Het is nooit ver
Als je weet waar je moet zijn,
De weg bekend
De bochten neem je met gemak,
Achteloos een arm uit het raam
En een sigaret in de mondhoek
Soms een blik in de spiegel
Om te zien wie volgt.
Hoe anders is het als
De bestemming onbekend is
En je toch moet gaan.
Een koffer of twee, of niet eens
Je kleren achterlatend in een kast
Van een ziekenhuis.
Wat je hebt is je geloof,
Onwrikbaar. Nee niet in een God
Maar in de goede afloop
Misschien niet hier op aarde
Maar dan toch ergens anders.
En als de hoop ijdel blijkt te zijn
Dan is er de rust die dood zijn is
Een glimlach op je oude gelaat,
Tien jaar jonger ineens,
Alsof je meer weet dan wij die achterblijven.