Mensen creëren hun identiteit langs vele assen. Zo ben ik man, blank, hoogopgeleid, Nederlander, getrouwd, vader, progressief en vast nog het een en ander. Langs al die assen neem ik een bepaalde positie in in de maatschappij en langs al die assen wordt er naar mij gekeken. Los dus van wat ik ervan vind, vinden anderen wat van mij.
Niet alleen ik geef betekenis aan mijn leven, anderen doen dat ook. Anderen doen dat aan hun eigen leven én aan mijn leven. Mensen die mij kennen kennen ook de nuances van mijn identiteit, mensen die mij niet kennen gaan af op wat uiterlijke kenmerken. Ik ben man en dus …. Ik ben blank en dus…..
Is dat erg? Nee, geheel niet. Als wij niet met vooroordelen leven dan leven we niet. Zonder vooraf vastgestelde categorieën leven wij allen als volstrekt demente mensen. Alles is nieuw, alles moet ontdekt worden en over alles gaan we dan heel erg lang doen. De wereld komt tot stilstand, sociale relaties verdwijnen en uiteindelijk gebeurt er niets meer. Het hebben van vooroordelen maakt het leven mogelijk. Vooroordelen zijn gestolde ervaringen en overtuigingen die mijn leven structureren. Ook het sociale leven. Ik hou bijvoorbeeld niet van grote menigten en op het moment dat ik zie dat er ergens een opstopping in bijvoorbeeld een stad ontstaat, maak ik me uit de voeten. Ik hou daar niet van.
Vooroordelen hebben ook een nare kant. Zo maken ze voor veel mensen ook veel onmogelijk. Met een exotische naam is de kans op werk kleiner dan wanneer je Janssen heet. Als je niet lelieblank bent dan loop je de kans vaker te worden aangehouden door de politie. Als vrouw heb je een grote kans minder te verdienen dan een man in dezelfde baan. Vooroordelen kunnen dus beperken en ongefundeerd zijn. Ik zal zeker ook ongefundeerde vooroordelen hebben. Soms vanuit intuïtie en soms vanuit niets.
Dat niets bestaat overigens niet. Met niets bedoel ik meestal mijn opvoeding bijvoorbeeld. Mijn vader zei altijd ‘de arbeider krijgt er als laatste wat bij en moet het als eerste weer inleveren’. Dat soort opmerkingen heeft mij gevormd. Zo heeft ook bijvoorbeeld WO2 een grote invloed op mijn denken (via mijn ouders). Als ik extreemrechts zoetgevooisde slechtigheid hoor verkondigen (homeopatische verdunning van het Nederlandse volk) dan gaan al mijn antennes volop aan: hier spreekt het begin van uitsluiting van niet-Nederlanders. Ook met die antennes en vooringenomenheid ben ik best tevreden. Ik herken het en ik kan er iets mee doen. Of niet. Dat is aan mij.
Zo leven wij met elkaar een leven en sluiten wij ons aan met hen die zo’n beetje dezelfde vooroordelen en opvattingen hebben. Dat is fijn en geeft rust.
Tegenwoordig wordt er echter iets aan toegevoegd dat mij totaal niet bevalt. Dat is het venijnige vernis van de schuldige afkomst.
Laat het me uitleggen.
Zo snel mij wordt verteld dat ik schuldig ben ómdat ik wit ben, dat in mij 400 jaar onderdrukking is nedergedaald en dat ik daar nooit aan kan ontsnappen, dan gaat er iets mis. Ten eerste ontzeg je mij mijn identiteit, mijn eigen leven. Ik weet namelijk dat ik een bepaalde positie heb in dit deel van de wereld ómdat ik wit ben. Zoals Chinezen een bepaalde positie innemen in China ómdat zij Chinees zijn. Ik weet dat en ik probeer daar kritisch op te zijn, en dat niet weg te wuiven.
Ten tweede is het zo dat als collectieve geschiedenis zich uit in mij als individu, dat dus voor iedereen geldt. Als op de een of andere niet te verifiëren Jungiaanse manier de geschiedenis zich niet alleen in mij openbaart maar mij bepaalt, dan is dat bij iedereen zo. Dan is dat inherent aan de mens. Dus dan is dat ook zo bij diegenen die dat beweren.
En dus is het ten derde zo dat als ik niet vrij ben, de persoon die bovenstaande stelt dat ook niet is. Wij allen zijn dan marionetten van een verleden waar wij niet bij waren, waar we niets aan kunnen veranderen en waar we dus ook niet aan kunnen ontsnappen. Iedereen dus. En als dat zo is dan houdt ieder gesprek op. Marionetten praten moeilijk met elkaar. Zo’n gesprek gaat uit van een heel oud concept, voorbeschikking. Los van wie ik denk te zijn, is vooral bepalend alle tijd dat ik er nog niet was. En dat is zo belangrijk dat ik nooit meer onschuldig kan zijn in deze wereld.
Ik ga daar niet in mee. Als mensen zo ongefundeerd, zo ideologisch bevlogen dingen beweren over mij staan zij wat mij betreft buiten spel. Ik zal niet meer luisteren. Als zij consequent zijn houden zij verder hun mond want ook hun eigen uitlatingen zijn niet vrij, maar voorbestemd. Weiger mij te erkennen als individu met alle hoogte- en dieptepunten en je bent af. Klaar. Mensen met een gesloten geest zijn gestopt te denken.
Prijzen verleen je aan verlichte mensen. Niet aan hen met een gesloten geest.