Als je eenmaal weet dat er kanker in het spel is ga je door alle bekende stadia: van ongeloof naar opstand naar wanhoop naar berusting naar opstand et cetera. Geen dag is meer zoals ooit daarvoor. En in het geval van onze moeders was het een kroniek van een aangekondigde dood. Weten wat er komt, maar niet wanneer.
En op sommige dagen lijkt het leven gewoon door te gaan alsof er niets aan de hand is en er niets te gebeuren staat. Soms zijn er zelfs feestjes, bijeenkomsten, mensen bij elkaar die doorgaan met hun eigen leven. In een ander parallel universum.
Zoals ik gisteren schreef zijn in de laatste jaren van de vorige eeuw mijn moeder en schoonmoeder overleden. Beiden aan kanker en dus min of meer aangekondigd. De maanden die komen na die aankondiging kennen up en downs. Soms heb je het gevoel aan een onbekende reis te zijn begonnen met elkaar en soms verval je in diepe droefenis.
Na die periode heb ik een aantal gedichten geschreven met als titel De Reis.
Kerst 1997 hoorden wij dat mijn schoonmoeder ongeneeslijk ziek was en nog maximaal negen maanden te gaan had. Op 3 september 1998 overleed zij. Ze was toen 58 jaar oud. In dat jaar hoorden wij dat mijn moeder ook kanker had, en precies 1 jaar, 1 maand en 1 week na mijn schoonmoeder overleed ook zij. Ze was 78 jaar oud. Beiden hebben de eeuwwisseling niet meegemaakt.
In korte tijd verloren wij onze moeders aan kanker. De sluipmoordenaar in je lijf noemde mijn moeder dat. Hij was er, maar je wist nooit wanneer hij toesloeg.
Ik heb toentertijd een aantal gedichten geschreven met als titel De Reis. Als je er middenin zit, beduusd en verslagen, gaat de tijd niet lineair. Sommige weken gaan razendsnel en andere tergend langzaam. Het einde, de bestemming staat vast. De reis is onbekend. Dat heb ik proberen te pakken in deze negen gedichten.
Ik doe mezelf altijd een groot plezier door naar een supermarkt in het buitenland te gaan. Kan de Kaufland zijn in Duitsland, de Carrefour in België of een heel klein supermarktje (Sherpa) in Les Trois Vallées.
Het grootste plezier heb ik in zo’n grote hypermarché in Frankrijk. Altijd gelegen aan de rand van de stad, op een ZI tussen de Buffalo Grill en de Kiabi en heel veel andere bedrijven. De omgeving is eigenlijk altijd demotiverend lelijk, dus waarom er toch naar toe?
Sterker nog: wie rijdt er meer dan twee uur om net over de grens van België in Frankrijk de afslag Roncq te nemen en te gaan winkelen bij de Auchan? Welk nadenkend mens doet dat?
Nou: ik.
Een Auchan met een kassa of 70 en een oppervlakte die oneindig aanvoelt. Ik word daar zo blij van. Een veel te grote kar pakken en langs alle Franse heerlijkheden lopen en die kar volgooien. Wat je daar kunt vinden is een land onder eenzelfde dak. En dat is prachtig. Natuurlijk, je moet even door het enorme consumentisme heen kijken. Terwijl je er zelf aan meedoet overigens. Maar als je dat doet en je richt je op de schoonheid van wat Frankrijk te bieden heeft dan gaat er een wereld voor je open. Onbevangen dus naar binnen.
Wat ook mooi is als je dat doet in de verschillende seizoenen. Het voorjaar is totaal anders dan in de herfst, laat staan vlak voor de kerst. En natuurlijk, dat is niet anders dan in Nederland. De schaal waarop is echter geheel on-Nederlands.
Denk aan de strekkende meters boter uit de verschillende streken, de twintig meter yoghurt, de pakketten met alles erin voor Pot au Feu, de wijnsectie, de broodafdeling, alle pasta’s bij elkaar van de Elzas tot aan Crozets uit de Savoie. Ooit in de herfst liep ik in de Loire in een hypermarché en daar kon je jachtgeweren en munitie kopen. Prachtig. Het is een Tour de France onder handbereik.
Het kan nu even niet. Het is niet anders. Mijn voornemen is deze zomer wel in Frankrijk uit te komen en dan in de Var. Op mijn berg, als het moet in totale lock down, met af en toe een ritje naar de lokale Intermarché. En, hoewel kleiner, ook daar is het een walhalla. Vooral omdat die gevuld is met lokale verse producten. Paprika’s die zo misvormd zijn dat zij de Nederlandse supermarkt nooit bereiken, perziken van alle formaten, maar ook vlees van de koeien om de hoek.
Wat me in beide gevallen opvalt is de manier waarop we met voeding en voedsel omgaan in Nederland en hoe de Fransen dat doen.
Zeker is het zo dat die grote supermarkten ook vol liggen met producten die wij ook kennen. Je loopt niet alleen maar tussen exotische zaken. De grote merken kom je tegen en ook heel veel minder spul. Berucht is natuurlijk de extreem goedkope Pinard waar je dagen lang een kater van hebt. Dat is waar.
Maar: wat ook waar is, is de liefde van Fransen voor goede kwaliteit die zich uit in gewoon betalen voor kwaliteit. Ga voor de lol eens staan bij de kaasafdeling en kijk hoe men de beste kaasjes uitzoekt. Of hoe een dorpsbewoner in mijn dorp een duur stuk rund koopt om te laten vermalen tot een steak haché. De kippepoten die ik koop en dan voor vier poten een veelvoud afreken van die in Nederland. De smaak is navenant.
Onze relatie met eten is een andere. Wij willen makkelijk en snel kunnen eten zonder dat de portemonnee leeg is. Het is niet het belangrijkste onderdeel van het feestje. In Frankrijk is dat anders. Fransen geven gemiddeld 20% van hun budget uit aan eten, Nederlanders rond maximaal 12%. En de koppeling prijs-kwaliteit in voedsel is een belangrijke. Voor weinig kun je geen goed vlees kopen. Prijsknallers bevatten meer water dan proteïnen. Als gewicht per euro belangrijk is dan draait het niet meer om kwaliteit.
Dat is dan ook de reden dat al die verschillende Franse supermarkten zoveel verse kwaliteit kunnen bieden: het wordt gewoon gekocht. Ze blijven er niet mee zitten. Het inkooprisico is dus klein.
Van de Auchan in Roncq of Aubagne tot aan de hypermarché in Carcès: het draait om kwaliteit en exclusiviteit voor de massa. Een massa die gewoon geld uitgeeft aan goed eten.
Omdat dat in ons land anders is, zal ik af en toe richting Frankrijk moeten reizen. Ik verheug me ook op de dag dat het weer kan.
En los van de Auchan: Lille is een heerlijke, voor velen onbekende, stad. Meestal rij je er langs op weg naar zon en zee. Doe eens niet en ga de stad in. Drink op de markt koffie of een biertje en geniet van Frankrijk op een paar uur rijden.
Ik kijk nauwelijks tv en al helemaal nauwelijks politieke debatten. Dat terwijl ik een neurotisch volger van alle politiek ben. Sinds mijn vroege jeugd is de politiek een onderdeel van mijn leven. Aan de eettafel bij mij thuis werd er veel over politiek gesproken en die traditie zet ik in mijn eigen gezinsleven door. Soms tot ergernis van mijn gezin.
En toch kijk ik niet. Ik weet namelijk wat er gaat komen. Veel vrome woorden, veel vooruitzichten, veel beloftes en platte leugens en verdraaiingen. Vliegen afvangen door meest volwassen mannen. Rutte die zijn beste tijd achter zich heeft liggen maar toch weer terugkomt. Hoekstra die toch gewoon een managing consultant van McKinsey blijkt te zijn. Klaver die driftig om zich heen kijkend alle moeilijke onderwerpen ontwijkt. Wilders die al 63 jaar dezelfde riedel afsteekt. Ploumen die…waar is Ploumen? Kaag die te intelligent is voor Nederland. Marijnissen waar ik een zwak voor heb maar zo schreeuwt dat mijn zwak verdwijnt. De rest noem ik gewoon niet.
Je ziet: soms kijk ik dus wel tv.
Waar ik op afhaak is het feit dat de journalistiek het eigen handwerk niet uitvoert. Hoe zit het met de toeslagenaffaire en de etnische profilering? Waarom houdt Rutte hier zijn mond over de EU terwijl het voor Nederland een heel grote afzetmarkt is? Weten de heren dat er geen causaliteit is tussen een kortere WW en meer mensen aan het werk? En waarom zeggen ze dat toch? En nu we toch bezig zijn: meneer Rutte zegt dat de VVD de WW ongemoeid laat terwijl dat niet zo is. Waarom doet hij dat?
En waarom hebben we te maken met een kabinet dat wel weet de sanctioneren en te beperken maar zoveel moeite heeft met vooruitgang boeken? Waarom zit D66 er nog steeds bij als het roer om moet? En nu we het over sanctioneren hebben: waarom is het bovenste item van de stapel nog steeds van kracht en is ook nog eens verlengd? Ja, meneer Rutte, we hebben het over de avondklok. Weet u nog? Avondklok zou verdwijnen en we zouden €1000 erbij krijgen. Ook niet gebeurd. Waarom belooft dit kabinet van alles maar komt het niets na? Waarom, waarom, waarom? Waarom is demonstreren tegenwoordig een hachelijke onderneming? Waarom? Waarom valt minister De Jonge een individu aan die door te bellen een vaccinatie heeft geregeld voor zichzelf en zijn vrouw? Meneer Hoekstra, waarom doet hij dat, terwijl hijzelf niets op orde heeft? Waarom komt hij daarmee weg, meneer Hoekstra?
Ik ben een ontevreden burger. Ik kijk naar een overheid die vergeten is te werken in naam van en voor het volk, voor alle burgers. Ook voor hen die niet geloven in vaccinaties, ook voor hen die demonstreren waar het niet is toegestaan, ook voor hen die hier al heel lang wonen en nog steeds gewantrouwd worden, ook voor hen wier leven een puinhoop is door het terugvorderen van toeslagen of gewoon doordat zij in Groningen wonen. Over Groningen gesproken: meneer Rutte, u met uw fabelachtige dossierkennis, hoe kon u voorstellen dat er een kerncentrale moet komen in Groningen? Oh, sorry, u heeft daar geen actieve herinneringen aan?
We hebben te maken met een versleten club bewindslieden en een premier die geen moeite meer hoeft te doen. Een dodelijke combinatie, niet alleen tijdens een crisis maar überhaupt. En de regeldrift en cynisme hebben in het afgelopen decennium geleid tot een afkeer van gewone mensen die afhankelijk zijn van diezelfde regering. Ik heb daar al eens over geschreven. Deze regering zou het liefst een land zonder burgers willen.
Ik weet wat ik ga stemmen en het is niet op een van de coalitiepartijen. Ieder moet het zelf weten, waarbij ik een uitzondering maak voor bruinrechtse partijen: ieder die daarop stemt heeft geen zuivere geest. Het zijn er nogal wat in dit land. Sneue mensen.
Maar wat je ook stemt: als je stemt op een van de huidige coalitiepartijen dan stem je voor voortzetting van het huidige beleid. Besef dat. Niets van wat de mens doet is vrijblijvend. Niets.
Mijn stemadvies is dus: neem verantwoordelijkheid voor je eigen stem, maar ga in ieder geval stemmen! En zeur later niet als het tegenvalt in de praktijk. terwijl die lijsttrekker het zo anders zei tijdens die debatten.
Tussen zeggen en doen gaapt een enorm gat. Ga stemmen.