Reizen is voor mij begonnen toen ik op mijn achttiende de trein uitstapte op het Gare du Nord in Parijs. De drukte, de geuren, de mensen en vooral Parijs! Geld had ik niet heel veel en dus was het plan te kamperen in het Bois de Boulogne. Een zware rugzak achterop bij mij en mijn vriendinnetje.

We stapten het station uit en direct werd mijn aandacht getrokken naar een zaak aan de overkant van de Rue de Dunkerque: Terminus Nord. En hoewel we niet veel te besteden hadden zijn we er toch naar binnen gelopen en hebben wat besteld.

Ik heb daar de heerlijkste maaltijd ooit gegeten. Ik weet niet meer hoe laat het was, ik weet niet meer wat we gegeten hebben. Het enige dat ik weet dat ik voor het eerst van mijn leven op eigen houtje terechtgekomen was in een totaal Franse tent. Zo een met spiegels en veel koper. Met obers die zo treffend door Sartre zijn beschreven in l’Ètre en le Néant (een boek dat ik pas later zou lezen). Met geroep naar de bar, “un café, un”. Met Parijzenaars die aan hun tafeltje wat aten, wat kletsten en daarna (wat toen nog kon) een Gitanes maïs opstaken.

Naar mijn gevoel hebben we daar uren gezeten, maar dat zal wel niet kloppen.

Bon, we hebben daarna nog twee weken op de camping gestaan. Niet heel best, crowded en best ver buiten de stad. Maar Parijs is nooit meer uit mijn leven verdwenen. En nog steeds wil ik naar Terminus Nord om wat te eten. Zal nog steeds op en top Frans, of beter Parijs’ zijn met Franse klassiekers op het menu.

Later heb ik in de tientallen keren dat ik in Parijs was en woonde allerlei restaurants bezocht. Van achenebbisj couscous-tentjes in Quartier Latin tot La Coupole of Café de la Paix. Alles. De eerste klap bleek toch een daalder waard: Terminus Nord staat voor mij nog steeds voor oer-Parijs.

Als ik eerlijk ben mis ik Parijs altijd.