
Frankrijk. Waar de stranden heerlijk zijn omdat het Franse stranden zijn. De breedte van de stranden bij Lacanau, Mimizan, de golven. Het wisselvallige weer. Zuid-Frankrijk met fijne badplaatsen als Cassis, Sainte-Maxime. Tarte Tropézienne eten op de boulevard. Ach, het Franse strand.
Vaak zul je me er echter niet vinden. En dat ligt niet aan de bedjes die je voor veel te veel geld kunt huren, of het zand dat echt overal zit als je weer eenmaal in de auto naar huis zit. In mijn geval is het wat anders.
Laat het me uitleggen.
Ik woon in een dorp in het midden van het land, een dorp met nogal wat welgestelden die allen van het goede leven genieten. Ik ken er nogal wat en als je elkaar tegenkomt is het altijd gezellig.
En nu weer terug naar de Franse kust.
Jaren geleden gingen we naar Sainte-Maxime. Meestal nemen we daar de boot naar Saint-Tropez maar die dag hadden we een beter idee. We zouden gaan lunchen op het strand, net buiten het centrum ligt La Voile. Een tent met valet parking service en dat leek me wel handig. Geen gedoe met parkeren en gewoon gratis. Hoe mooi kan het zijn.
Afijn, autosleutel afgegeven, bedjes gehuurd en daar lagen we. Beetje op elkaar gepakt maar dat neem je er dan maar bij. De jongens waren blij, gingen direct de zee is en ik erachter aan. Heerlijk. Je zwemt de zee in, je kijkt om en daar ligt het dorp onder de Provençaalse zon. Geel, bruin, kleurrijk blakerend, prachtig. Ik word daar gelukkig van. Na enige tijd ging ik de zee uit keek om me heen en zei tegen mijn vrouw ‘daar verderop zitten de Berkjes’. Een familie uit mijn dorp. Beetje zwaaien want wij waren ook gezien. Even later zegt mijn vrouw ‘en daar zul je de Bordewijkjes hebben!’. En verdomd ze waren het.
Die ochtend schoven Martijn nog aan, heeft een huis in Sainte-Maxime, en de familie De Wolf. En voor we het wisten waren we uitgenodigd om te lunchen en zaten we aan een lange tafel onder de parasols aan het strand. Het was gezellig. Het was net thuis in Nederland.
Het was ook de laatste keer dat ik dat deed, en dat heeft niets met al die mensen te maken. Daar is niets mis mee. Het ligt aan mij. Er zijn twee soorten vakantiegangers: zij die met zoveel mogelijk mensen op pad gaan en dat heerlijk vinden. Samen een villa huren en twee weken iedere avond met elkaar feest vieren. En er zijn vakantiegangers die dat nu juist allemaal niet willen. Gewoon met elkaar op een fijne plek genieten van het leven. Zonder dat het leven van alledag er ook is.
Ik behoor tot die laatste groep.
Dus wat te doen?
Simpel: een alternatief hebben. En dat is er. Ons huis in de Var ligt precies tussen de kust en het Lac de Sainte-Croix in. Een meer aangesloten op de Gorges du Verdon. De volgende keer gingen we dus naar het noorden, door Aups, en dan na een beetje touren ben je er. Het meer. Je ziet het, als je door de bergen aan komt rijden in een bocht in de weg voor je liggen. Prachtig blauw, spiegelend. We parkeerden ergens bij Les Salles-sur-Verdon.

Spullen mee en je loopt tussen louter Fransen naar een kiezelstrand waar de rust over je neerdaalt. De bergen, het blauwe koude heldere water, de afwezigheid van toeristen (nou ja, vier wel) en vooral de sfeer. Bij de plek waar wij zitten heeft een surf dude op leeftijd een tentje waar je broodjes en drank kunt kopen. Je bestelt wat, hij mompelt iets en dan ga je zitten wachten op een van de stoeltjes onder de bomen. En het kan dan tien minuten duren maar ook zomaar meer dan een half uur. Hangt van zijn energieniveau af.
De loomheid hangt over de mensen. Er wordt uitgebreid geluncht, het zijn tenslotte Fransen, en een beetje gebabbeld. Loom dus. Hier en daar een fles champagne, in ieder geval altijd wijn.
Je huurt een waterfiets en je gaat een uurtje dobberen. Beetje ervan af springen, wat zwemmen en weer opdrogen. Meer is het echt niet. Geen opwindende plek.
Een paar jaar geleden had men iets geks bedacht: een gigantisch opblaaskasteel op het water! Lang geduurd heeft dat niet, want op dag drie brak iemand zeer stevig arm en schouder toen hij ervan af sprong. Het kasteel hebben we niet meer gezien.
En ach, waar gaat het allemaal over? De dorpsbewoners in Sainte-Maxime zijn aardige mensen en de sfeer is goed. Maar mijn thuis meenemen op vakantie vind ik echt niks. En nee, bij het Lac is geen valet parking, geen dure bedjes te huur en mondain is het ook al niet. Maar wat is het heerlijk om zonder drukte zo te kunnen genieten van zon, zee en, ja, kiezels.
La France me manque.