Tags

, , , , ,

Afgelopen week werd me opeens duidelijk wat me al tijden dwars zat. Ik las over Wilders, luisterde naar hem en iedere keer had ik het gevoel “dit heb ik al eens eerder gelezen”. Ik kon er de vinger niet op leggen. En, nee, ik was niet in de stemming voor een Godwin dus die liet ik links liggen.

En opeens wist ik het! Lenin! Dat was het. Jaren geleden heb ik veel van de beste man gelezen en ik had nog het een en ander in mijn boekenkast staan. Ik pakte het boekje “Wat te doen?”, geschreven aan het begin van de 20ste eeuw (1902). Uit dit boek komt de beroemde uitspraak “Geef ons een organisatie van revolutionairen en we zullen Rusland omverwerpen”.

fullsizerender

Waarom moest ik aan Lenin denken bij alles wat ik las en hoorde? Een paar duidelijke paralellen zijn aanwijsbaar, zonder overigens te zeggen dat beide heren hetzelfde doel hebben: de vestiging van een communistische heilstaat. Wel een heilstaat trouwens.

Als schrijver is Lenin onnavolgbaar slecht. Kan aan de vertaling liggen maar wat een rommelig taalgebruik. Als openbaar spreker daarentegen was hij heel duidelijk, heel opzwepend en zeer polariserend. Zijn wereldbeeld was heel duidelijk: er waren de goeden en er waren de slechten. Al zijn toespraken zijn doordrenkt van dit gegeven. Er spreekt onverzoenlijkheid uit en in de jaren zijn zij harder van toon geworden.

Daarnaast wantrouwde en verketterde hij iedereen die het niet met hem eens was. Dat waren dwaallichten, neprevolutionairen, revisionisten, vijanden van het volk. Ook dat werd steeds radicaler. In het begin wilde hij nog wel samenwerken met anderen, maar dat veranderde. Steeds meer intern gericht en steeds meer op controle.

Verder wantrouwde hij alle media. “Zogenaamde” kranten met zogenaamde “vrije” nieuwsgaring. Al die MSM, die toen niet zo werden genoemd natuurlijk, moesten worden gewantrouwd en uiteindelijk afgeschaft en vervangen door “goede” kranten. Kranten zonder kritiek: kritiek is immers kleinburgerlijk en vijandig. Afschaffen dus.

Alle staatsinstituties, de gehele rechterlijke macht, politie en zittende politiek: alle vijanden van de waarheid. Een waarheid die alleen Lenin kende.

Die waarheid was dat hij opkwam voor het volk, dat alleen hij wist wat het volk wilde en dat alleen hij daarvoor kon zorgen. Geloven in democratie deed hij niet. Hij wilde een sterke partij van beroepsrevolutionairen die het juiste zou gaan doen. De sterke overtuiging te weten wat het volk wilde en nodig had was duidelijk aanwezig, maar in de uitvoering zou datzelfde volk alleen maar voor zijn voeten lopen.

Lenin had het vermogen heel goed te voelen waar het land stond en welke plek hij in moest nemen om aan de macht te komen. Hij had het al eens eerder geprobeerd maar toen was hij te vroeg. Gematigden kwamen aan de macht maar die gaven het volk niet wat het wilde: snelle veranderingen en wraak op de heersende elite. Toen Lenin in 1917 voor de tweede keer de revolutie predikte had hij meer succes. Direct werden kranten lamgelegd, politiebureaus ingenomen, de rechterlijke macht opzij gezet en er werden zogenaamde volksraden in het leven geroepen. Partijleden kwamen op alle belangrijke posities. Hier is geen enkele parallel te vinden met het heden natuurlijk. De staat was toen failliet en op, het land bankroet en de mensen waren alle oorlogen en plunderingen meer dan zat. Dit alles zal in Nederland niet gebeuren is mijn overtuiging.

Wanneer ik stel dat Lenin terug is, dan doel ik op de manier van optreden en van het verketteren van iedereen die het niet met hem eens was. De verongelijkte toon, het wegzetten van andersdenkenden als “nep” en het tot op het bot overtuigd zijn van het eigen gelijk. Hij schijnt ook geen gevoel voor humor te hebben gehad. Wat altijd een slecht teken is.

Sjto djèlatj, of “wat te doen” is nog steeds een moderne titel. Het zou zo maar de titel van een verkiezingsprogramma op 1 A4tje kunnen zijn.