• Over

Dick Koopman

~ Durf te denken

Dick Koopman

Tag Archief: politiek

Een raar land.

26 maandag aug 2019

Posted by Dick Koopman in leven

≈ 4 reacties

Tags

Carcès, Frankrijk, gele hesjes, politiek, Var

Er zijn er die het land haten. Wat zij die dat doen erover zeggen is dat het wel mooi is maar de inwoners zo arrogant zijn. Nooit aardig. En ook dat je er niet lekker kunt eten. En ook overigens dat de dorpen saai en leeg zijn. Dat er niets te doen is. Dat het, kortom, een land is dat je beter kunt mijden.

Er zijn er die van het land houden. Die een beetje de taal spreken en er dan achterkomen dat de bewoners eerder schuchter zijn dan arrogant. Die weten dat niet alle dorpen opwindend zijn maar dat niet heel erg vinden. Dat het, kortom, een land is dat je moet omarmen zodat het land jou omarmt.

Frankrijk.

Ik hoor tot de tweede groep mensen. Ik hou van Frankrijk en ik hou van de Fransen. En zeker, de allereerste keer dat ik er was – in Parijs – trof ik niet anders dan afstandelijke norse mensen aan. Ik sprak geen woord Frans en ik ontmoette geen enkele hulp. Mijn Engels was niet goed besteed.

Dat is vele jaren her. Inmiddels spreek ik Frans, heb ik een tijdje in Parijs doorgebracht en kom ik met mijn gezin alweer 17 jaar in de Var, in een klein dorpje met een paar duizend inwoners.

En het ís een raar land. Althans, in onze ogen. De mensen hebben een hekel aan Parijs, vooral de politiek in Parijs, én verwachten dat datzelfde Parijs wel met een oplossing komt voor de lokale problemen. Die zijn groot. De armoede in de Var is groot en de crisis laat nog steeds zijn sporen na. Winkels sluiten, mensen hebben geen of weinig vangnet en als je rondloopt op de avondmarkt zie je dat er niet veel welvaart is. In een dorp verderop, Le Luc, wordt al jaren gebouwd aan een miniatuurparijs door de gele hesjes. Zij waken erover en spreken je aan als je er langskomt. Zij fulmineren tegen de politiek en eisen ingrijpen door diezelfde politiek.

Het Front National is in bijna alle dorpen de grootste.

De tradities worden in ere gehouden. La France Profonde tegen Parijs tot aan de jaarlijkse feestjes die met verve gevierd worden. Ieder jaar zijn er naast 14 juli allerlei redenen om met elkaar feest te vieren. Dan is er kermis en op het grote plein is er bijvoorbeeld een Grand Aïoli. Met elkaar eten aan lange tafels waarbij een zangeres liedjes zingt van Edith Piaf. Vals.

Deze zomer kwamen we terecht op zo’n feestje, zonder dat we dat overigens vooraf wisten. We wilden wat eten en schoven aan. Eén menu was er: koude pasta vooraf, pizza en ijs na. En wijn, veel wijn.

Het terras zat bomvol en er was een DJ. Veel muziek met heel veel lichteffecten. Het oogde allemaal wat goedkoop. Op enig moment draait hij een voor mij onbekend nummer en binnen drie minuten staan er zo’n twintig vrouwen collectief hetzelfde dansje uit te voeren. Een soort line dancing maar dan net anders. Simultaan exact dezelfde pasjes. Daarna de Macarena en nog zo het een en ander. De andere mensen, vooral mannen, op het terras klapten, zongen mee en hadden plezier. Het dorp vierde feest en hoe. ’s Avonds was er natuurlijk vuurwerk.

De volgende dag kom je elkaar weer tegen op het terras en bij de bakker. Twee zoenen en zeggen dat het een leuk feestje was. Dat er nu gewoon weer hard gewerkt moet worden. En hard werken doet men. De winkels zijn vroeg open tot laat op de dag. Veel mensen hebben werk in de wijnbouw. Slechts enkelen zijn daar rijk mee geworden, de rest zeker niet. Mensen klussen veel bij. Maken zwembaden schoon, doen klusjes. Sommigen rijden naar Nice, anderhalf uur rijden, om daar te werken.

Mijn ervaring is dat als je een beetje de taal spreekt en je best doet, de Fransen niet afstandelijk of arrogant zijn. Integendeel. Verwelkomend en open. En ik weet ook wel dat ik er nooit bij zal horen, nooit echt. Maar dat is mijn doel ook niet. Als ik dat zou willen dan moet ik er gaan wonen. Dan lukt dat wel.

Ik weet ook dat als je in oktober door de Bourgogne naar het zuiden rijdt en daar door dorpjes komt er echt helemaal niets te doen is. Geen restaurants die uitnodigend open zijn, geen flamboyante cafés. Niets. Wel in de steden, niet in de dorpjes. Dat is in de Var niet anders. Dichtgeplakt met oude kranten noemde mijn moedertje dat.

Maar als je een neus voor Frankrijk hebt dan kijk je verder. Dan zie je dat niet alles dicht is en dat je wel lekker kunt eten. De de lucht gevuld is met de geur van open vuur als de boeren zich gereedmaken voor de winter. Dat in de verte het geknal van de jacht is te horen. Dat de wijnvelden langzaam tot roodbruin verkleuren en dat de lucht steeds kouder wordt. Dát zijn de dagen waarop mijn liefde voor Frankrijk nog groter is. Het moment op het terras waar dat nog net kan qua temperatuur, met een goed glas en soms een vleug tabaksrook van de buurman die zo op Steven Seagal lijkt.

Gelukkiger kun je me niet meemaken.

All the King’s horses: Engeland is stuk

02 dinsdag apr 2019

Posted by Dick Koopman in leven

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Brexit, politiek, UK, VK

Humpty Dumpty

Vooral de laatste dagen moet ik aan het rijmpje van Humpty Dumpty :

Humpty Dumpty sat on a wall,

Humpty Dumpty had a great fall .

All the king’s horses, and all the king’s men,

Couldn’t put Humpty together again.

Humpty Dumpty is een fantasiefiguur uit een kinderrijmpje. Klein, eivormig en onhandig. Waar het mij om gaat is de tekst dat zelfs ‘all the king’s horses and all the king’s men’ niets meer konden doen toen hij uit elkaar viel.

De politiek in Engeland is kapot. Niets is er meer dat die politiek kan maken. De politici zelf doen niets meer voor het land en de inwoners ervan. De aanstichters van de Brexit zijn gevlucht. Cameron is weg, Farage gaat door met zijn sloopwerk op de loonlijst van de door hem zo verfoeide EU. Hij bijt in de hand die hem voedt. Rees-Mogg heeft zijn financiële schapen op het droge. De politici die nu de boel slopen en traineren zullen geen last hebben van de Brexit. De mensen die zij zouden moeten vertegenwoordigen gaan de rekening betalen. Letterlijk.

Als er iets ontbreekt in het VK is het leiderschap. Een leider die opstaat en een einde maakt aan deze wanvertoning waar het parlement eerst de macht grijpt, zelf met alternatieven komt en die dan een voor een wegstemt. Dát is de deconfiture van de democratie. Een stel ongeloofwaardige egoïsten die dit alles zien als een spel, meer niet. Er is niemand meer die geeft om het land op zich. En er dan van opkijken dat mensen de politiek niet meer geloven.

Het gaat me ook echt aan het hart. Ik voel geen Schadenfreude, geen blijdschap of wat dan ook. Ik kijk toe en zie een land zonder leiding, zonder idee van een oplossing naar een Hard Brexit glijden. Stomverbaasd ben ik. Dat is het. Het land waarover ik lees in de memoires van Churchill, waar er duidelijkheid was, eenheid en de zekerheid van een doel. Dat alles ontbreekt. Al meer dan twee jaar heeft deze regering de tijd om alles te regelen en er ligt niets. May is al jaren machteloos heen en weer gegaan tussen Straatsburg en Londen en is vergeten de thuisblijvers te managen.

Het ooit zo machtige Engeland is verworden tot de gemeenteraad van een vechtgemeente. Meer niet.

De beste songtekst over deze situatie komt van The Alan Parsons Project:

“There’s a sign in the desert that lies to the west
Where you can’t tell the night from the sunrise
And not all the king’s horses and all the king’s men
Have prevented the fall of the unwise..”

I rest my case.

De politiek en de dood

26 dinsdag mrt 2019

Posted by Dick Koopman in leven

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Baudet, boreaal, dood, FVD, politiek

De politiek

Politiek houdt me bezig. Zo lang ik me kan herinneren ben ik bezig met politiek. Als lid van twee verschillende partijen, als bestuurslid in mijn jonge jaren. Niet lang geleden ben ik opnieuw lid geworden van een partij, na vele jaren van niet lid zijn. We praatten in het gezin waar ik uit kom altijd over politiek. Mijn moeder was vol vertrouwen in Joop den Uyl, mijn vader was altijd wat sceptischer. Hij zei altijd dat ‘den arbeider’ als eerste moest inleveren en als laatste er wat bij kreeg. Was mijn moeder vol hoop (‘Op naar het licht‘), mijn vader was volgens hemzelf de realist. En nog steeds zijn de gesprekken aan mijn gezinstafel gelardeerd met politiek. De meningen lopen nogal uiteen, zal ik maar zeggen.

Politiek is belangrijk. Als mensen om me heen zeggen dat ze zich niet met politiek bemoeien, denk ik altijd ‘maar de politiek bemoeit zich wel met jou’. Van internationaal niveau tot aan lokaal. Of je nu wilt of niet.

Politiek is functioneel. Niet alleen gaat het om wetgeving, het gaat ook om verdeling van macht, inkomen, kansengelijkheid, belastingen et cetera. In die zin vormt de politiek een soort verkeersleiding van de samenleving.

Die verkeersleiding is niet objectief. Zoals ik ooit mijn zonen probeerde uit te leggen wat het verschil is tussen links en rechts. Dat wilden ze graag weten. Rechts, zei ik, zorgt voor het kapitaal en is heel optimistsch over de mens. Daardoor valt er wel eens iemand van de kar die niet mee kan komen. Links, zei ik, is zorgelijker en zorgzamer voor de mens. Zelfs zo ver dat mensen vergeten voor zichzelf te zorgen en afhankelijk worden.

Vervolgens kregen we het over keuzes en hoe die tot stand komen. En we hadden het over verkiezingen. Zoals deze maand.

De verkiezingen deze maand heb ik op de dag zelf niet gevolgd. Ik wist wat er ging komen: een klinkende overwinning voor Forum voor Democratie. Achter die neutrale fijn klinkende naam gaat voor mij het een en ander schuil. Warrige Spengler-achtige ondergangsfilosofieën van Baudet. Oudemannengemopper van Hiddema. Harde prietpraat van Otten, meen ik. En vooral een totaal gebrek aan een coherent verhaal of visie. En als ik dan vervolgens termen als ‘ondergang, boreaal, uil, einde’ hoor, dan ben ik inderdaad terug in wat duister verleden.

Een verleden waar ik over mee kan praten doordat mijn vader in de oorlog in een kamp zat (en ik dat mijn hele jeugd heb geweten en gevoeld). Daar is door Joseph Kotälla in de jonge Koopman veel realisme én veel afkeer van bruine fantasieën geslagen. Dat herkennen van de eerste tekenen van moreel verval én van tweedeling heb ik met de paplepel ingegoten gekregen. Ook het herkennen van NSB gedrag. Heulers, Farizeeërs, meelopers. Volgens mijn vader kun je niet alert genoeg zijn, en kun je er beter eens naast zitten dan het over het hoofd zien.

Door deze achtergrond ben ik er na de verkiezingen hard ingegaan. Ik vertrouw FvD in het geheel niet. Salonfähig zijn zij vergeleken met de PVV. Eleganter, beter bespraakt, schimmiger in hun standpunten, aanvaardbaarder. Daarmee ook sociaal aanvaardbaarder. Niet mijn partij.

De politiek hield me bezig en ik streed mijn strijd. Op mijn manier. Zonder welk gevaar voor het eigen leven dan ook. Comfortabel dus.

De dood

Nog geen week later reis ik af naar een dorp aan zee. Daar, in de hervormde kerk, ga ik een uitvaartdienst bijwonen. De moeder van een van mijn beste vriendjes is overleden. Ze was doodziek en uiteindelijk op hoge leeftijd is ze gestorven. Het kerkje was klein en wit en licht. De kist stond centraal en wij allen zaten er omheen. De sfeer was sereen en passend.

De toespraak van mijn vriend was mooi en ontroerend. Hier stond een zoon die opeens wees was geworden. Ik herkende het gevoel van 12 jaar geleden toen mijn vader overleed, en ik wees werd. Je kijkt over je schouder en daar staat niemand meer. Die leegte. Hij verwoordde dat heel mooi. Ook de vrede die hij had met de dood van zijn moeder omdat het echt niet meer ging.

De dood is onomkeerbaar en onherroepelijk. En soms is de dood een goede vriend die je verlost van een lijden.

Na de dienst stonden wij in twee rijen buiten om nog eenmaal de kist voorbij te zien komen. De zon scheen, het waaide en in de lucht rook ik de zee. En op dat moment werd het weer, opnieuw, duidelijk waar het echt om gaat in het leven.

De politiek is belangrijk, blijft belangrijk. Maar nooit zo belangrijk als het leven en hoe je het leeft. Wat je betekent voor concrete anderen. Niet de medetweeps die je niet kent, soms wel, maar meestal niet. Het gaat ook niet om mijn boze soundbites op twitter waarin iedere nuance verdwijnt.

Tussen de politiek en de dood zit het echte leven. Daar, langs dat pad, besloot ik al dat gedoe rond partijpolitiek maar even te bewaren voor echte gesprekken. Social is de vluchtigheid van het bestaan, verder niet.

Symbolen worden tot cymbalen in de ure des doods, zoals de grote dichter al schreef.

Demonisering is hip

19 dinsdag mrt 2019

Posted by Dick Koopman in leven

≈ Een reactie plaatsen

Tags

demoniseren, politiek, taal, terreur

Woorden zijn daden. Ieder woord dat ik uitspreek is een handeling. Soms, als ik alleen ben, is de handeling het doorbreken van de stilte. Of een bevestiging van een gemoedstoestand, of een aansporing, of een vervloeking.

De meeste woorden die ik uitspreek spreek ik uit in sociaal verband. Ik breng mijn gedachten naar buiten, ik zorg ervoor dat anderen mijn gedachten kunnen volgen. De taal die ik gebruik verschilt. In de liefde zijn de woorden anders gekozen dan in zaken. Zoals je moduleert in toonhoogte en intonatie, zo moduleer je ook in woordkeuze. Als ik mijn zonen aanzet tot huiswerk gebruik ik het woord ‘schattie’ bijvoorbeeld. Dat zal ik binnen mijn bedrijf nooit doen. Soms als ik word afgezeken door mijn salesmeneer dan zeg ik ‘jij bent ook een schatje’. Aan alles weten hij en ik dat dat anders bedoeld is dan je kinderen liefde toewaaien.

Taal is het cement van de samenleving. Taal zet aan tot actie, verbindt, verklaart, verdeelt, maakt duidelijk, positioneert. Taal is nooit neutraal, taal dirigeert en wil dingen. Taal is ook nooit individueel. Je spreekt de taal van je peergroup of van de groep waar je bij wilt horen.

Demoniseren?

Er is iets vreemds aan de hand in politiek Nederland met taal. Op het moment dat een terrorist zich bedient van taal die één op één te herkennen is als de taal waar sommige politici van bedienen, en je stelt dat vast, dan krijg je het verwijt van demonisering.

Dat is nogal inconsequent.

Een politicus bedient zich van duidelijke taal. Hij stelt bijvoorbeeld dat er een stop moet komen op immigratie (waar hij geen Denen of Britten mee bedoelt overigens), dat Nederland wordt omgevolkt (hij bedoelt geïslamiseerd), dat bepaalde wijken ghetto’s zijn, dat Rutte bloed aan zijn handen heeft als er een terroristische aanslag komt, et cetera, enzovoort. Hij zegt dingen die internationaal ook gezegd worden. In alle Europese landen zijn er partijen die dit roepen. Trump zegt soortgelijke dingen. Met elkaar willen ze een eind aan een in hun ogen failliet immigratiebeleid.

Die taal gebruikt hij om kiesgerechtigden op te roepen op hem te stemmen. Zijn taal is een handeling en hij wil dat anderen hem daarin volgen. Als keizer moet ik me erin herkennen en vervolgens op hem gaan stemmen. Het mooist is het eigenlijk als ik zijn taal ga gebruiken en anderen zo ver krijg op hem te stemmen. Stel, zijn partij wordt de grootste, dan zal hij de overwinning claimen op basis van zijn ideeën en de weerklank daarvan.

Als je dan stelt dat mensen op hem stemmen omdat dat het gevolg is van zijn verbale talent en de kracht van zijn argumenten, dan zal hij dat beamen. Zonder hem immers zouden als die mensen niet op hem hebben kunnen stemmen. Daar is niets mis mee.

Nu een ander geval. Zijn ideeën worden overgenomen door iemand die een stapje verder gaat. Die denkt ‘laat ik van mijn woorden eens een actie maken’. Die vervolgens in Christchurch 50 mensen vermoordt. Zich bedient van terroristentaal.

Op het moment dat er, door wie dan ook, een verband wordt gelegd tussen de woorden, de taal van de politicus en die terroristische daad demoniseer je. Let wel, je zegt niet dat de politicus het heeft gedaan, of dat hij opdracht heeft gegeven. Je zegt dat er door zijn taal, en iedereen die hetzelfde zegt, een klimaat wordt geschapen waarin het ondenkbare plausibel wordt. Haalbaar, passend in een genormaliseerd gesprek over stoppen van migratie, over het een halt toeroepen aan de islam. Dát zeg je. Geen causaliteit, wel samenhang. Op dat moment valt de wereld over je heen en moet je dekking zoeken.

Demoniseren is het willens en wetens woorden en intenties zo verdraaien dat de ander in een zeer kwaad daglicht komt te staan. Dat is iets anders dan constateren dat uitlatingen wel heel erg op elkaar lijken.

Stel, je zegt hetzelfde bij een verkiezingsoverwinnig. Dat zijn winst te danken is aan zijn woorden. Dat de kracht van zijn woorden ervoor zorgt dat het ondenkbare werkelijkheid wordt: de nieuwe partij de in een klap groot wordt. Dán zal hij en zijn aanhang dat voluit beamen. Trots zijn.

Het zou helpen als mensen die worden aangesproken op hun taal consequent zijn en als ze het een durven claimen (de overwinning) dan ook het andere durven claimen (het falen). Dat is een logische keuze.

De mensen die er als de kippen bij zijn om de politicus ter verantwoording te roepen hebben de plicht dat heel geserreerd te doen en heel precies. De dader van een aanslag is de dader en verder niemand. Het verhaal waarin hij gelooft kan worden gedeeld of verwoord door anderen. Ook als de ander die politicus is. Maar de politicus is niet verantwoordelijk voor de daad van de dader. Wel voor zijn eigen woorden. En hij mag daar dus op bevraagd worden.

Mensen die klagen over demoniseren zijn hoogst inconsequent en gebruiken het zoals het hen uitkomt.

Er moet debat mogelijk zijn over de gevolgen van woorden. Anders is de democratie, maar ook de samenleving als geheel dood. Iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij wil, en iedereen moet dat ter discussie kunnen stellen.

Taal is het cement van een goede samenleving.

Verboden in 2019

31 maandag dec 2018

Posted by Dick Koopman in leven

≈ Een reactie plaatsen

Tags

2019, gele hesjes, ongenoegen, politiek

Ooit, lang geleden toen ik jong was, was de algemeen aanvaarde gedachte dat afwijkend gedrag (wat dat is kom ik zo op terug) alleen te duiden was vanuit de samenleving. Die was de schuldige en het individu was een soort marionet.

Afwijkend gedrag is al het gedrag dat niet werd gesteund door dominante waarden in de samenleving. Omdat iedereen trouwde was ongehuwd samenleven ooit afwijkend. Het homohuwelijk bestond in mijn jonge jaren ook niet. Homo’s wel en die kwamen er ook schoorvoetend voor uit. Afwijken was, kortom een kwestie van meerderheden en minderheden, van groepen en buitenstaanders.

Veel werd niet getolereerd toentertijd. Onbeschoft zijn tegen gezagsdragers bijvoorbeeld. En die groep was groot. Zo was het not done tegen de hoofdmeester op mijn school in te gaan. Als het zover was dat je bij hem moest komen zweette je peentjes. Mijn zonen vertellen nu lachend hoe ze naar Lokaal 100 moeten omdat ze iets hebben uitgevreten.

Waar in mijn jeugd de samenleving door werd gekarakteriseerd was een opdeling in zuilen, katholiek, protestants en sociaal-democratisch, én een grote machtsafstand tussen mensen. De baas was gewoon de baas, de medewerkers waren medewerkers. “Mijn baas en ik tutoyeren elkaar. Althans, hij mij.” Als je voor een dubbeltje was geboren was de kans klein dat je een kwartje zou worden. De grens tussen standen of klassen was helder en scherp.

Afwijkend gedrag, verboden gedrag, werd gezien vanuit de zuil en daarbinnen weer de klasse. Dus in mijn zuil was het voor mijn moeder ondenkbaar bij een RK-bedrijf te gaan werken en ook om daar een zaak van te maken. Het was gewoon zo.

Erg rigide maar tegelijkertijd ook erg duidelijk. Wat mensen er zelf van vonden was niet echt relevant. Het waren structuren die zichzelf in stand hielden, los van individuen.

Zuilen zijn verdwenen, machtsafstanden zijn verdwenen en het hele idee van een groter goed waarbinnen je als individu een plaats hebt ook. We leven in een hyper-geïndividualiseerde samenleving waarin zelfredzaamheid voorop staat. Een mooi neo-liberaal idee, bedacht door hen die het goed hebben. Door hen die het zo willen houden.

Het gevolg is er geen gemeenschappelijke referenties meer zijn waaraan je kunt toetsen of gedrag wel of niet door de beugel kan. Waaraan moet je dat immers toetsen? De pastoor? De hoofdmeester? Bromsnor? De huisarts? Politieke leiders? Wetenschappers?

De toetssteen voor het beoordelen van gedrag is het individu zelf geworden. Los van structuren die iets van richting geven leven we met het humeur van vandaag. Wat afwijkend wordt gevonden, en dus verkeerd, is vooral wat ieder van ons afwijkend vind. Tel daarbij op dat je allemaal een mening mag hebben (sinds wanneer is een mening een visie?), dat alle meningen gelijkwaardig zijn én dat iedereen mag zeggen wat hij vindt en je hebt het over nu.

Nu naar de verboden in 2019.

Mensen zullen zich meer verenigen rond een mening of opvatting om zo op te vallen en in de media te komen. Ik denk dat de Gele Hesjes het in Nederland niet gaan redden, maar dan komt er iets anders. “Ik ben het zat” stond op een van de spandoeken en dat is het algemene gevoel. Ongericht, diffuus alles zat zijn. Niet kunnen zeggen wat dan wel moet gebeuren, vooral aangeven wat weg moet. Van Rutte tot aan buitenlanders. Alles moet weg.

Omdat er geen gemeenschappelijke wereldbeschouwing is zal dit alles niet beklijven. Uiteindelijk zullen deze groepen uiteenvallen in losse teleurgestelde individuen.

Wat wél zal beklijven zijn individuen en (kleine) groepen met een sterk ideologische inslag. Groepen die wél een sterk wereldbeeld hebben. Die de wereld indelen in goed en slecht met een bijna bijbels fanatisme. Die weten wanneer je slecht bent als mens en je daarop aanspreken en etiketteren.

Dus wat wordt verdacht(er) in 2019: Zwarte Piet en iedereen die voor is, of althans niet tegen is. Vleeseters. Mensen met een houtkachel. BBQ fans. Rokers sowieso. Dieselrijders. Witte mannen. Vuurwerk. Alcohol. Gutmenschen en deugdmensen. Links. Moskeeën. Ouderen. Gasfornuizen.

De scheidslijnen die in 2019 scherper worden zijn er twee: mensenrechten en milieu.

Ingevuld door ieder van ons. Zo is het een mensenrecht om Zwarte Piet te houden en zo is het een mensenrecht diezelfde Piet te willen afschaffen. Hetzelfde geldt voor het milieu. Ook daar zal de polarisatie toenemen.

En omdat er niet meer wordt gepolderd, blijft er maar één ding over: verbieden. En waarom? Omdat ik er last van heb. De verbinding zoeken zal in 2019 nog minder gebeuren. De eigen vierkante meter eerst.

Het behaaglijke eigen gelijk. En iedereen die het niet met me eens is, moet weg.

Failliete politiek

12 maandag feb 2018

Posted by Dick Koopman in Burger serieus nemen, leven

≈ Een reactie plaatsen

Tags

FVD, Halbe Zijlstra, politiek, PvdA, Rutte, VVD

Sj78Suj3

Zo, dus Halbe was er helemaal niet bij daar in de datsja van Poetin. Terwijl hij toch al jaren vol heeft gehouden er wel te zijn geweest. Sterker nog, door die “diplomatieke ervaring” bleek hij voor de VVD zeer gekwalificeerd voor de functie van Minister van BuZa. En nou gaat hij woensdag ook nog eens naar Rusland om daar onder andere te praten over fake news. Die Halbe dus.

Het is een beetje een patroon bij de VVD. Niet zo nauwkeurig omgaan met de waarheid en tegelijkertijd anderen de maat nemen. Als je erop stemt heb je daar niet zo’n erg in omdat je dat allemaal wat wegredeneert, maar voor mij -als buitenstaander- is het wel verontrustend. Je hoeft geen visie te hebben (een olifant in de kamer tenslotte) maar iets van moreel besef is toch echt wel handig. Bonnetjes, puinhopen op het Ministerie van Veiligheid en Justitie en wat dies meer zij.

Maar de VVD staat niet alleen. De PvdA bijvoorbeeld heeft een track record van beschadigen van binnenuit. Of het nou het totale zwalken ten aanzien van Moorlag is of de afwezigheid van Marleen Barth: door het gebrek aan regie en heldere communicatie verwordt iedere bananenschil tot een affaire. Zoals de Belg die een bananenschil ziet liggen en zegt ‘oh oh, daar gaan we weer.’

Het FvD kent ook zo zijn eigen waarheden. Je roept wat domme dingen die getuigen van een gebrek aan helder verstand, zoals IQ verwarren met intelligentie, je koppelt dat aan verschillende bevolkingsgroepen en voilà: een alternatieve waarheid is geboren. Zelfs Cliteur legitimeert dit soort onzin. Vervolgens ben je als partij nooit in de Tweede Kamer bij debatten. En als je tegenstand krijgt dan roep je ‘demonisering’ en doe je aangifte. Karakterzwakte tot in de haarvaten.

Zo kan ik per partij aangeven wat speelt en hoe er mee wordt omgegaan. Van de failliete PVV tot aan het familiebedrijf SP. Partijen zijn bolwerken geworden van georganiseerd stemgedrag. Grondwettelijk bestaan partijen niet en zit iedere volksvertegenwoordiger zonder last of ruggespraak in de Tweede Kamer. Wachtgeld is ooit bedacht om te zorgen dat jouw vertegenwoordiger niet blijft plakken vanwege het geld. Als hij of zij uit overtuiging opstapt dan houdt die persoon het inkomen. Dat was een mooi uitgangspunt. Een kamer vol vrije geesten, waardegedreven die jouw belang behartigen. In mijn jeugd had je volop dissidenten in de PvdA en het CDA. Vertegenwoordigers die vanuit eigen overtuiging in de Kamer zaten en duidelijk hun eigen mening lieten horen. Waar je op kon gaan stemmen omdat jij die mening ook had. Dat is allemaal verleden tijd.

De kiezer ziet nu monolitische blokken waarin afwijken bestraft wordt. Partijen die deals sluiten bij stemmingen zodat er meerderheden ontstaan. Een compromis sluiten is doodnormaal, iedereen doet dat de hele dag. Uitruilen van standpunten is iets anders. Dan wordt een overtuiging handelswaar of een betaalmiddel. Niet vanuit een moreel maar vanuit een rationeel standpunt. Waar de samenleving met vele monden spreekt, spreekt een partij nog maar met één mond: die van de leider. De rest volgt. Volksvertegenwoordigers blijven óf eeuwig zitten (Wilders) of hoppen naar andere functies (Duisenberg). En als iemand dan liegt, zoals Zijlstra nu, dan kan hij blijven zitten. Zijn baas, Rutte, die hiervan wist heeft er niets aan gedaan. Blijkbaar mag Jupiter wat de Os niet mag. Het volk is de Os.

Zo ontstaat het beeld van een gesloten elite die elkaar de hand boven het hoofd houdt en regelt dat het goed komt voor het eigen Old Boys/Girls netwerk. Een netwerk waartoe grote bedrijven toegang hebben en bijvoorbeeld belastingmaatregelen kunnen afdwingen. Dat beeld ontstaat en blijft hangen. Het is niet vreemd dat partijen die anti-elite zijn de wind in de zeilen hebben. Niet vanwege de helderheid of uitvoerbaarheid van de standpunten, veel meer vanuit de afkeer die ontstaat van het reguliere politieke bedrijf. Ik ben benieuwd wat er nu met Zijlstra gebeurt. Als je zo liegt in bijvoorbeeld een bedrijf dan lig je eruit. Hoe gaat dat nu met dit kabinet?

Er is voor Zijlstra maar één ding dat acceptabel is: opstappen of anders ontslagen worden.

(Zojuist werd bekend dat Rutte vindt dat Zijlstra geloofwaardig blijft als Minister van BuZa en kan aanblijven. Tja.)

Goedkoop onderwijs

28 woensdag jun 2017

Posted by Dick Koopman in Onderwijs

≈ 1 reactie

Tags

Leerkrachten, Onderwijs, PO, politiek, Staking

Mijn jongste zoon heeft nog 5 dagen te gaan op de basisschool en dan zit het erop. Na acht jaar, van groep vlek tot en met groep 8, heeft hij nu de leeftijd om door te gaan naar het VWO. Hij verheugt zich daarop maar het is niet alleen vreugde. Hij gaat ook veel missen.

Meester Robbin bijvoorbeeld. Begin van het schooljaar gekomen en met gepaste afstand door de kinderen ontvangen. Een jonge vent, die in het begin wat onzeker was maar allengs steviger werd. Nu lopen ze met hem weg en dat is niet alleen omdat hij tof is. Hij is ook streng en duidelijk. Ze weten waar hij voor staat en dat ze niet met hem moeten kloten.

Wat de basisschool realiseert is het opleiden van onze kinderen in een omgeving die rust en overzicht geeft. Klassen die misschien iets te groot zijn (maar wat is optimaal?) maar altijd met aandacht. De basis die gelegd wordt is niet te onderschatten. Slecht, of geen onderwijs leidt tot een generatie kanslozen die afhankelijk worden van anderen. Op teveel plekken in de wereld is er helemaal geen onderwijs. Of alleen voor jongens.

Hoe slecht kan het worden?

Als ouder breng je je kind naar school en zeker in de eerste jaren is het kleefgehalte maximaal. Ouders die geen afscheid kunnen nemen van hun bloedje als het in groep Woezel zit. Die in de deuropening blijven kletsen met elkaar en nog tien keer ‘dag liefje, papa gaat nu echt weg’ roepen naar een kind dat al lang niet meer weet dat papa er überhaupt is. In de loop der jaren verandert dat fundamenteel. Er is een omslagpunt zo rond groep 4, 5 dat ouders opeens veel minder hecht zijn. Hup, kind uit de auto en snel naar kantoor. Onthechting. Wat goed is.

Wat we in ieder geval iedere dag doen is ons kind in de handen leggen van leerkrachten. Van hen verwachten we dat zij alles uit ons kind halen wat er in zit. En als zij dat niet doen in onze ogen dan gaan we op hoge poten naar school en naar ouderavonden om daar duidelijk te maken dat zij beter hun best moeten doen voor ons wonder in opleiding.

Het belangrijkste dat een mens kan hebben is een kind. En precies dat belangrijkste laten we voor een groot deel over aan mensen die weinig betaald krijgen. Niet alleen in materiële zin maar ook in aanzien en mogelijkheden. Wij moeten leerkrachten veel beter gaan belonen. Allereerst met geld. Daarnaast met respect en erkenning van hun vak en vakkundigheid. En in tijd. Dat zij tijd hebben om bij te scholen, nieuwe technieken te leren, zelf beter te worden. Ook dat kost geld.

Een maatschappij ontstaat op de basisschool. Daar wordt het fundament van kennis en kunde gelegd voor een individueel leven en voor het functioneren van de samenleving. Nu maar zeker in de toekomst.

De politiek heeft hier niets te winnen. De maximale termijn waarop wordt gekeken is vier jaar. In die vier jaar breng je geen verandering teweeg door een betere beloning. Je voorkomt er hoogstens maatschappelijke onrust mee. Meer niet. Geen politicus zal hier dus warm voor draaien. Wel voor veranderingen in het stelsel, of in methodieken. Die immers kun je binnen een kabinetsperiode regelen en daar kun je naar verwijzen als jouw eigen succes als minister of staatssecretaris.

Het is een droeve constatering. Door de manier waarop wij kijken naar onze politici laten zij onze kinderen in de steek. Wat wij willen is de soundbite, het resultaat op de korte termijn, de sterke man of vrouw en wat we vooral niet willen is een mens- en wereldbeeld op de langere termijn. Dat verveelt snel en wordt gezien als politiek gedraai.

Omdat die visie dus niet wordt geformuleerd is het onderwijs overgeleverd aan de toevalligheden van de politiek. Een situatie die we zelf iedere verkiezing weer creëren.

Als wij het anders willen zullen we ook anders moeten gaan stemmen. Er zijn altijd honderd parallelle prioriteiten maar onderwijs hoort nummer één te zijn. En dat is het nu zeker niet. Verandering begint dus bij ons eigen gedrag. In het stemhokje maar ook op school of tijdens ouderavonden. Je moet er zelf ook tijd insteken. Het duur maken.

Goedkoop onderwijs wordt vanzelf slecht onderwijs.

Voorwaarts met de PvdA.

21 dinsdag mrt 2017

Posted by Dick Koopman in politiek

≈ Een reactie plaatsen

Tags

politiek, PvdA, Rob Oudkerk, Ronald Plasterk, Spekman, vernieuwing

De Volkskrant. Een ingezonden stuk van Rob Oudkerk. Een stuk dat leest als een open sollicitatie naar de functie van partijvoorzitter van de PvdA. Voer voor psychologen. Rob Oudkerk, toch niet de meest voor de hand liggende kandidaat, die hengelt naar de functie waar Hans Spekman nu nog op zit.

De PvdA in een notendop. Eerst Jan Vos, dan Ronald Plasterk en nu dus Oudkerk die achteraf precies weten wat mis is gegaan met de PvdA. Oudkerk doet in ieder geval nog iets op afstand op de radio maar Vos en Plasterk waren er echt helemaal zelf bij de afgelopen vier jaar.

Je moet je voorstellen hoe dit allemaal overkomt op potentiële PvdA-stemmers. Eerst Asscher die vol vuur het hele kabinetsbeleid failliet verklaart en vindt dat er een einde moet komen aan de liberale kaalslag. Waar hij vier jaar lang zelf leiding aan heeft gegeven en  verantwoordelijk voor is geweest. Dan Vos die het allemaal achterhaald vindt wat de partij heeft gedaan. En Plasterk, minister zelfs, die vindt dat zijn partij net zo goed kan opgaan in een andere partij. En dus net zo goed niet kan bestaan. Hoe kómt dat dan over? Gewoon als onbetrouwbaar, draaiend, lafhartig en ongeloofwaardig.

De verkiezingen zijn achter de rug. In de PvdA zal een commissie gevormd worden die gaat onderzoeken waardoor de nederlaag is veroorzaakt. Er zal een analyse komen en er zullen aanbevelingen worden geformuleerd. Het zal in ontvangst worden genomen door de partijleider. Die belooft dat dit rapport niet in een la zal verdwijnen. Vervolgens vindt iemand ergens een la.

Een partij die is vergeten waarvoor partijen bestaan, namelijk het vertegenwoordigen van burgers en het behartigen van hun belangen op korte én lange termijn. Een partij die zich zo heeft vereenzelvigd met het kabinetsbeleid dat mensen niet meer wisten waarop zij konden stemmen. Een partij die praat in bestuurderstaal (Samsom uitgezonderd) en daarmee zich loszingt van de burger. Een partij ook die is vergeten dat je “eigen” achterban – autochtonen in wijken als Overvecht, Ondiep, Zuilen en ook Tuinwijk in Utrecht – soms wil weten dat je er voor hen bent en niet alleen voor niet-Nederlanders. En zeker niet vanuit racisme maar vanuit zorgen voor de toekomst van henzelf en hun kinderen. Een partij die zoveel goeds en moois tot stand heeft gebracht in de laatste 70 jaar, krijgt daarvoor niet meer een lintje. Je wordt afgerekend op wat je gisteren deed tot maximaal zes weken geleden. Dát is wat men zich herinnert.

De PvdA moet de tijd nemen om te bedenken hoe men verder wil. Met welke inhoud, met welke overtuigingen en vooral met welk groot verhaal. Laten zien wat er afgelopen vier jaar is bereikt en hoe men daar op voortbouwt. De eigen resultaten omarmen en niet verloochenen. Alternatieven formuleren voor vier komende jaren groen liberalisme, want die gaan komen. Het wenkend perspectief schetsen voor middengroepen. Stoppen met zich identificeren met zielige mensen. Zoveel zielige mensen zijn er helemaal niet.

En om dat goed te kunnen doen moet er inderdaad een nieuwe partijvoorzitter komen. Aan Spekman kleeft teveel verlies om het nog goed te kunnen doen. Hij moet ook niet per oktober aftreden maar gewoon nu. Ik snap dat hij de grote reorganisatie wil doen maar dat is niet meer aan hem. Ook dat moet door een ander worden gedaan. Het is niet anders. Spekman heeft met hart en ziel gewerkt aan het uit het moeras trekken van de PvdA, het is hem niet gelukt. Jongere mensen zullen het over moeten nemen. Jonge mensen die niet de standaard partijtijgers zijn die we gewend zijn te zien. Jonge mensen die niet behoren tot de “pyramidenkletterer” van weleer. Die eerst in een afdeling beginnen, dan doorstoten naar een gemeente en dan – na vele jaren – in het vizier van de Tweede Kamer komen. Jonge mensen die in wisselende coalities met de PvdA willen bouwen aan een vernieuwde en vernieuwende partij. Zo niet, dan zal een stand van negen zetels zeker niet het laagste punt ooit blijken te zijn. Spekman zal dat proces niet kunnen leiden en begeleiden. Een ander moet het doen.

Oudkerk kan die ander zeer zeker niet zijn.

 

 

 

 

 

 

 

Liegend op weg naar 15 maart

02 donderdag mrt 2017

Posted by Dick Koopman in politiek

≈ Een reactie plaatsen

Tags

50Plus, Baudet, DENK, FVD, Henk Krol, Jan Roos, politiek, PVV, Tichelaar, VNL

Dat politici een nogal fluïde relatie met feiten hebben is bekend. Iedereen die dit ontkent heeft zitten pitten. Van economische resultaten tot aan verkiezingsuitslagen, iedere politicus haalt er geheel volgens het cafétariamodel uit wat passend is en laat de rest liggen.

Framen van feiten

Politici weten dat feiten nooit duidelijke feiten zijn. Feiten die wel duidelijk zijn, zoals ‘dat is een rode auto’ zijn politiek niet interessant. Feiten die te maken hebben met de samenleving, de economie, het klimaat, de vluchtelingeninstroom, het onderwijs et cetera zijn politiek wel interessant. Als bijvoorbeeld blijkt dat het aantal vluchtelingen in Nederland stijgt dan zal de ene politicus erop wijzen dat de instroom in de jaren 90 veel hoger was. De andere politicus zal erop wijzen dat dit slechts de voorbode is van een tsunami van miljoenen vluchtelingen.

Hoe het werkt is simpel. Je neemt een feit en je betwist dat feit in het geheel niet. Wat je wel doet is dat feit in een bepaalde context plaatsen.

Dit effect, het framen van feiten is oud, stokoud en zal nooit veranderen. Liegen is ook van alle tijden.

Liegende politici

Lang geleden is een CDA politicus gevallen over een leugen. Dat was in mijn leven de eerste keer dat ik bewust keek naar een liegende politicus: Aantjes. Er was een feit opgedoken dat hij tijdens de oorlog in dienst van de Duitse SS was geweest en daarover had hij gezwegen. Later moest hij toegeven dat het klopte en trad af.

Dat zwijgen en dat beetje draaien schokte de samenleving en het gezin waar ik opgroeide. Wij gingen er vanuit dat politici niet logen. Naïef wellicht maar zeker een mooi uitgangspunt. Opeens moesten we aan de realiteit wennen dat ook politici liegen als het erop aankomt.

Recent is daar Tichelaar bijgekomen. Het was niet alleen dom van hem om zijn schoonzus een opdracht vanuit de provincie te geven maar het glashard ontkennen dat hij daarbij betrokken was sloeg echt alles. Dan kun je niet meer in je functie blijven. Simpel als wat.

Het goede nieuws hier is overigens wel dat uiteindelijk ons systeem een zelfreinigend vermogen heeft waardoor leugenaars ontmaskerd worden.

Naast draaiende, framende en liegende politici is er iets nieuws bijgekomen: verzinnende politici.

Verzinnende politici

Een nieuw fenomeen is het verzinnen van dingen, dingen vooral die bij nader inzien niet kloppen. Het gaat hier dus niet om het framen van een feit in jouw voordeel of gewoon platweg liegen maar om uitspraken de wereld in te slingeren en te hopen dat mensen dat dan ook geloven. Ik heb het donkerbruine vermoeden dat heel veel mensen de onzin ook nog eens echt geloven. Daarover zo meer. Laat ik eerst een paar recente voorbeelden geven.

DENK verzint dat in Nederlandse ziekenhuizen bij oudere allochtone patiënten eerder de stekker eruit wordt getrokken. Dat is pure nonsens en de brenger van dit nieuws is een slecht mens. Zoveel kwaadwillendheid is stuitend. Ik vrees echter dat zijn, Kuzu, doelgroep toch angstig wordt en denkt ‘waar rook is, is vuur’.  Dit zal zeker tot meer stemmen leiden.

Baudet van Forum voor Democratie vindt het CPB achterhaald omdat de hele gedachte van een centraal geleide economie ouderwets is. Deze zelfverklaarde intellectueel snapt niet eens dat zo’n economie in Nederland niet bestaat én dat het CPB centraal is omdat daar alle (macro) economische cijfers terechtkomen. En toch, ondanks dit soort onnozelheid heeft FvD aanhangers.

50Plus gelooft de demografische cijfers van het CBS niet, want zij hebben een blog gelezen waarin iets anders wordt beweerd. Tja. 50Plus heeft toch al een wat vermoeide relatie met feiten maar het CBS vertrouwen zij totaal niet. En dan lees je ergens iets anders, et voilá, je hebt gewoon andere feiten. Ook 50Plus heeft aanhangers, hoewel dat er wat minder lijken te worden naarmate Henk Krol vaker op tv verschijnt.

VNL bij monde van Jan Roos verklaart dat op de Hogeschool van Amsterdam de kerstbomen zijn verdwenen en dat dat een voorbeeld van islamisering is. Het bleek een compleet broodje aapverhaal te zijn dat al heel snel ontmaskerd werd. Ook VNL heeft aanhang.

Als laatste de PVV. In een interview op de Duitse tv zei Wilders dat Fortuyn door een radicale moslim is vermoord. Dat is nonsens. Ook die nonsens werd heel snel duidelijk en er kwam nog een slap verhaal van vergissen is menselijk achteraan. Dat juist Wilders de enige duidelijke radicale-moslimmoord in Nederland niet kon plaatsen is een beetje triest. You have one job denk ik dan. Toch heeft de PVV veel aanhang.

We worden beduveld en we vinden het heerlijk

Wat opvalt in mijn lijstje is dat het, op de PVV na, nieuwe partijen betreft. Blijkbaar vinden zij geen steun voor hun ideeën in de werkelijkheid en dus maken zij een alternatieve werkelijkheid. Dat is verontrustend. Verontrustender nog vind ik dat zij aanhang hebben. Aanhang die alles wegwuift of afdoet als “kritiek van linkse goedmensen en wegkijkers”. Laat duidelijk zijn dat ik graag wegkijk van onzin omdat feiten, échte feiten, veel belangrijker en echter zijn. Ieder land krijgt de politici die het verdient en blijkbaar verdienen wij verzinnende politici.

We wachten 15 maart af.

 

Uit protest PVV stemmen

27 maandag feb 2017

Posted by Dick Koopman in politiek

≈ Een reactie plaatsen

Tags

elite, politiek, PVV, verantwoordelijkheid

In de Volkskrant staat een artikel over mensen met een meer dan modaal inkomen. Zij hebben het geloof in de politiek verloren en gaan – uit protest – PVV stemmen. Het wekt bij mij een aantal gevoelens en emoties op.

Aandacht voor de PVV stemmer

Laat ik beginnen met de exorbitante aandacht voor alles met betrekking tot de PVV en de PVV stemmer. Stel, de PVV haalt 30 zetels dan betekent dat, dat 20% van de stemmen naar hen gegaan is en 80% niet. Uit angst om voor politiek correct te worden versleten buigen de main stream media het hoofd en gaan het land in om de PVV stemmer te vinden. Er zijn 13 miljoen stemgerechtigden in Nederland en bij een opkomstpercentage van 80% stemmen er dan 2 miljoen mensen op Wilders. 11 miljoen niet en die komen niet echt meer aan bod in de MSM heden te dage. Die aandacht is dus nogal overtrokken en minstens uit balans. Maar soit: onheil haalt de voorpagina en geluk wordt weggedrukt op pagina 18. Zo is het nou eenmaal.

Meer en meer komen er artikelen en reportages waarin begrip wordt getoond voor de PVV stemmer.

De hoger opgeleide PVV stemmer heeft meer verstand

Dat begrip komt doordat men een nieuwe groep heeft aangeboord: de beter opgeleide PVV stemmer met een goede baan in een goede buurt. Zoiets. Daar zit een deel van mijn verontwaardiging. Als je als PVV stemmer op Zuilen of in het Ondiep (mijn geboortegrond in Utrecht) woont krijg je hoogstens de ruimte wat te schreeuwen maar serieus word je niet genomen. Je hebt geen opleiding en je bent zeer onbeschaafd. Maar nu eenmaal de hoger opgeleiden zijn ontdekt, is het wat meer ok er aandacht aan te schenken. Want ja, als je een opleiding hebt genoten moet er wel een kern van waarheid in je gedrag zitten. De onmetelijke arrogantie van dit fenomeen dringt niet door tot de opiniemakers. Stuitend vind ik het. Iedere kiezer is evenveel waard en heeft evenveel recht gehoord danwel totaal genegeerd te worden.

De hoger opgeleide PVV stemmer kletst erop los

Laten we beide groepen eens vergelijken. De traditionele PVV stemmer geeft ruiterlijk toe dat te doen vanwege het hoge aantal niet-Nederlanders in zijn buurt. Het antwoord begint steevast met “ik ben geen racist, maar…” en dan komt er een minimaal naar racisme neigende uitspraak. Wat jammer is, is dat men niet gewoon zegt dat het om het weren van al het niet Nederlandse volk gaat, om te beginnen met moslims. Dát is namelijk het belangrijkste standpunt van de PVV en dáárom stemmen zij op Wilders. Verder niets. Zij kennen zijn stemgedrag niet in de Tweede Kamer want anders zou men wel twee keer nadenken. Er is geen gebouw van argumenten te vinden achter de stem. Het is heel plat. Stop de islam, en er is een democratische partij die dat ook vindt. Klaar.

De hoger opgeleide begint te mummelen over teleurstelling in de politiek en zegt PVV te stemmen uit protest. Hou toch op! Als je niet verder komt dan dat, dan ben je misschien hoogopgeleid maar niet bijster intelligent. En ook nog eens te kwader trouw. Het leven is heel simpel: óf je bent tegen de islam en dan stem je PVV óf je wilt protesteren maar dan verzin je wat anders. Als je wilt protesteren door middel van een stem op de PVV bén je ook tegen de islam. Klaar.

Hoger opgeleide PVV stemmers zijn lui

Een mens is wat hij doet. Altijd en overal. Voor jezelf ben je misschien wel je intenties – ‘maar ik bedoelde het zo goed’ – voor alle anderen in je leven ben je je gedrag. Het gedrag dat beschreven wordt in het genoemde artikel is ergerniswekkend. Wees een volwassen mens en geef toe dat je PVV stemt omdat je het met Wilders eens bent. Dat is lef. Dat is je nek uitsteken. Zeggen dat je uit protest PVV stemt is een lafhartige flodder, losse krachteloze woorden die moeten suggereren dat je erover hebt nagedacht. Dat heb je niet. De hoger opgeleide PVV stemmer is lui en slap. Geeft de schuld aan anderen (“de politiek”) en gaat dan uit protest stemmen. Vooral doen maar dan niet zeuren achteraf dat je het nooit zo bedoeld had. Je hebt het exact zo bedoeld.

De slappe elite

Als de zeer brede definitie van elite is, de bovenlaag van de samenleving waar men de dienst uitmaakt over anderen en daarin elkaar helpt (dus van politiek en publieke sector tot aan managers in het bedrijfsleven) dan is het deel van die elite dat PVV stemt uit protest een slappe elite. Kracht is je lot in eigen hand nemen, wél analyseren wat er aan de hand is en er mee aan de slag gaan. Constructief. Noblesse oblige: je leeft niet alleen voor jezelf maar ook om anderen verder te helpen. Te zorgen voor betere voorwaarden en een beter leven. Word lid van zo’n verfoeilijke partij, van de vakbond, van een bestuur en ga aan het werk. Slap is zeuren en je verantwoordelijkheid de deur uit doen. Sterk is, aan de slag gaan. Hoppa. Dát is een plicht.

Begrip en begrijpen

Als ik al die artikelen lees over hoger opgeleide PVV stemmer dan overvalt me een machteloosheid. Ook al heb ik nooit begrip voor PVV stemmers ik kan hen zo nu en dan wel begrijpen. Maar dan heb ik het over de mensen van mijn geboortegrond. Als ik lees over mensen met een goede baan en allerlei kansen ontbreekt bij mij begrip én begrijpen.

Dus verwend volkje: hup aan het werk en pak je leven beet.

 

← Oudere berichten

Abonneren

  • Berichten (RSS)
  • Reacties (RSS)

Archief

  • januari 2023
  • december 2022
  • november 2022
  • oktober 2022
  • september 2022
  • augustus 2022
  • juli 2022
  • juni 2022
  • mei 2022
  • april 2022
  • maart 2022
  • februari 2022
  • januari 2022
  • december 2021
  • november 2021
  • oktober 2021
  • september 2021
  • augustus 2021
  • juli 2021
  • juni 2021
  • mei 2021
  • april 2021
  • maart 2021
  • februari 2021
  • januari 2021
  • december 2020
  • november 2020
  • oktober 2020
  • september 2020
  • augustus 2020
  • juli 2020
  • juni 2020
  • mei 2020
  • april 2020
  • maart 2020
  • februari 2020
  • december 2019
  • november 2019
  • oktober 2019
  • september 2019
  • augustus 2019
  • juli 2019
  • juni 2019
  • mei 2019
  • april 2019
  • maart 2019
  • februari 2019
  • januari 2019
  • december 2018
  • november 2018
  • oktober 2018
  • september 2018
  • augustus 2018
  • juli 2018
  • juni 2018
  • mei 2018
  • april 2018
  • maart 2018
  • februari 2018
  • januari 2018
  • december 2017
  • november 2017
  • oktober 2017
  • september 2017
  • augustus 2017
  • juli 2017
  • juni 2017
  • mei 2017
  • april 2017
  • maart 2017
  • februari 2017
  • januari 2017
  • december 2016
  • november 2016
  • oktober 2016
  • september 2016
  • augustus 2016
  • juli 2016
  • juni 2016
  • mei 2016
  • april 2016
  • maart 2016
  • februari 2016
  • januari 2016
  • december 2015
  • november 2015
  • oktober 2015
  • september 2015
  • augustus 2015
  • juli 2015
  • juni 2015
  • mei 2015
  • april 2015
  • maart 2015
  • februari 2015
  • januari 2015
  • december 2014
  • november 2014

Categorieën

  • Autonomie
  • Brexit
  • Burger serieus nemem
  • Burger serieus nemen
  • Commissie Stiekem
  • Communicatie
  • crisis
  • culinair
  • de open samenleving
  • deeleconomie
  • Durf te denken
  • economie
  • Europa
  • Fatsoen
  • filosofie
  • Geen categorie
  • GeenPeil
  • Grexit
  • griekenland
  • Gutmensch
  • Klant centraal
  • leven
  • Lezen
  • Literatuur
  • Maatschappij
  • Management
  • Marketing
  • mensbeeld
  • nationalisme
  • New Business
  • Ondernemen
  • Onderwijs
  • organisaties
  • Parijs
  • PEGIDA
  • politiek
  • Politiek correct
  • Populisme en de Grondwet
  • referendum
  • religie
  • Retail
  • seculaire religie
  • terreur
  • Toeristen
  • Turkije
  • twitter
  • Verlichting
  • vluchtelingen
  • Zwarte Piet

Meta

  • Registreren
  • Inloggen

Blog op WordPress.com.

  • Volg Volgend
    • Dick Koopman
    • Doe mee met 44 andere volgers
    • Heb je al een WordPress.com-account? Nu inloggen.
    • Dick Koopman
    • Aanpassen
    • Volg Volgend
    • Aanmelden
    • Inloggen
    • Deze inhoud rapporteren
    • Site in de Reader weergeven
    • Beheer abonnementen
    • Deze balk inklappen
 

Reacties laden....