Ik ben veel te vinden bij de moderne dorpspomp. De plek waar men samenkomt om meningen te verkondigen. Niet zozeer om meningen uit te wisselen, maar vooral om luidkeels de eigen mening te geven en dan te zien wat er gebeurt.
Bij de dorpspomp ken je sommigen al en sommigen wat minder. Gelijkgestemden zijn er (beetje saai), toehoorders (ook saai) en de recalcitranten en querulanten (nooit saai, wel voorspelbaar). Herrie maken vanwege de herrie. Maar ook meningen verkondigend die haaks staan op mijn mening. En dan gaan we los. Avonden lang.
Twitter dus.
Een van de onderwerpen waarop we los gaan met zijn allen is het vluchtelingenprobleem. Of frame ik het nu al teveel en moet ik zeggen het vraagstuk van de vluchtelingenstroom en hoe daar mee om te gaan? In ieder geval heeft iedereen een mening.
Grosso modo zijn er twee basismeningen. Een is dat iedere vluchteling geholpen moet worden, toegelaten moet worden tot het westen. Gewoon omdat het een vluchteling is. De andere is dat de grenzen gesloten moeten worden en dat niemand moet worden toegelaten tenzij aangetoond is dat het een echte oorlogsvluchteling betreft.
Ik zal het niet hebben over de praktische haalbaarheid van beide meningen want daar valt nog wel wat op af te dingen. Ik wil het over iets anders hebben.
Was het in de jaren 70 van de vorige eeuw modieus om links te zijn, het is nu modieus om rechts te zijn, liefs rabiaat. Het kan niet hard genoeg. Die rechtse kerk (ja ja als er een linkse kerk is dan moet er ook een rechtse zijn) heeft iets bedacht om links in een woord te framen en weg te zetten: Gutmensch. Of goedmens.
Wat wordt daar nu eigenlijk mee bedoeld? Gutmenschen zijn naïeve linkse mensen die geloven dat de mens van nature goed is. Daarnaast geloven zij dat iedereen die het minder heeft dan wij zielig is en moet worden geholpen. Zij geloven ook dat we iedereen moeten toelaten tot Nederland omdat wij een soort schuld hebben aan wat er allemaal gebeurt in de wereld.
Tenminste, dit is wat ik denk te begrijpen uit alle tweets die ik lees. Het is geen positieve aanduiding, terwijl dat wel zo klinkt. De goede mens. Wie zou dat nou niet willen zijn?
Twee dingen daarover.
Allereerst raad ik iedereen aan Victor Klemperer te lezen over taalgebruik in het Derde Rijk. Hoe daar woorden uiteindelijk stigmatiseerden, segregeerden en door iedereen normaal gevonden werden. Zijn LTI fileert dat taalgebruik. Woorden die doodnormaal lijken maar een harde werkelijkheid versluieren. Het gaat me niet om de vergelijking met WO2, het gaat me om het scherpen van de geest dat woorden nooit zomaar woorden zijn. Woorden zijn daden. Dat ze een wereldbeeld verwoorden. Dat we moeite moeten doen om het wereldbeeld van de spreker moeten begrijpen.
Dat brengt me bij mijn tweede punt. De gebruikers van het woord Gutmensch weigeren iedere dialoog. Door degeen waar zij het niet mee eens zijn weg te zetten als domme naïeve gansjes komen zij weg met een totaal gebrek aan argumenten. Sterker nog, de boodschap is: omdat de ander dom is heb ik gelijk! Niet echt een krachtig argument. Het werkt wel want menigeen heeft het woord schamperend, triomferend overgenomen.
Het einde van de Gutmensch is heel simpel. Stop met gemakzuchtig framen van tegenstanders en probeer eens uit te vinden wat me met de vluchtelingen aanmoeten. Want er moet wel iets gebeuren. Om het voor hen en voor ons hanteerbaar en duidelijk te maken. Dat dan ook de Gutmensch het gesprek aangaat. Dat de wereld misschien wat minder duidelijk is, wat grijzer dan goed of fout. Dat niet alle mensen een goede intentie hebben.
Ik vrees echter dat de Wutmensch en de Gutmensch dit niet gaan doen.