
Ik kan me nog herinneren dat ik wakker werd op 24 juni 2016, en op de radio hoorde dat het VK had gestemd vóór een Brexit. Ik kneep mezelf een paar keer, maar ik was echt wakker. Men wilde uit de EU.
Ik ben pro EU, laat me daar duidelijk over zijn. Ik kan me dan ook niet voorstellen dat je eruit wilt. Toen ik de analyses zag snapte ik het al beter. De verwende jeugd die weinig historisch besef bleek te hebben was collectief thuis gebleven. Waarschijnlijk met het idee dat het zo’n vaart niet zou lopen. Oude mensen hadden besloten voor de jongeren. Zoals hun vervloekte ouders dat ooit ook hadden gedaan. Nu weer.
Maar goed, het besluit lag daar.
De dagen daarna keek ik op tv naar de overwinnaars. En ik wist: dit wordt niks. Cameron is snel teruggegaan naar een zeer luxe privéleven. Farage, toch een beetje een onbetrouwbare kikker met een kakkineuze stem, die overliep van winnaarsvreugde. Gewoon het volk voorliegen en achter je krijgen, het bleek te werken. En natuurlijk ben je dan trots. Vervolgens vertrok hij naar dat verfoeide EU-parlement om vrolijk alles te declareren wat maar mogelijk is. Boris Johnson, die een prachtbiografie van Churchill heeft geschreven, maar zich ten onrechte daarmee identificeert. Hij is van alles, maar hij wil zeker niet het beste voor het VK. Wel voor zichzelf. Rees-Mogg, de meest 19de eeuwse van het stel. Inmiddels zeven miljoen Pond rijker door de Brexit. Maar ook de charlatan Corbyn die vooral geen uitspraak doet waar enige inhoudelijke kennis uit blijkt. Een fraai stel waarbij het mij een raadsel is dat gewone mensen in hun geklets zijn getrapt. Het maakt je over de menselijke intelligentie niet heel hoopvol.
Brexit kwam. Maart 2019. Waar we nu leven.
Inmiddels zijn we bijna drie jaar verder vanaf het referendum. Noch ervoor, noch erna zijn er concrete plannen gemaakt hoe die Brexit eruit zou zien en vooral hoe je die Brexit doet. En dat blijft verbazingwekkend. De initiatiefnemers van het referendum hadden en hebben geen plan, laat staan een idee over hoe de Brexit moet worden geregeld. De regering May heeft dat ook niet, na bijna drie jaar. We kijken toe vanaf het continent en zien een parlement dat perfect weet te verwoorden waar het tegen is, maar geen clou geeft wat er dan wél moet gebeuren.
En zo stevent men af op een no deal. Een no deal waar een kwart van de Britten van denkt dat er dan niets verandert! Terwijl alles verandert. Van importheffingen, wachten bij de douane tot aan verschuivingen in toerisme en verdwijnen van jong talent naar Europa.
Er is geen held, á la Churchill, die het heft in handen neemt, besluiten neemt en die gaat doorvoeren. May pendelt tussen Westminster en Straatsburg om dingetjes te regelen. Geen grote zaken maar inlegvelletjes. She’s just moving the deck chairs.
Als je complexe zaken simpel voorstelt en denkt dat je ze kunt regelen met een ja of een nee dan gaat het mis. Complex is complex en dat betekent dat je er goed over na moet denken, gebaseerd op feiten en niet op meningen, dat je moet analyseren en een alternatief plan moet bedenken. En pas dan, niet eerder, moet je een besluit nemen. Dat proces is het tegendeel van een referendum. Precies dat is er mis gegaan. En de slechtwillende of incompetente politici maken het er niet beter op.
Zoals Shakespeare als voorzag: “Then shall the realm of Albion
Come to great confusion…”
Engeland is kapot.
Pingback: All the King’s horses: Engeland is stuk | Dick Koopman