Carcès, oktober 2020

Niets dan fijne gevoelens en mooie herinneringen: Frankrijk in de herfst. Nu ben ik altijd graag in Frankrijk maar de herfst is altijd speciaal. Ik zal een paar herinneringen ophalen om dat te illustreren: waarom die drang na de zomer om terug te gaan?

Carcès

Laat ik maar beginnen in de Var, in Carcès. Een dorp van niks maar met alles wat een mens nodig heeft. Vriendelijke mensen en op zaterdag een fijne markt. En dan opeens is de zomer voorbij en wordt alles wat kleiner, ingetogener. De markt halveert ongeveer en toeristen, die sowieso schaars zijn hier, zijn er niet meer. Oktober is zo’n maand waar de temperatuur nog top is, 20-24ºC, laagstaande zon. Maar er is meer.

’s Morgens vroeg word je wakker door het verre geknal in de wijnvelden: de jacht. De geur van brandend hout omdat er altijd wel ergens een boer hout aan het opstoken is. Als ik dan in de vroege ochtend naar het dorp wandel dan voelt de wereld weldadig aan. Ik ben totaal op mijn plek. De geur van het vochtige bos waar ik loop. De straten die leeg zijn tot je in het dorp bent. Een paar terrassen. Kleiner, intiemer dan in de zomer. Een kop koffie en gewoon genieten van het feit dat je je eigenlijk te koud hebt gekleed.

’s Middags wandelen in de wijngaarden van Saint-Louis de Thoronet, net achter ons huis. Uren. Vroeger toen de jongens nog klein waren gingen ze oude jachtgeweerpatronen zoeken. Tassen vol. Thuiskomen en lekker lunchen. Dat lunchen brengt me op de volgende oktoberpracht.

De Hypermarché

Zo aan het eind van het jaar, beginnend in oktober, vullen de supermarkten zich met andere producten. In Carcès zijn er opeens allerlei soorten bloedworst. Top met een gebakken uitjes en een appeltje erbij. Mijn gezin gruwt ervan. Het aantal soorten worst is sowieso groter dan eerder in het jaar. De truffelman heeft ook betere truffels dan in de zomer. De lunch die je hier bij elkaar kunt scharrelen is veel lekkerder en rijker dan in de zomer.

Er is een tijd geweest dat ik in deze tijd naar Roncq reed, een kleine 250 kilometer, om daar bij de Auchan boodschappen te doen. Dozen wijn maar ook een half lam in een tempex-doos. Zakken met groenten voor pot-au-feu, wortel, prei, navettes, ui, selderij, noem maar op. Je kon de bouillon al ruiken. Kistjes met allerlei soorten paddestoelen. De auto zakte ver door de veren bij de terugreis.

Overigens kocht ik toentertijd nog de lekkerste sigaret ooit in Roncq. Tegenover de kerk zat de tabac die Boyards maïs verkocht. Ik nam dan een paar sloffen mee. De sigaretten zijn op enig moment door Brussel verboden. Te lekker waren ze.

Een andere herinnering aan een supermarkt is in l’Aigle, Normandië. Daar hadden we ooit een huisje gehuurd in de herfst en gingen boodschappen doen bij de lokale E.Leclerc. Er stond in de supermarkt een afgesloten glazen kast waar je jachtgeweren kon kopen. Dat vond ik heel mooi. Het idee dat je zelf je eten bij elkaar schiet en dus ook een directe band heb met het dier dat jij doodt. En zo’n geweer koop je gewoon de E.Leclerc.

Parijs

Tja Parijs. Parijs in de herfst is het allermooist. De geur die dan in de parken hangt is hemels en verleidt je om altijd weer terug te komen. Het gevallen blad geeft een zoete geur af, de paden zijn altijd wat vochtig en de mensen bewegen zich nog langzamer voort. Een beetje zitten in de bleke najaarszon op een bankje, liefst met je geliefde. Stil.

De maanden in Parijs heb ik doorgebracht wandelend van park naar park. De Bd Saint-Germain af naar de Jardin des Plantes. Onderwijl boodschappen doen op de Place Maubert, wijn, brood, kaas en worst. Slenteren door de straten is in de herfst heerlijk.

Ben je iets later in het jaar dan verandert Parijs in een uitbundige Kerststemming. Lichtjes, bomen, de geur van kastanjes op straat.

En overigens is het ook heerlijk om als het vroeg donker wordt te winkelen. Niet alleen de grote warenhuizen maar ook wandelen over de Rue du Faubourg Saint-Honoré is voor mij de ultieme najaarstractatie. Ergens een marc drinken als het te koud wordt en licht aangeschoten weer verder gaan.

En altijd even naar het graf van Sartre en Beauvoir natuurlijk. Zeker in de herfst.

L’Automne dus

Ik geef toe: de herfst is sowieso mijn favoriete tijd van het jaar. De warmte verdwijnt langzaam, de dagen worden korter, het licht wordt anders en de geur is heerlijk. Ik had dat als kind al. Maar sinds mijn verblijf in Frankrijk weet ik dat het ideale land in de herfst gewoon zuidelijk van ons ligt. Zo ver is het niet eens en als je de moeite neemt om wat te rijden kom je in een andere sfeer. Wat ik al schreef: gewoon een dag op en neer naar Lille bijvoorbeeld om daar van de stad te genieten en op de terugweg even stoppen in Roncq.

Een hotelletje boeken in Parijs en een paar dagen je laven aan een ander Parijs, een stad met een ander tempo. Maar ook een tikkie verder langs de Loire een reisje maken en kastelen bezichtigen. De Bourgogne waar in de herfst eigenlijk niks te doen is maar waar je fantastisch kunt eten.

En dus altijd weer in oktober naar Carcès. Als ik eenmaal van de snelweg afga en langs Brignoles en Le Val zo naar huis rij, word ik heel gelukkig. Gewoon zíjn en verder niets. Dat is mijn streven. En dat lukt daar volop.