Tags

, ,

In dit dorp in de Var zit een supermarkt. Dertien jaar geleden was het een filiaal van Les Mousquetaires en gehuisvest in een loods met golfplaten dak. Als het regende brak binnen de hel los en soms stond de zaak blank. Een jaar of acht geleden is de hele tent verbouwd tot een mooie moderne grote supermarkt. Het werd een Intermarché. De paden waren wat breder, het assortiment veel uitgebreider en aan éen ding van Les Mousquetaires hield men vast. De producten waren uit de regio.

intermarché0

De supermarkt kreeg een regionale functie en de eigenaar boerde goed. Zo goed zelfs dat hij voor zijn twee dochters een winkel kon kopen in het dorp.

Het is er eigenlijk altijd druk, maar wel op een relaxte manier. Zeven dagen per week open in het seizoen van de ochtend tot acht uur in de avond. Mensen ontmoeten elkaar hier, doen kleine snelle boodschappen of kopen voor €100 perfect vlees vanwege een BBQ.

Voor mij is het altijd een feestje om er naartoe te gaan. De blikken Cassoulet, de honderd soorten vis in prachtige blikjes, de saucisse uit alle streken van Frankrijk, het verse brood. Hier komen betekent dat je weet dat je die avond goed eet.

Wat altijd aardig is bij de kassa: Fransen die nog met cheques betalen. Dat duurt een uur voordat het geregeld is en levert altijd een oefening in zenmeditatie op. Je kunt ze vervloeken maar het is hier zoals het is. Soit. Bof.

Een paar dagen per jaar is het heel erg druk. Dat zijn de dagen dat de toeristen hier in de regio aankomen en er hun boodschappen doen. Karren vol voortgeduwd door Engelsen, Duitsers, Zweden en Nederlanders.

Gisteren ging ik naar de supermarkt. In de auto, de berg af, het dorp door en net buiten het dorp het parkeerterrein op. Het was niet heel druk. Twee Nederlandse auto’s kwamen aanrijden en parkeerden ongeveer naast mijn auto. Er stapten twee herkenbaar Nederlandse families uit. Twee echtparen met in totaal vijf kinderen.

De mannen in t-shirt en driekwart broek met zo’n touwtje door de pijp. De vrouwen, blond en groot in makkelijk zittende jurken. De kinderen verkleed als kinderen die te lang in de auto hadden gezeten.

Met zijn allen blokkeerden zij al pratend de ingang van de supermarkt. Negen Nederlanders met twee karren is erg veel. Ik wurmde me er langs. Eenmaal binnen gingen de mannen op zoek naar bier en de vrouwen liepen ieder een eigen kant uit. De kinderen verspreiden zich ook over de winkel. En toen begon het.

Hardop overleggend wat die avond gegeten moest worden. De dames schreeuwden tegen elkaar door het hele pand. De een vroeg “heb jij een tas bij je?”, waarop de ander schel terugriep “nee, ik flikker het gewoon zo in de achter in de auto”. “Oke” riep de ander nog. Zo ging het nog even door. De maaltijd werd en plein public samengesteld.

Ik stond bij de slager, dezelfde die er al minstens tien jaar is, en keek hem aan. Hij haalde zijn schouders op, grimaste en zei “ah, bof”. Tuitte zijn lippen en liet daardoor de lucht ontsnappen zoals alleen Fransen dat kunnen.

De families namen erg veel ruimte in. De publieke ruimte werd hun privéruimte op een manier zoals wij Nederlanders dat doen. De wereld was van hen, in ieder geval dat uur in die supermarkt.

Ik bedacht later in de auto hoe het moest zijn als je naast hen op de camping zou staan. Geen probleem op een Nederlandse camping maar hier?

Nederlanders in een Frans dorp, het zijn er opeens zoveel.