
In het najaar 2021 was ik weer eens een dag in Nice en in 2020 had ik de mazzel voor alle lock downs en beperkingen vier nachten er te kunnen verblijven. En zo ben ik in de loop der vele jaren geregeld in Nice geweest en kijk ik ernaar uit terug te keren.
Wat maakt het nou zo’n aantrekkelijke stad, want dat is het voor mij?
Mijn liefde voor Frankrijk en de Var is inmiddels wel bekend. De afwisseling van natuur, van ruig tot lieflijk, en ook de afwisseling van steden vind ik erg verleidelijk. Marseille is ruig en volks en luid en heel basaal. Cannes is een echte kleine leefstad. Ondanks alle toerisme wordt er hier volop geleefd. Je ziet en ruikt dat aan alles. En dan Nice. Ruig noch volks, leefstad met de allure van de Côte d’Azur.
Als je met de auto naar Nice gaat en je rijdt langs het vliegveld de boulevards af richting de stad voel je de weelderigheid van de kust over je heen komen. De zee is knalblauw, de zon aanlokkelijk, en links de gebouwen die groter en ouder worden. De Promenade des Anglais op langs het Negresco en linksaf parkeergarage Ruhl in. Snel parkeren en dan naar boven.
En daar sta je dan, op de Promenade met zicht op de zee.
Ik zou zeggen: omdraaien en de stad in inwandelen. Lunchen met de voeten in het zand komt later wel. Je vindt er echt alles. Grote brede boulevards met alle grote merken, en in de zijstraten (bijvoorbeeld Rue du Maréchal Joffre en omgeving) kleine boetieks met mooie kleding, schoenen, keukenspullen et cetera. Je kunt er heerlijk winkelen.
Je kunt ook naar de Place Masséna lopen en daar van Lafayette genieten of op het plein wat drinken en mensen kijken. Je kunt er ook naar die fantastische mannetjes in de lucht kijken die ’s avonds verlicht worden.

Steek ook eens over en loop naar de oude stad. Zeker, het is een tourist trap, maar wel een om in rond te lopen. Hier word je verleid om rond vier uur ’s middags te dineren bij een lokaal toeristenrestaurant. Niet doen dus. Kwaliteit is toeristenkwaliteit. De oude stad is wel heel mooi om te wandelen. Langs het standbeeld van Garibaldi rechtsaf naar de markt en van daaruit naar het strand. Een prachtroute.
Als je puf overhebt kun je de Colline du Château beklimmen. Een hele wandeling maar wat een beloning als je eenmaal boven bent. Het mooiste uitzicht dat een mens zich kan wensen.
Tot zover het toeristische praatje.
Want waarom is Nice zo aantrekkelijk voor mij? Dat komt door de sfeer en het verrassende karakter van de stad. Als ik er rondloop voel je dat Nice de rand van Frankrijk is en een brug met Noord Afrika. Je proeft het in het eten en je ruikt het als je aan de Méditerranée staat. Daar, aan de overkant ligt Afrika. Waar je dat voelt in de havenstad Marseille in de ruigheid en de no nonsens mentaliteit, voel je het hier in de kleinere dingen. De loomheid, het pittige eten. De verrassing zit voor mij ook in de verschillende sferen die er zijn waarbij de stad altijd zichzelf blijft. Of je nou Canadees gaat eten bij Le Québec (toeristisch, veel en vet) of in een zijstraatje bij Sushiya van ramen geniet (beide niet echt Frans), de stad neemt je op in een soort weldadige luxe van niks hoeven.
Ik heb die sfeer nog het meest ervaren bij de wandeling naar het Musée Marc Chagall. Die wandeling gaat vanuit het centrum naar buitenwijken, langs drukke verkeersaders tot in een weelderige wijk waarin de rust direct op je neerdaalt. Het museum zelf is prachtig en de moeite waard, maar de wandeling heen en terug is dat ook.
Toen wij in het Hôtel le Roosevelt logeerden liep ik wel eens de buurt achter het hotel is. Niet richting de drukte maar tussen alle woonblokken door. Daar vooral zie je de luxe maar ook de aandacht voor details. Prachtige gebouwen waar ieder detail doordacht is en perfect is uitgevoerd. Grote witte gebouwen badend in het zonlicht. Erboven een hemelsblauwe scherpe lucht.
De laatste keer in Nice gingen we op aandringen van mijn zoon een cocktail drinken in het Negresco. Hij wilde per sé daar naar toe en ook voor mij was het de eerste keer. Een nieuwe laag werd daar aan Nice voor mij toegevoegd: die van een luxe, rijk verleden waar de rijken uit de hele wereld kwamen genieten van de kust en het mooie leven. Nu is het een beetje vergane glorie.
We genoten van een cocktail in de bar. De bar heeft uitzicht op de lift. Uit de lift stapten twee zeer oude mensen. Keurig verzorgd, pasteltinten in de kleding en twee kleine vinnige hondjes aan de lijn. Weggelopen uit een boek van Somerset Maugham. Even betrad het verleden het heden en voelde ik dat het ooit een va et vient moet zijn geweest van welgestelden. Een prachtige bar met erachter een prachtige koepelzaal en een zeer opmerkelijk toilet.
Ieder stukje van Nice klopt voor mij. Ultiem zomer vieren. Je laven aan weer en sfeer. Zorgeloos en zacht.

Zuid Frankrijk is zeer divers en ik kan over ieder plekje en iedere stad een idolaat verhaal schrijven. Steeds weer. En toch is Nice voor mij anders. Waar de andere steden veelal klein opgezet zijn heeft Nice veel ruimte. Zowel horizontaal met pleinen, straten, de Porménade, het strand als verticaal: de colline, de heuvel waar het museum ligt. En waar je ook uitkomt, het oogt steeds ruim, wijds, licht, zomers en heel erg relaxed. Nice is een klasse apart. Waar je van andere steden moe wordt, rust je in Nice uit.
Het is mooi gedaan.
Aan komen rijden vanaf de kant van het vliegveld, en dan het nummer “Sunny Days” draaien op Spotify, ultiem geluk.
LikeLike
Genoten van jou schrijven, ook voor mij is Nice de stad !
Op een vijftal jaar reeds 7 maal bezocht en geraak er maar niet op uitgekeken.
Dolverliefd ben ik op deze stad.
Ben nog maar 1 maand terug, maar zou met plezier terug mijn koffers pakken .
Sabine
LikeLike