En zo beseft iemand die weet dat het einde komt dat er echt een reis aan zit te komen. Een reis waarvan je niet eens weet waar die precies naar toe gaat en waarvan je niet eens weet hoe die reis verloopt. Ik heb het meegemaakt bij beide moeders. Ik zal niet zeggen dat er een soort berusting was, integendeel soms. Enorme opstand en boosheid. Dat heb ik gezien. Maar soms ook wel berusting. Omdat het onafwendbaar was wat er kwam.
Mijn schoonmoeder had in een bos in Salland en bepaalde boom waar zij troost uit putte. Een verbinding tussen de aarde met een nietig mens en de hemel. Daarover gaat dit gedicht.
Gisteren schreef ik over het moeten vertrekken, vandaag over de onontkoombare reis. De Reis is ook de titel van deze hele reeks gedichten.
- De aankondiging
- De voorbereiding
- Het feest
- Het vertrek
- De reis
- De bestemming
- De aankomst
- Het achterblijven
- Het begin
De reis
Het bos waarin we gaan
Is groot en vochtig
De bomen waken alle jaren
Over deze aarde,
Uw voeten bewegen
Het heelal, en plots
Zet u alles stil.
Er is een van hen
Met wie u praten wilt,
De handen op de bast
De ogen gesloten
Reist u naar de toppen
Van de boom,
Van daar ziet u uit
Over de wereld
Naar het strand, de zee
Waar het leven ooit begon,
Uw reizen is een reizen
Dat niet van deze wereld is,
Ik kijk naar u, ben stil, en weet
Dat ik u nu reeds mis.
Pingback: De dood, dag 6: | Dick Koopman