Tags

, , ,

Gek is het niet, dat wantrouwen in de politiek. De politiek heeft het er zelf naar gemaakt.

In mijn jeugd was er Joop den Uyl, een man met een visie. Hij ging de verkiezingen in met een heldere boodschap. Hij stond voor spreiding van kennis, macht en inkomen. Nee, je hoefde het er helemaal niet mee eens te zijn, maar zijn boodschap was duidelijk. Als je op hem stemde wist je waar hij voor ging. Hij vertelde ook dat je je verwachtingen moest temperen omdat de ‘marges in de democratie erg smal’ waren.

Zijn idee werd niet doorgerekend door een CPB en vervolgens neergesabeld vanwege een procent hier of daar. Zijn stelling was: dit is wat ik wil, waar ik me kapot voor ga vechten en weet dat er iets anders uit zal komen omdat er een coalitie  komt. Die coalitie kwam er, Den Uyl vocht zich kapot en het kabinet viel. Over grondpolitiek.

De stemming in het land was erg verdeeld over Den Uyl. Ik kom uit een SDAP familie en Den Uyl was een held. Een warrige professor die het beste met de werkende arbeider voorhad. Hijzelf was heel duidelijk geen arbeider maar er was iets in hem dat vertrouwen wekte. Zijn groezelige voorkomen, zijn gedram over een betere wereld. Zijn visie ook, die dus niet was doorgerekend maar gewoon insteek was van de verkiezingen. We gaan het doen en we zien wel wat het kost want we willen een betere wereld.

Kabinet Den Uyl viel in 1977.

kabinet_-_sfa001006480

Na Den Uyl kwam het kabinet Van Agt. Een totaal ander mens maar net zo bevlogen. Hij startte ethisch reveil, een ethisch gemotiveerde oproep om van Nederland weer een fatsoenlijk christelijk land te maken. Waardegedreven dus, net als Den Uyl. Dat werd overigens niet echt een succes.

De polarisatie in Nederland was groot in mijn jeugd. Nergens leidde dat tot grote scheldpartijen of bedreigingen. Soms ontving een minister een ‘kogelbrief’ en dat was dan ook direct groot nieuws.

Tijdens dat kabinet werd er voor het eerst serieus werk gemaakt van begrotingsdiscipline en gingen zaken doorgerekend worden. Er gebeurde nog veel meer. In de jaren 80 (tijdens het kabinet Lubbers) was er sprake van een grote economische crisis. De jaren van bloei waarin mijn vader opeens veel meer ging verdienen, waren voorbij. Nederland was ‘ziek’ volgens Lubbers. Het regime werd wat harder. Er was minder begrip voor mensen met een uitkering. Aanstellers waren dat.

De decennia daarna laten steeds minder waardegedreven politiek en steeds meer begrotinggedreven politiek zien. Opeens werd er gesproken over het huishoudboekje. Mensen werden een kostenpost. Er kwam een neo-liberale geest waarin solidariteit een woord uit het verleden werd.

Grote stappen naar het heden.

Hedendaagse politici laten zich nauwelijks meer uit over echt intrinsieke waarden. Laat staan dat zij er met gestrekt been ingaan om die waarden te realiseren. En als het eens mocht gebeuren, dan worden de ideeën zorgvuldig gefileerd door het CPB. Financieel onhaalbaar en dus onzin.

Politici maken ook niet duidelijk dat waar zij voor staan altijd anders wordt in de praktijk. Den Uyl zei voor herverdeling van inkomens te zijn. Hij vocht, verloor een beetje en legde vervolgens uit wat hij wel en wat hij niet had gerealiseerd. Rutte spreekt bijvoorbeeld met dubbele tong. In Nederland tegen Brussel tekeergaan, in Brussel heel veel steunen en kritiek hier pareren met een ‘ik kon niet anders’. Tuurlijk wel. Je kunt altijd anders. Wat er beloofd wordt is ook nog eens flinterdun. €1000 voor iedere Nederlander! Oh nee, toch niet. Mensen zijn niet gek maar keren zich af van dit soort doorzichtig geneuzel.

Het wachten is op een politicus met een echt verhaal. Zo’n verhaal waar je naar toe wilt, als een goede film. Waar het wel en waar het niet om gaat. Wat wel en wat niet wordt geaccepteerd. En van wie. Een politicus die inspireert en mensen in ieder geval het gevoel geeft dat zij hun mandaat voor vier jaar kunnen geven. Zo’n politicus ontbreekt. Discussies gaan over doorgerekende details. Overwinningen gaan over onduidelijke details waarvan de relevantie menigeen ontgaat. Mensen hebben niet meer het gevoel dat er namens hen wordt opgetreden maar vooral tégen hen.

Als politici niet weer vanuit een heldere set van waarden gaan opereren, en daarbij ook duidelijk maken dat iedere coalitie leidt tot een compromis dan verliest de politiek nog veel meer legitimiteit. Het land zal zich meer afkeren en desinteresse tonen of luidkeels de onderbuik uiten. De kloof zal groot zijn.

Leiders van een leeg land.