Tags

, , , ,

In de dertien jaar dat ik hier nu kom is het dorp, in het hart van de Var nauwelijks veranderd. Dezelfde mensen, dezelfde straten, iedere zomer lokale kermis en met z’n allen ’s morgens om 11 uur al aan een p’tit blanc zitten. Zo op het eerste gezicht in ieder geval.

Een van de bewoners heeft een winkel in de hoofdstraat. Bij het café en de kerk linksaf omhoog en dan aan het einde rechts. Een stoere man van een jaar of vijftig. Bonkig. Altijd ‘salut’ als hij me ziet. Hij had een winkel in visbenodigdheden en wapens. Jarenlang zat hij voor de deur van de winkel. Ook hier, vooral hier sloeg de crisis toe. Op een dag sprak ik hem en voor het eerst was hij niet vrolijk. Het was simpel zei hij: als je al een hengel had kocht je nu geen nieuwe, en een mens heeft aan éen wapen genoeg. Hij zat, kortom, met een winkel vol onverkoopbare spullen.

Nog even geprobeerd te mixen met de olijfolie van een buurman en wat origineel Provençaals aardewerk, maar helaas.

Het jaar daarop in de zomer was de winkel dicht.

Dat jaar in oktober was ik hier weer. De winkel was nog steeds leeg. Het zonnescherm was vervangen en er stond een nieuwe naam op: La Truffière. De man liep binnen rond en was trots. Ik vroeg hem wat ie ging doen met zijn winkel. In plat Provençaals antwoordde hij: “j’ai acheté une plantationg et ung chièng”. Hij had al zijn geld gestoken in het kopen van een plantage waarin naar verwacht truffels in de grond moesten zitten en hij had er een hond bij gekocht voor het vinden.  Als winkelier had hij geen vangnet, de crisis was diep hier en hij moest toch wat. En truffels wil iedereen wel hebben. Of het zeker was dat ze in de grond zaten? Le Bon Dieu zou het weten.

Het jaar erop zat hij op de zaterdagmarkt voor zijn winkel. Tafeltje vol met truffels, hij op een stoel erachter. Salut! Hij had het getroffen. Zijn grond zat bomvol met truffels en het ging goed. Ik kocht een zak truffels voor €20, wat een fooi is. Sindsdien kom ik hem overal op alle markten tegen. Door de hele Provence verkoopt hij zijn truffels. Hij is weer in business.

Een voorbeeld van slechts een winkelier in het dorp. Ik kan meer voorbeelden geven. De buraliste, de man van Maison De La Presse, het echtpaar dat in een kelder een restaurant is begonnen, voorbeelden van flexibele Fransen. Uit noodzaak wellicht, maar toch. Geen uitkering, creatief zijn en risico nemen.

Diep in Frankrijk waar het leven stil lijkt te staan zijn Fransen, van wie men zegt dat ze stijfkoppig en conservatief zijn, in staat alles te veranderen en opnieuw te beginnen.

Een flexibel volkje, die Fransen.

liste-architecte-carces