De eerste weken na het afscheid zijn vreemd. Leeg, zoals voor mij de eerste januari altijd is. Alles achter de rug en het nieuwe is nog niet begonnen. Koude leegte. Ook bevrijd overigens. En dan de momenten dat je denkt ‘even mijn moedertje bellen’ en dat niet meer kunt.

Het einde van iemand die je liefhebt is een nieuw begin van en voor jezelf. Veel moet je opnieuw uitvinden en het afscheid van alles wat was kan lang duren. En op een dag krijg je rust.

Dit is het negende en laatste gedicht van De Reis.

  1. De aankondiging
  2. De voorbereiding
  3. Het feest
  4. Het vertrek
  5. De reis
  6. De bestemming
  7. De aankomst
  8. Het achterblijven
  9. Het begin

Het begin

Nu, na maanden van dwalen

Sta ik hier

Aan de kust. Het waait,

Het is december in dit land.

Ik ben gelopen tot het

Einde in zicht kwam,

De meeuwen, zielen

Van hen die mij zijn

Voorgegaan, zeilen in de

Wind. Ik zoek een 

Aandenken en vind

Drie schelpen.

Ik sta te 

Huilen als een kind

Dat de handen nooit

Meer gevuld weet,

U ruist door de wind

U vliegt voor mij langs

U bent in de grijze lucht.