Af en toe horen we nog iets van onze demissionaire regering. Naast een sporadische persconferentie komt zo nu en dan een minister voorbij in de media. Vandaag bijvoorbeeld naar aanleiding van de rellen. “Heeft Ferdje al gezegd dat hij boos is” vraagt mijn zoon dan, en ja hoor, Grapperhaus is boos. Rutte, niet geïnteresseerd in sociologisch geneuzel, die het weer over tuig of iets dergelijks heeft. Minister Dekker, de man van de afbraak van rechtszekerheid voor mensen zonder een riant inkomen, die iets roept wat waarschijnlijk niet klopt. En dan heb je het wel weer gehad.

We kijken naar een regering die niet wil regeren. Een tweede kamer die zich uit in rituele dansjes zonder ooit een bedreiging te worden voor de gevestigde macht. We, in ieder geval iedereen die gestemd heeft, kijken naar gedrag van politici die ten diepste lak hebben aan ons. Politici die het niet eens meer als taak zien snel te komen tot een kabinet. Waar je vervolgens voor of tegen mag zijn, dat maakt niet uit. Omdat dat kabinet er niet komt, ja ooit, sta je als stemmende betrokken burger voor aap. De boven ons gestelden lachen naar ons en vinden ons koddig. En verder trekt men zich er niet veel van aan. Politici die hun opdracht zo verzaken horen vervangen te worden door politici die hun opdracht wel serieus nemen.

We zien een bestuur dat verzaakt. Kindertoeslag-gedupeerden die nog steeds wacht op hun eigen ten onrechte afgenomen geld. Inwoners van Groningen die van hun premier te horen krijgen dat hij niets belooft („We hebben al zoveel beloftes niet waar kunnen maken.”) want alle vorige beloften heeft hij ook al niets mee gedaan. Dus dan maar geen belofte. Zoek het uit beste mensen. En de groeten na.

Ik begrijp inmiddels het wantrouwen jegens de politici in Den Haag. Er komt niets meer uit hun handen, er komt niets belangwekkends uit hun monden, er is niets dat het vermelden waard is. 17 maart 2021 waren de verkiezingen en we zijn dus nu acht maanden verder. Zonder resultaat. Zonder goede uitleg ook. Het is een illusie te denken dat dit gedrag geen consequenties heeft. Dat heeft het wel. Mensen zullen zich verder afkeren van Den Haag en meer open staan voor de verhalen van extreem rechts of totaal onverschillig worden.

Als je als politicus zo weinig toont te geven om de inwoners van het land, zullen die inwoners niet veel meer geven om jou. En dus ook niet meer naar je luisteren. Wat je ook zegt. Dat ligt niet aan hen maar het begint bij de politici. Bij mensen als Rutte, Hoekstra en Kaag.

Ik merk bij mijzelf een toenemende onverschilligheid en soms een voor mij nieuw gevoel, cynisme. De definitie van een cynicus is “iemand die vraagt waar de kist staat, als hij bloemen ziet”. Ik heb dat zo nu en dan als ik Rutte of De Jonge hoor of zie. Ik geloof het niet meer. Ik geloof niet meer in hun oprechtheid of in hun verlangen recht te doen aan de inwoners van dit land. Ik ben cynisch omdat ik geloof dat het Rutte alleen nog te doen is om machtsbehoud en om de langstzittende MP te zijn. Ik ben cynisch omdat ik in de blik van De Jonge denk te zien dat hij nog steeds, na anderhalf jaar, geen idee heeft waarover hij het heeft. Dat ik denk te zien dat Grapperhaus totaal geen vat heeft op het hele veiligheidsapparaat en dus boos reageert, als een machteloze vader.

En ik ben boos omdat ik een regering verdien. Niet van mijn kleur misschien, maar zo werkt het nu eenmaal. Wel een regering met fatsoenlijke mensen die oprecht begaan zijn met iedere inwoner van dit land. Met iedereen die nagejaagd is door de Belastingdienst, met iedereen die in een huis zit dat op omvallen staat, met iedereen die zich kapot werkt in de zorg, met iedereen die voor de klas staat, met iedereen die vroeg opstaat om het vuil op te halen, met iedereen die na de rellen ’s nachts de stad weer toonbaar maken. Met iedereen dus. En daar een visie op hebben en een leider durven zijn.

Ik verlang naar andere politici dan die er nu zijn. Ik verlang naar een premier die wel geïnteresseerd is in oorzaken en aan zelfonderzoek doet en beter wil worden. Ik verlang naar een premier die zelf niet de olifant in zijn eigen kamer is.