen komt. Ouderwets omdat ons economisch systeem ooit zo is begonnen -individuele afspraken tussen mensen- en simpel omdat je weet waar je aan toe bent.

Zo zijn er volop initiatieven die deeleconomie worden genoemd die het niet zijn. Dat is niet erg maar het is wel goed om hier duidelijk over te zijn. Al was het alleen al omdat de echte deeleconomische initiatieven daarmee recht wordt gedaan.

Er zijn dus drie soorten economische interactie tussen mensen.

De eerste is die wij het best kennen omdat die al heel oud is: bedrijven produceren goederen, diensten, ervaringen die wij tegen betaling afnemen. We verdienen geld, spenderen dat en consumptie en productie zijn gescheiden.

De tweede is het echte delen. Ik produceer niets, ik hou iets over. En dat wat ik overhou schenk ik aan een ander. Variërend van tijd (ik zorg voor een ander) tot spullen (ik leen mijn hark uit) tot expertise (ik doe de belasting voor een ander). Er ontstaat een soort wederkerigheid om niet. Er ontbreekt een financiële relatie. Op een ander moment kan ik wellicht wat lenen van de ander.

De derde noemen we deeleconomie maar is een nieuw soort peer-to-peer kapitalisme. Mogelijk gemaakt door een derde partij, dus niet zuiver peer-to-peer, die daar geld aan verdient. We delen niets maar verkopen datgene we over houden. Als ik op vakantie ben hou ik voor drie weken mijn huis over. Dat kan ik verhuren via een derde partij. Ik hou mijn auto over en verkoop die voor een bepaalde periode. De ruil is er een tussen mijn teveel en het geld van een ander. Waar de echte deeleconomie een morele dimensie heeft ontbreekt die hier volkomen. Ik betaal en daarmee uit.

Dit derde soort is momenteel wel interessant omdat het bestaande regels overhoop gooit. Niet alleen is er geen scheiding meer tussen consument en producent maar het onttrekt zich ook aan allerlei regelgeving, zekerheden en gebaande paden. Dit nieuwe laagdrempelige, nauwelijks gereguleerde kapitalisme is een uiting van een gedemocratiseerd kapitalisme.

Ik volg het dan ook nauwlettend omdat het schuurt met de status quo. Disruptiveness wordt dit ook wel genoemd. Maar wat het eigenlijk is is het ontstaan van een nieuwe economische wereld met nieuwe regels en met nieuwe problemen. Het feit dat iedereen de kans heeft producent te zijn schept mogelijkheden. Internet maakt deze nieuwe economische orde snel en eenvoudig toegankelijk voor iedereen. De oude wereld voelt het wringen. Toetreden tot een branche of sector blijkt opeens veel eenvoudiger dan de bestaande partijen dachten en er ontstaat onzekerheid. Het blijkt dat je opeens via internet een nieuwe krachtige speler in bijvoorbeeld de reisbranche kunt worden.

Mijn verwachting is dat een fusie zal ontstaan in de komende jaren tussen oud en nieuw. Snelheid en durf uit de nieuwe economie gecombineerd met zorgvuldigheid en doordachtheid van de oude.

Deeleconomie is dus veelal een frame dat afleidt van waar het werkelijk om gaat: een revitalisering van het kapitalisme. Deeleconomie is werkelijkheid waar het gaat om mensen die elkaar willen helpen en ten dienste willen zijn. Nauwelijks opgemerkt omdat er geen geld mee wordt verdiend.

Brecht dichtte al:

Denn die einen sind im Dunkeln
Und die andern sind im Licht.
Und man siehet die im Lichte
Die im Dunkeln sieht man nicht.

Abonneren

  • Berichten (RSS)
  • Reacties (RSS)

Archief

  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • februari 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014

Categorieën

  • Autonomie
  • Brexit
  • Burger serieus nemem
  • Burger serieus nemen
  • Commissie Stiekem
  • Communicatie
  • crisis
  • culinair
  • de open samenleving
  • deeleconomie
  • Durf te denken
  • economie
  • Europa
  • Fatsoen
  • filosofie
  • Geen categorie
  • GeenPeil
  • Grexit
  • griekenland
  • Gutmensch
  • Klant centraal
  • leven
  • Lezen
  • Literatuur
  • Maatschappij
  • Management
  • Marketing
  • mensbeeld
  • nationalisme
  • New Business
  • Ondernemen
  • Onderwijs
  • organisaties
  • Parijs
  • PEGIDA
  • politiek
  • Politiek correct
  • Populisme en de Grondwet
  • referendum
  • religie
  • Retail
  • seculaire religie
  • terreur
  • Toeristen
  • Turkije
  • twitter
  • Verlichting
  • vluchtelingen
  • Zwarte Piet

Meta

  • Registreren
  • Inloggen

Blog op WordPress.com.

  • Volg Volgend
    • Dick Koopman
    • Doe mee met 44 andere volgers
    • Heb je al een WordPress.com-account? Nu inloggen.
    • Dick Koopman
    • Aanpassen
    • Volg Volgend
    • Aanmelden
    • Inloggen
    • Deze inhoud rapporteren
    • Site in de Reader weergeven
    • Beheer abonnementen
    • Deze balk inklappen
 

Reacties laden....