Afgelopen week kreeg ik het bericht dat Henk is overleden. Henk was al op leeftijd maar liep toch nog steeds rondjes in de buurt. Tot enige tijd geleden met zijn minihondje en de laatste maanden alleen. Het hondje had het leven gelaten.

Nu is ook Henk dus dood.

Toen wij net woonden waar wij wonen werd er aangebeld. Het was in de week tussen Kerst en Oud&Nieuw. Een wat oudere man stond voor de deur met een zakje. Er zaten knieperties in, koekjes uit zijn geboortestreek in Drenthe. Die worden gebakken rond de jaarwisseling en hij kwam een zakje voor de nieuwe buren aanbieden. Een fijn mens. Speelde accordeon op feestjes, dronk af en toe een tikkie teveel en was altijd vol interesse in ons gezin.

Henk was een fijn mens.

Waarom heb ik het over Henk? Omdat het de zevende dode is in een maand of vijf. Allemaal ouders van vrienden. De vrienden zijn inmiddels allen tussen de 50 en de 60 en hun ouders sterven bij bosjes.

Ikzelf heb mijn opa en oma, mijn beide ouders en mijn dochter verloren. Dat is al veel maar sinds 2007 was het redelijk stil. Er is nu een grote inhaalpoging gaande. Ik heb weer veel aula’s gezien en veel tranen. Iedere keer weer zit ik er met een brok in de keel en soms met tranen in de ogen.

Een goede, niet graag geziene bekende is het: de dood.