Tags
politiek, PvdA, Rob Oudkerk, Ronald Plasterk, Spekman, vernieuwing
De Volkskrant. Een ingezonden stuk van Rob Oudkerk. Een stuk dat leest als een open sollicitatie naar de functie van partijvoorzitter van de PvdA. Voer voor psychologen. Rob Oudkerk, toch niet de meest voor de hand liggende kandidaat, die hengelt naar de functie waar Hans Spekman nu nog op zit.
De PvdA in een notendop. Eerst Jan Vos, dan Ronald Plasterk en nu dus Oudkerk die achteraf precies weten wat mis is gegaan met de PvdA. Oudkerk doet in ieder geval nog iets op afstand op de radio maar Vos en Plasterk waren er echt helemaal zelf bij de afgelopen vier jaar.
Je moet je voorstellen hoe dit allemaal overkomt op potentiële PvdA-stemmers. Eerst Asscher die vol vuur het hele kabinetsbeleid failliet verklaart en vindt dat er een einde moet komen aan de liberale kaalslag. Waar hij vier jaar lang zelf leiding aan heeft gegeven en verantwoordelijk voor is geweest. Dan Vos die het allemaal achterhaald vindt wat de partij heeft gedaan. En Plasterk, minister zelfs, die vindt dat zijn partij net zo goed kan opgaan in een andere partij. En dus net zo goed niet kan bestaan. Hoe kómt dat dan over? Gewoon als onbetrouwbaar, draaiend, lafhartig en ongeloofwaardig.
De verkiezingen zijn achter de rug. In de PvdA zal een commissie gevormd worden die gaat onderzoeken waardoor de nederlaag is veroorzaakt. Er zal een analyse komen en er zullen aanbevelingen worden geformuleerd. Het zal in ontvangst worden genomen door de partijleider. Die belooft dat dit rapport niet in een la zal verdwijnen. Vervolgens vindt iemand ergens een la.
Een partij die is vergeten waarvoor partijen bestaan, namelijk het vertegenwoordigen van burgers en het behartigen van hun belangen op korte én lange termijn. Een partij die zich zo heeft vereenzelvigd met het kabinetsbeleid dat mensen niet meer wisten waarop zij konden stemmen. Een partij die praat in bestuurderstaal (Samsom uitgezonderd) en daarmee zich loszingt van de burger. Een partij ook die is vergeten dat je “eigen” achterban – autochtonen in wijken als Overvecht, Ondiep, Zuilen en ook Tuinwijk in Utrecht – soms wil weten dat je er voor hen bent en niet alleen voor niet-Nederlanders. En zeker niet vanuit racisme maar vanuit zorgen voor de toekomst van henzelf en hun kinderen. Een partij die zoveel goeds en moois tot stand heeft gebracht in de laatste 70 jaar, krijgt daarvoor niet meer een lintje. Je wordt afgerekend op wat je gisteren deed tot maximaal zes weken geleden. Dát is wat men zich herinnert.
De PvdA moet de tijd nemen om te bedenken hoe men verder wil. Met welke inhoud, met welke overtuigingen en vooral met welk groot verhaal. Laten zien wat er afgelopen vier jaar is bereikt en hoe men daar op voortbouwt. De eigen resultaten omarmen en niet verloochenen. Alternatieven formuleren voor vier komende jaren groen liberalisme, want die gaan komen. Het wenkend perspectief schetsen voor middengroepen. Stoppen met zich identificeren met zielige mensen. Zoveel zielige mensen zijn er helemaal niet.
En om dat goed te kunnen doen moet er inderdaad een nieuwe partijvoorzitter komen. Aan Spekman kleeft teveel verlies om het nog goed te kunnen doen. Hij moet ook niet per oktober aftreden maar gewoon nu. Ik snap dat hij de grote reorganisatie wil doen maar dat is niet meer aan hem. Ook dat moet door een ander worden gedaan. Het is niet anders. Spekman heeft met hart en ziel gewerkt aan het uit het moeras trekken van de PvdA, het is hem niet gelukt. Jongere mensen zullen het over moeten nemen. Jonge mensen die niet de standaard partijtijgers zijn die we gewend zijn te zien. Jonge mensen die niet behoren tot de “pyramidenkletterer” van weleer. Die eerst in een afdeling beginnen, dan doorstoten naar een gemeente en dan – na vele jaren – in het vizier van de Tweede Kamer komen. Jonge mensen die in wisselende coalities met de PvdA willen bouwen aan een vernieuwde en vernieuwende partij. Zo niet, dan zal een stand van negen zetels zeker niet het laagste punt ooit blijken te zijn. Spekman zal dat proces niet kunnen leiden en begeleiden. Een ander moet het doen.
Oudkerk kan die ander zeer zeker niet zijn.