Tags

Huh, thuiswerken in een klooster? Wie van ons woont er nou in een klooster? Ik niet in ieder geval. En toch werk ik thuis alsof ik in een klooster werk. Alsof ik een Benedictijner monnik ben, maar dan met een gezin en een eigen huis. Daar kun je dus wel het een en ander op afdingen. Maar wat bedoel ik nu eigenlijk? En hoezo werk ik thuis als in een klooster?
Laat ik beginnen met wat achtergrond hierbij.
Sinds Benedictus zijn Regel schreef zijn kloosters daarop gebaseerd. Het is de perfecte handleiding voor time management, leidinggeven en ritmiek in het bestaan. Als je de regel volgt, en ik tracht dat al geruime tijd zo goed mogelijk te doen, dan merk je dat je minder stress hebt, dat je meer grip krijgt op je dagelijkse leven en dat je meer tijd hebt om over dingen na te denken. Als manager is het voor mij ook een richtlijn. Het hoofdstuk over het zijn van een goede Abt helpt enorm.
Wat betekent dat voor alle mensen die thuis werken? Zoals ikzelf. Nu, voor de vierde week, zit ik aan tafel. Ik begin iedere werkdag met een gezamenlijke call en als ik niet oppas dan ga ik van call naar call tot een uur of 17.30, 18.00 uur. Videocalls en gewone per telefoon. Soms als ik zit te videoconferencen word ik weer gebeld. En zo maar door.
Wat zou Benedictus hiervan zeggen? Welke tips zou hij geven.
Allereerst een ijzeren ritme in de dag inbouwen. Begin de dag op hetzelfde tijdstip, sta op hetzelfde tijdstip op en doe daarna de dingen die je altijd doet om de dag aan te vangen. Voor mij is dat douchen, scheren, aankleden en ontbijten. Drie espresso’s in één beker, twee sneden brood. De krant erbij en lezen wat er gebeurd is.
Voor een ander is dat wakker worden en sporten, of youtube kijken of wat dan ook. Het maakt niet uit. De kern is steeds: doe alles met aandacht! Opstaan en douchen en scheren: met aandacht. Wees in het moment. Ik ben er inmiddels in getraind en het werkt heel goed. Je bewust zijn van weer een mooie dag! Wakker worden! Je bent er nog steeds en je kunt van het leven genieten! De vogels zingen, de zon schijnt, het huis is nog stil.
Daarna zorg ik dat de tafel waaraan ik werk een echt werkdeel heeft. Er mag van alles op liggen maar waar mijn laptops staan is opgeruimd, leeg. Voor negen uur heb ik in principe geen afspraken. Daarna verloopt alles zo veel mogelijk in vaste blokken met steeds een kwartier ertussen. Alleen op die manier kun je iets goed afsluiten en je voorbereiden op de nieuwe afspraak. Bij een nieuwe afspraak denk ik na over het onderwerp, wat ik ervan vind, welke vragen ik heb en welk besluit er moet worden genomen.
Benedictus spreekt over werken in de tuin. Als dan de bel gaat voor het gebed, zo zegt hij, maak je het gereedschap schoon en je legt het netjes weg. Daarna ga je in stilte naar de kapel en tijdens de wandeling laat je de tuin achter je en bereid je je voor op het gebed. Alleen dan kun je vol aandacht bidden, bij God zijn.
Je hoeft niet gelovig te zijn om dit na te volgen. Het werkt perfect.
Je dag kun je dus goed indelen, net als je week. Zorg voor gaten in je agenda omdat er altijd iets tussendoor komt. Maar ook opdat je tijd voor jezelf hebt. Ik heb bijvoorbeeld een legpuzzel onder handbereik. Heerlijk hersenloos stukjes zoeken en passen. Plan je lunch, een wandelingetje. Een half uur ‘wheeler dealers’ op tv. Muziek. Maakt niet uit. Plan!
Alles mag.
En als het dan einde van de middag is dan kijk ik nog een keer naar mijn mail, check ik of ik alles heb gedaan en kijk naar mijn agenda voor de volgende dag. Daarmee weet ik wat gaat komen en ik kan inschatten hoe belangrijk alle items zijn. Ik check ook nog een keer of alle actiepunten bij de juiste mensen terecht zijn gekomen. Ik sta even stil bij wat die dag is bereikt, besproken of gewoon weggewerkt. Geen losse eindjes. Geen dingen die me vannacht komen bezoeken in de vorm van vervelende stemmetjes.
Ik weet dan al wat ik ga koken, dat bedenk ik ’s morgens, en ook dat doe ik met dezelfde aandacht. De mise en place klaarmaken, een glaasje wijn inschenken, relaxen en beginnen. Daarna lekker eten met het gezin en in de herrie die wij met elkaar maken de dag bespreken. Iedereen door elkaar heen, snel, gevat, reagerend en met heel veel lol.
Op vrijdagmiddag rond 17.00 uur pak ik mijn laptops in, haal alle stekkers eruit en doe alles in mijn tas die ik vervolgens in de kast zet. Ritueel stoppen met werken. Vooral nu in quarantaine, merk ik hoe belangrijk het is dat je heel bewust weekeinde kunt vieren. Dat de dagen niet gedachteloos in elkaar overlopen.
Op zater- en zondag hou ik op vaste tijden mijn mail en berichten in de gaten. Niet de hele dag maar om de paar uur.
De kern is dat je alles met aandacht doet. Dat je je niet alleen van alles voorneemt te doen maar ook werkelijk begint me de dingen. Dat je de dingen niet rommelig doet. Dat je dingen begint én afmaakt. Het zijn stappen die je zet: wat je in feite doet is goed luisteren. Je luistert letterlijk goed naar je collega’s, maar ook naar de urgentie van zaken, de inhoud. Het eerste woord van de regel is niet voor niets ‘luister’!
’s Avonds doe ik al jaren iets wat ik ook van Benedictus heb geleerd: heilig lezen. Een uur in stilte lezen. In het begin lees ik op hoge snelheid, zoals ik altijd doe. Maar ergens na zo’n drie kwartier lees ik steeds langzamer en laat ieder woord tot me doordringen. Ik vertraag in mijn lezen en kijk wat de woorden die ik lees betekenen voor mij en mijn leven. Ik probeer naar binnen te keren.
Op dat punt gekomen leg ik mijn boek weg en ga ik slapen. Heel zachtjes op de achtergrond ‘Met het oog op morgen’, en langzaam wegdommelen.
Ik woon dus niet in een klooster, maar gebruik een oude regel van 1500 jaar geleden als leidraad voor mijn alledaagse wereldlijke leven. Het helpt me, het geeft rust, het geeft aandacht en focus en het houdt me evenwichtig. Maar niets hoeft. Denk maar aan de woorden van Benedictus in hoofdstuk 18 waarin hij heel streng de weekvolgorde van de psalmen voorschrijft.
‘Als deze volgorde je niet bevalt, doe dan maar een andere. Prima! Zo lang je er maar voor zorgt dat ze allemaal aan de orde komen.’
Het heet een regel, maar je bent er zelf bij. Je eigen regel dus.