Tags

, , , , , ,

‘Het kind is de vader van iedere man’. Dit citaat komt uit de biografie van Churchill geschreven door Boris Johnson. En los van het feit dat dit stilistisch een prachtige uitspraak is, is ie ook helemaal waar. Als ik kijk naar mijn eigen leven dan moet ik toegeven dat ik nog steeds gedreven word door dingen die zich in mijn jeugd hebben afgespeeld.

Niet alleen op psychologisch vlak. Zoals je met behulp van Oedipus veel achteraf kunt verklaren bij heel veel mensen. Of dat je haantjesgedrag in de bestuurskamer kunt relateren aan een dominante vader. Nee, niet alleen psychologisch.

Feitelijk ook vooral. Je bent als kind ondergedompeld in omstandigheden die gewoon daar zijn. Je groeit erin op, je past je aan. Door ze te accepteren of door er tegen te strijden. Alle gedrag komt voort uit een reactie op een wereld die er al was voor je geboren werd. Een wereld die er is terwijl jij er ook bent. Een wereld vooral waarvan je weet dat die er nog steeds zal zijn als jij er niet meer bent.

Je leest zo’n zin en opeens komt een inzicht binnen. Was dat inzicht er dan daarvoor helemaal niet? Natuurlijk wel. Ik weet dat veel uit mijn jeugd bepaalt wat ik nu doe. Als kind wilde ik een bepaald voorwerp hebben dat ik niet kon krijgen of kopen. Jaren later heb ik het gekocht en het ligt nu op mijn bureau. Het inlossen van jeugdwensen noem ik dat. En ook, zorgen dat je leven een continuüm is en niet een reeks van losse toevalligheden.

Gewoon een zin in een overigens prachtig boek.

Ik lees de gedichten van Jorge Luis Borges. Indrukwekkend en raadselachtig als al het werk van Borges. Ook daarin word ik getroffen door zinnen, door beelden, door metaforen, inzichten die mij rijker maken. Die mijn leven rijker maken. Daarin lees ik de zinnen:

“Allengs besefte hij (evenals wij)/ dat hij gevangen zat in het klankvol net/ van Gisteren, Later, Nu, Terwijl, Daarnet,/ van Rechts, Links, Jij, Ik, Anderen en Zij.” (uit De Golem, 1958).

Woorden die me even stil laten staan bij mijn eigen klankvol net. En ook nu bedenk ik niet zozeer nieuwe dingen maar het doet iets anders. De woorden zijn een nieuw soort kruispunt waarop allerlei eerdere gedachten en ervaringen op een nieuwe manier bij elkaar komen. Ik had die ervaring zonder deze zinnen niet gehad.

Ik kan met voorbeelden doorgaan, maar dat doe ik niet. Woorden zijn daden. Wat geschreven staat, staat geschreven. Een mens die leest, met aandacht, met rust leeft meer levens dat de mens die niet leest. Of pulp. Maar dan nog, ik verkies het lezen van pulp boven niet lezen.

Mijn zonen kijken internet. Zo zie ik dat. Hen wordt een voorgestructureerde wereld gegeven met voorgeprogrammeerde beelden en graphics waar de eigen fantasie niet aan te pas komt. Zij verzamelen feiten en geen ervaringen. Als goede zonen luisteren zij niet naar hun vader. Het kind dat zij nu zijn zal hun vader worden als zij volwassen zijn. En toch, soms fluister ik het hen toe:

Niet lezen is dom.