Na een week griep op zondag weer naar mijn coach, Hakim, om te kickboksen. Eerst wat rondjes gelopen, wat zaktraining gedaan en wat optrekken. Kijken hoever ik kwam. En toen sparren.
Ik zag daar wel tegenop. Na een week griep met heel veel slapen, snotteren, spierpijn en heel zielig doen was er best een drempel. We begonnen. En, zoals het steeds gaat, na drie stoten zat ik er weer helemaal in. Alles liep lekker, alles liep goed. Wel was ik na twee rondjes gesloopt en moest ik echt even uitrusten. Ik draaide van het energielek.
Maar daar gaat het nu even niet om.
Waar het wel om gaat is dat ik na al die maanden trainen merk dat heel veel automatisch gaat. Waar ik voorheen moest denken bij wat ik deed, nu gaat het in een vloeiende beweging. De juiste stoten, de juiste dekking. Het afhouden van een trap met rechts en er dan links overheen met een mooie hoek. Na een vloeiende jab er met rechts overheen komen en dan dwars er doorheen een rechterknie. Na een leverstoot met dezelfde linkerarm een hoek, draaiend vanuit de heup.
Ik ben daar blij mee als een baby. Nooit had ik gedacht dat punt te bereiken.
Toen ik begon met boksen stond ik stram met mijn armen te stoten. Nu sta ik goed op mijn benen en beweeg vanuit mijn heupen. En dat gaat zo soepel dat ik met minder kracht meer momentum heb en het dus langer uithoud.
Dát punt bereiken in iets wat je doet – sport, werk, leven, koken, lezen, viool spelen, fietsen – , het punt waarop het vanzelf lijkt te gaan en nog goed ook, dat is mooi. Enige hippe jaren geleden noemden we dat flow. Het zal nu wel anders heten, dat weet ik niet. Hoe dan ook, dat punt is top om mee te maken. Ook na een week griep. Zeker na een week griep.
Al bijna 20 jaar woon ik in Zeist. Een plaats. Geen dorp, zeker geen stad. Wel zo’n 63.000 inwoners dus klein is het ook weer niet. Saai is het wel. Geen opgewonden toestanden hier, geen opstootjes, geen relletjes. Af en toe een cultureel evenement en eens per jaar het Shantyfestival. Reden om Zeist tijdelijk te verlaten.
Maar die tijd van gezapigheid is nu echt voorbij.
Dat zit zo. Al jaren geleden (2015) heeft het college van B&W in goed overleg met de gemeenteraad besloten iets te gaan doen aan het centrum van Zeist. Er kwam een centrumvisie en de daarbij horende inspraakrondes. Vervolgens kwam er besluitvorming en werd een aantal amendementen van de Gemeenteraad aangenomen. Een volstrekt democratische procedure dus.
De behoefte aan een centrumvisie was wel groot overigens. De leegstand is fors en na het vertrek van V&D leek de ziel voorgoed verdwenen. En nog steeds verdwijnen er wekelijks zaken. Een sjieke kledingzaak, de Levi’s store, een computerzaak, een kookartikelenzaak, et cetera. Voor een bevolking die zeer divers was en is, is het centrum ook echt te groot. Te verspreid en lopen langs lege etalages is nooit leuk. Dat er dus een plan kwam om daar iets aan te doen is heel erg goed. De gemeente stak de nek uit en kwám met een visie. En ja, soms gaan dingen heel traag en ook Zeist heeft een open economie. Winkeliers kunnen zich vestigen en de boel opdoeken.
Naast die centrumvisie was er ook een bijbehorend verkeersplan. De uitvoering daarvan liep anders dan gepland.
Geruime tijd hebben we hier te maken gehad met wegen die opgebroken waren. En niet een week, maar maanden. ’s Morgens files om Zeist uit te komen en ’s avonds weer om erin te komen. Kruispunten die op onnavolgbaar onnozele manier werden omgelegd om maanden later weer in de oude toestand te worden hersteld. Uitvoering en nadenken over gevolgen bleken niet de sterkste kant te zijn van het bestuur. Mijn vermoeden is dat er nooit een verkeerspsycholoog hierbij betrokken is geweest. Ik kan het mis hebben.
Die toestanden zijn verleden tijd. Weinig opgebroken wegen meer.
Wat we nu hebben zijn afgesloten wegen. Opeens blijk je ergens niet meer in te mogen. Waar je gisteren linksaf kon, kan dat vandaag niet meer. Mannen met hesjes bevolken kruispunten om je onbarmhartig terug te sturen. En vervolgens rij je kilometers om.
Het politiek wenselijke argument is dat je meer de fiets moet gebruiken. Maar dan wordt de functie van het centrum niet begrepen. Aangezien funshoppen in Zeist niet echt voor de hand ligt (daarvoor ga je naar Utrecht), shop je heel functioneel. (En ik hoop dat dat nog lang zo is en dat men minder op internet koopt.) Dat betekent dat je hier bijvoorbeeld je huishoudelijke apparatuur koopt, kleding, een stoel, een grote kandelaar, na je werk even snel langs de boekhandel gaat, even langs bij de apotheek, de slijter, de supermarkt, enzovoort. De winkels zijn hier om je te ondersteunen bij je leven en hoe je het inricht. Dat kán per fiets maar veel vaker ook niet. Zeist ís geen grote stad, heeft geen groot centrum en is niet uitnodigend (meer) voor de regio.
Ik denk dat het lange termijneffect van een autoluw Zeist voor winkeliers niet positief zal zijn. Mensen zullen nog meer via internet kopen zodat alles bij je thuis wordt afgeleverd. Mensen gaan altijd voor gemak en dat zal nu niet anders zijn. Ik vind het economisch een ondoordacht plan.
Terug naar de ophef over alle afsluitingen. Facebook is ontploft, de televisie kwam hier langs om met verontwaardigde burgers te praten, de krant schreef erover en men heeft het erover in winkels. Heel Zeist is overvallen door de maatregelen.
En dat is vreemd.
Op 3 maart 2015 is het besluit aangenomen in de Gemeenteraad. Het was een openbare discussie tussen college en gemeenteraad. Allen democratisch gekozen. De uitvoering nu is het resultaat van besluitvorming in de openbare raadsvergadering van die datum. Iedereen, ik ook, had dus op de hoogte kunnen en moeten zijn. Ergens is iets misgegaan. Communicatief is dit niet het beste voorbeeld van een mooi traject. Integendeel. Het had beter gekund. Democratie is ook een plicht van halen en brengen. Van beide kanten.
Hoe het ook zij, we rijden met elkaar meer kilometers in Zeist nu. Het is zoals het is.
Scholieren, jongeren die demonstreren voor een beter klimaat. Nog niet zolang geleden kon je lezen dat jonge mensen geen idealen meer hadden. Niet meer van het grote verhaal maar van de korte boodschappen waren. En nu opeens is er het grote verhaal van het klimaat.
En, heel eerlijk, ik ben niet voldoende deskundig om alle grafieken en onderzoeken goed te interpreteren. Als ik al een mening heb, dan is die mening gebaseerd op een beeld. Een beeld dat tot stand komt doordat ik alle debatten volg en alle opmerkingen van voor- en tegenstanders van het klimaatalarm.
Wat ik merk in alle discussies is dat er weinig op inhoud wordt gediscussieerd. De klimaatalarmisten buitelen over elkaar heen met maatregelen en suggereren met hun 0,01ºC verschil dat ze precies weten wat zij doen en ook het allemaal 100% kunnen beïnvloeden. De klimaatsceptici daarentegen suggereren helemaal niks maar maken de alarmisten alleen maar verdacht. Zij doen niet eens een poging serieus het gesprek aan te gaan. Ja, oud hoogleraren worden geciteerd als bewijs. Maar die zijn óf echt oud, dus niet meer courant, óf zij waren ooit hoogleraar in de numismatiek. Niet serieus te nemen dus.
Doordat volwassenen met ieder een eigen agenda de discussie kapen weten en voelen jongeren dat zij niet gehoord worden. Zo is het ook. Jongeren zijn lastig.
Waar de volwassenen verzuurd zijn voelen de jongeren hoop. Volwassenen die roepen dat die jongeren eerst maar hun smartphone moeten weggooien, niet meer op vakantie moeten gaan, naar school moeten et cetera, enzovoort. Het zijn domme verbitterde verdachtmakingen vanuit vooral rechtse hoek. Ik vraag me dan altijd af wanneer mensen zo verzuurd zijn geraakt, want geboren word je niet zo.
Maar los van wat mensen van dat hele klimaat denken, het feit dat het verandert is een gegeven. Waardoor dat ook komt. Dat wij als mensen daar ook een effect op hebben is eveneens een gegeven. Ik heb het niet over de grootte van dat effect maar gewoon het gegeven dat het zo is. En als het klimaat ons aangaat en beïnvloedt, en als wij het klimaat beïnvloeden, waarom zouden we dan niet iets positiefs willen bijdragen daaraan? Wat is toch de moeite die mensen hebben met het optimisme van de jeugd? Ik denk dat ik het weet.
De jeugd confronteert de verbitterde oudere mens met zijn eigen falen. De dromen en idealen die je ooit had en hebt ingeruild voor een volwassen bestaan met volwassen verantwoordelijkheden. Dat je ’s morgens voor de spiegel staat en de totale deceptie in je eigen bestaan van de spiegel druipt. Dat je nooit geworden bent wat je wilde en dat dat ook nooit meer gaan lukken. Dat iedere stap die je zet zwaar aanvoelt. Dat iedere optimistische jongere jou laat voelen dat je leven klaar is. Op. Afgerond.
Precies dat is er wat met die zeurpieten op social mis is. Het cynisme van het verspilde bestaan.
Ik hoop dat die stakende jongeren blijven staken. Dat ze oproer veroorzaken, dat zij een toekomst in gang zetten die van hen is en niet van hun ouders. Ik hoop dat mijn kinderen de kansen van een veranderend klimaat zien en aanpakken. Ik hoop ook altijd maar dat ikzelf leef volgens de woorden van Jacques Brel: “être vieux sans être adultes“, oud worden zonder ooit volwassen te zijn. Ik zal jonge mensen met hoop en een ideaal dat positief is altijd steunen. Altijd wel en nooit niet. En met mij weet ik dat velen dit delen.
Het zou mooi zijn als de volwassenen weer even jong worden en meedoen in plaats van af te zeiken. Dat minister Slob niet regentesk is (tut tut tut jongens wat doen jullie nou?), maar met hen aan tafel gaat zitten over hun toekomst. Dat er een klimaattafel komt met jonge mensen met maar één belang, de eigen toekomst. Een tafel zonder lobbyisten van links of rechts. Politiek is namelijk nu niet zo belangrijk.
Het klimaat is niet links. Het klimaat maakt geen onderscheid tussen mensen en meningen.