Tags

, ,

(Droomblogs in een coronacrisis)

Die ene man dus, daar moest ik nog even langs.

De straat verder omhoog en daar zit hij, de truffelman. Jaren geleden had hij een winkel in visuitrusting en wapens. Toen kwam de crisis en hadden mensen al een hengel of een gun. Hij verkocht niets meer. Van zijn spaargeld heeft hij toen land en een hond gekocht en zoals gehoopt had hij beet: truffels! En nu verkoopt hij door de hele Var op markten truffels. Goede geurige truffels voor een mooie prijs.

Ik schud zijn linkerhand, zijn rechter is niet helemaal ok, en koop drie truffels voor €15. Geen geld. Hup, in de tas met het brood en op naar het terras van Bar “Le Central”.

Ik wandel de straat weer af naar beneden. In een half uur is het al drukker geworden. Het geroezemoes is toegenomen, mensen staan met elkaar te praten. De pastoor is er ook weer. Ik groet hem. Onder zijn arm een fles wijn, gekregen van een lokale wijnboer. Zo scharrelt hij zijn maaltijd bij elkaar. Wat brood, een stuk kaas, een lekker worst…oh wacht, worst! Ik zou bijna worst vergeten. Drie worsten voor €10, het is weer geen geld. Ik koop er drie: een sanglier, een au romarin en een noix. Hop in mijn tas.

Het terras is nog redelijk leeg om deze tijd, het is vroeg. Mijn vriend de artiest zit er al achter een glas witte wijn. Ik ken zijn naam niet, we praten al jaren wat met elkaar. Hij ziet eruit als de Franse broer van Steven Seagal. Ruwe bolster, blanke pit. Hij zegt dat hij artiest is maar hij is erg vaag waarin dan. Maakt niet uit. Aardige vent die hier altijd zit. We wisselen wat woorden uit.

Comme d’habitude wordt mij koffie met een glas water gebracht. Ik zit en kijk mensen, zoals iedereen in Frankrijk op een terras doet. En als ik uitgekeken ben leg ik geld op tafel, sta op en loop naar de kerk. Iedere dag steek ik hier een of meerdere kaarsjes aan. Voor de levenden en voor de doden. Het schijnt ook te werken als je er niet in gelooft.

Het schijnt ook te werken als je er niet in gelooft.

Zoals altijd komt er een grote rust over me als ik de treden afga de kerk in. De kerk is niet groot maar voor een dorp als dit zeker voldoende. Er klinkt altijd muziek uit de luidsprekers, zacht en bijna onhoorbaar. Boven de ingang is een soort caveau op hoogte gebouwd met daarin het orgel. Sinds de nieuwe pastoor er is, zijn er lichteffecten aangebracht. Langzaam gaat het van rood naar blauw, paars, geel, groen en weer terug. Een beetje kermis maar wel leuk. Ik kijk naar boven en het is paars.

Ik koop een kaars en loop met knerpende zolen door de kerk naar de Mariakapel. Ik steek de kaars aan en zet die neer bij Maria. De eerste in deze week. Morgen brandt de kaars nog net als ik er een nieuwe naast zet. Ik blijf even stil staan, draai me om en loop weer de zon in.

De straat verder uit, langs de kippenboer en weer rechts op weg naar huis. De tas met brood en worst en truffels gevuld. Ik weet dat als ik eenmaal thuis ben ik nog naar de Hypermarché ga om de rest te komen voor de komende week. Drank, chips, koffie, thee, van alles en nog wat en een fles whisky. Dan is het leven klaar om mee te beginnen.

Intussen wandel ik weer langs Les Chineurs, groet Seb voor de tweede keer en moet ik nog anderhalve kilometer. Onder de platanen door, de brug over en de Chemin Caramy op naar boven. Het eerste stuk, langs de zusters, is heel relaxed. Vlak bij ons huis gaat de weg omhoog met een procent of 25 schat ik. Ik voel mijn benen na een nacht in de auto. Heerlijk. De bocht door en het hek bij het zwembad door. Het zweet op de rug.

De familie slaapt nog. Het is diepe stilte in huis. Ik doe alle luiken heel zachtjes open, het licht stroomt het huis in, pak koffie en een kontje van de baguette. Ik loop naar buiten het overdekte terras op. Het is koeler dan ik dacht. Ik ruik de Var in de ochtend. Ik hoor de vogels en verder helemaal niets.

Zo nog naar de supermarkt, het kippetje halen op de markt en we zijn klaar voor een week hier in de Var.

Ik zit alleen op het terras en ben intens gelukkig.