Tags

Na een week griep op zondag weer naar mijn coach, Hakim, om te kickboksen. Eerst wat rondjes gelopen, wat zaktraining gedaan en wat optrekken. Kijken hoever ik kwam. En toen sparren.
Ik zag daar wel tegenop. Na een week griep met heel veel slapen, snotteren, spierpijn en heel zielig doen was er best een drempel. We begonnen. En, zoals het steeds gaat, na drie stoten zat ik er weer helemaal in. Alles liep lekker, alles liep goed. Wel was ik na twee rondjes gesloopt en moest ik echt even uitrusten. Ik draaide van het energielek.
Maar daar gaat het nu even niet om.
Waar het wel om gaat is dat ik na al die maanden trainen merk dat heel veel automatisch gaat. Waar ik voorheen moest denken bij wat ik deed, nu gaat het in een vloeiende beweging. De juiste stoten, de juiste dekking. Het afhouden van een trap met rechts en er dan links overheen met een mooie hoek. Na een vloeiende jab er met rechts overheen komen en dan dwars er doorheen een rechterknie. Na een leverstoot met dezelfde linkerarm een hoek, draaiend vanuit de heup.
Ik ben daar blij mee als een baby. Nooit had ik gedacht dat punt te bereiken.
Toen ik begon met boksen stond ik stram met mijn armen te stoten. Nu sta ik goed op mijn benen en beweeg vanuit mijn heupen. En dat gaat zo soepel dat ik met minder kracht meer momentum heb en het dus langer uithoud.
Dát punt bereiken in iets wat je doet – sport, werk, leven, koken, lezen, viool spelen, fietsen – , het punt waarop het vanzelf lijkt te gaan en nog goed ook, dat is mooi. Enige hippe jaren geleden noemden we dat flow. Het zal nu wel anders heten, dat weet ik niet. Hoe dan ook, dat punt is top om mee te maken. Ook na een week griep. Zeker na een week griep.
Een goed begin van de week.