Tags

, ,

Het Nationaal Bevrijdingsmuseum opent op 13 oktober een tentoonstelling met de titel “De SS: Veelzijdig Extremisme”. Een historicus van het museum, geboren rond 1990 schat ik zo, vertelt: “Veel mensen weten niet dat de SS ook archeologische expedities naar o.a. Tibet organiseerde, kruidentuinen aanlegde in concentratiekampen en dat de Waffen-SS één van de meest multiculturele organisaties op aarde was. Tijdens de oorlog was het meerendeel dat diende niet Duits. Dat is wat in de opvattingen niet wordt meegenomen.”

Goh. Het is toch niet waar.

De SS heeft miljoenen Joden, zigeuners, homo’s, verzetsstrijders en wie al niet meer systematisch vermoord in hun prachtig aangelegde kampen mét kruidentuintjes. Vanaf september 1939 heeft zij Polen en een heel groot deel van de Sovjet Unie platgebrand en hele dorpen met de grond gelijk gemaakt. Inwoners in kerken bij elkaar gedreven en daarna de boel in brand gestoken. Foto’s daarvan gemaakt waar zij lachend op staan.

Als een historicus vindt dat dit een wel heel erg eenzijdig beeld is van die SS dan mag hij terug naar de schoolbanken. Dit is het meest relevante beeld van de SS. Dat zij kruidentuintjes aanlegden, zachte inlegzolen droegen in hun laarzen, een huisdier hadden waar zij van hielden: het zij zo. Het is irrelevant. Volstrekt.

Ieder die hier iets anders aan toe wil voegen is óf oliedom óf te kwader trouw. Andere keuzen zijn er niet. Helaas voor jou, beste historicus, vrees ik dat het bij jou het eerste het geval is. In deze tijd van Umwertung aller Werte lijkt alles te moeten kunnen. Dit niet. Dat het Bevrijdingsmuseum dit doet vind ik beschamend. In het algemeen en in het bijzonder voor mijn vader. Zijn rug is tot pulp geslagen door Josef Kotälla. Een fijnbesnaarde SS’er die, in het prachtig aangelegde met Tibetaanse kruidentuintjes beklede PDA Amersfoort, regelmatig losging op, onder vele anderen, Ben Koopman. Dát is de SS. De misdadigersbende die van mijn vader een zwijgende man heeft gemaakt. Verder niets.

Schaam jullie.