La Sucrière

Veel tijd hadden we niet, we zouden pas aan het eind van de dag aankomen, op doorreis. Op weg naar de Alpen had ik bedacht een nacht te slapen in Lyon en daarna nog zo’n 250 kilometer file te pakken. Het was niet anders.

Andere jaren had ik een hotel in Villefranche geboekt. Klein stadje waar je goed kunt eten en het hotel ligt op een heel rustig, totaal niet aantrekkelijk industrieterrein. Het hotel zelf is trouwens heel erg pittoresk en prima. Maar goed, dat zat vol en dus besloot ik iets te boeken in Lyon.

De neiging is in Lyon centrum iets te boeken, maar ik besloot het anders te doen. Enige jaren geleden stond er zoveel file in en rond Lyon dat we door de stad heen gingen. Ook daar tjokvol. En opeens stond ik stil op een kade, de Quai Jean-Jacques Rousseau, waar ik rechts van me aan de overkant allerlei nieuwe gebouwen zag, vooral een heel bruin gebouw. Het zag en aantrekkelijk modern uit. Daar besloot ik een hotel te boeken. Op goed geluk.

Het werd het MOB-hotel vlakbij het Musée des Confluences. Een hippe entrée met leuke jonge mensen. Het hotel op zich viel wat tegen. Kleine kamers die wat gedateerd ogen én gelegen aan een best wel drukke treinverbinding. Maar goed, niet heel erg duur.

Ik parkeerde de auto in een garage ongeveer een kilometer verderop en liep terug naar het hotel. De eerste indruk was niet echt top. Een oud industrieel gebied waar mensen komen om te werken maar voor de rest niets. Zo leek het. Scharrige types en lege gebouwen. “Heb ik dit echt geboekt?” vroeg ik me af.

En met recht, want in mijn gezin sta ik bekend als degeen die de verkeerde keuzes maak. Zo kwamen we ooit in Schwaben voor een overnachting en daar was het prachthotel in Ottobeuren! Althans, dat dachten de zonen. Ik moest eromheen rijden en we kwamen in een gigantische gedateerde blokhut met dames in klederdracht waar ik helemaal blij van werd. Er was geen wifi! Teleurstelling alom. In Beaune heb ik ooit op de Remparts een hotelletje geboekt dat sinds 1258 niet was veranderd. Afijn, je snapt het.

Maar hoe kan een mens zich vergissen!

We gingen wandelen en wat een gaaf stuk Lyon is dit! In niets lijkt het op het oude centrum. Het ís industrieel en wat ontvolkt. Maar tegelijkertijd zit het vol met restaurants en bars. Heel veel jonge hippe mensen die hier komen. De oude overslaggebouwen worden verbouwd tot hippe tenten waar je heerlijk aan het water kunt zitten. In de Saône liggen boten waar je kunt eten. Ik keek mijn ogen uit.

Cube Orange

Achter de parking zit een heel grote shopping mall (even doorheen bijten) en als je daar doorheen loopt kom je in een druk deel van Lyon uit. En ook daar hetzelfde beeld: nieuw en oud door elkaar qua gebouwen. Veel jonge mensen, overal uitgaansgelegenheden. De Rhône en de Saône die de moeite van het langswandelen waard zijn. De overkant van de Saône die eruit ziet als Luik in België: oude armoedige huizen en gebouwen.

Het is een ruig stuk van Lyon dat over tien jaar niet meer te herkennen is.

’s Avonds hebben we heerlijk gegeten bij Selcius. Leuke jonge mensen met een hip menu. Beetje duur voor wat het is, maar je leeft maar een keer.

De volgende ochtend stond ik voor dag en dauw op om de auto te halen. Voor de file uit was het idee. Zelfs de jongens waren om 06:30 uur op! Ik liep het hotel uit, ging naar rechts en struikelde bijna over de mensen. Tientallen, misschien wel honderden mensen, jong en oud maar allemaal hip, zwermden over de straat. Ik haalde mijn auto en reed naar het hotel. De weg stond vol met taxi’s, ook tientallen. En toen daagde het bij me: deze mensen hadden de hele nacht gefeest in een van die grote gebouwen en kwamen nu pas weer naar buiten. En wat blijkt later: de Azar-club is dus gewoon zo’n hippe tent in het nieuwe Lyon.

De AZAR-club

Alle voorbereidingen op de file waren overigens voor niets. Om 08:30 waren we bij het hotel in Les Ménuires omdat er totaal geen file was. Niets. Een ochtend verder wandelen in Lyon had ik ook wel top gevonden.

Kortom: boek een hotel off the beaten track. Laat de omgeving je niet afschrikken maar ga wandelen. De sfeer inademen en er is altijd weer een mooi nieuw stuk te vinden in alles wat al zo bekend was.