Het begon met een pijnlijk plekje en het plekje werd steeds pijnlijker. En roder, en dikker. En, zoals we gewend zijn, dat gaat wel weer over voordat je een meisje bent zoals mijn moedertje altijd zei. Maar deze keer niet.

Ik besloot de dokter in ons dorp te bellen. Er is een aantal doktoren, en dokter K woont 200 meter van ons af en dus belde ik hem. Ik kon snel terecht. Heel snel. Direct eigenlijk.

In de hoofdstraat van Carcès kom je via een poortje bij een oud huis met een al even oud interieur. Dokter K is een wat oudere man die in een donkere kamer achter een groot bureau zit. Vriendelijk en hij neemt alle tijd. Zo’n dokter die als medicijnman je al direct op je gemak stelt en niet alleen de plek onderzoekt maar gewoon de tijd voor je neemt. Alles ging zeer relaxed en vooral efficiënt.

Tot zover herkenbaar.

Tot het uitschrijven van een recept. Waar je in Nederland een A5 briefje krijgt of een mailtje naar de apotheker gaat, liep ik de deur uit met twee volgeschreven A4-tjes. Met vulpen in zwierig handschrift, geneesmiddel na geneesmiddel. Ik liep de straat omhoog naar de Pharmacie en daar kreeg ik een boodschappentas medicatie mee. Voor een bult. Van tincturen, antibiotica tot aan een zalf met cortisonen. Geen probleem.

Ziek zijn in Frankrijk pakt anders uit dan in Nederland. Nu weet ik uit onderzoek dat ieder land “eigen” meest voorkomende ziekten heeft. We lijken erg op elkaar maar toch pakken lichamelijke kwalen verschillend uit per land. Nederland is grootverbruiker van paracetamol en maagzuurremmers bijvoorbeeld (hier wel in de supermarkt te koop, in Frankrijk niet), Frankrijk heeft een arsenaal pillen voor leverproblemen en allerlei middeltjes voor de bovenste luchtwegen. Verstuiver, druppels en wat al niet.

Wat me het meest opvalt in de keren dat ik een beroep moest doen op de gezondheidszorg is de rust die heerst. Je zou bijna zeggen een gebrek aan tomeloze efficiëntie die bij ons zo normaal is.

Zo gebeurde het ooit op de dag van aankomst ik ’s morgens naar het dorp reed, ontbijt regelde en ging ontbijten met een brak gezin. En bij de eerste hap van mijn tartine Nutella lag een stuk kies los in mijn mond. Hoppa. Het voelde als een rotsblok. Ik de lokale tandarts gebeld, het zal rond 10 uur zijn geweest en de beste man bleek op zaterdag te werken.

Nu moet ik nog iets zeggen over de tandarts. Ik kende hem al van het terras. Een jonge grote kale vent met een wat nors voorkomen. Wat hem voor mij won, was het feit dat hij altijd in muscle cars rijdt. Een grote zwarte Camaro SS, Dodge Challenger of Charger. Altijd zwart en altijd scheef geparkeerd. Ik mocht de man wel.

Ik kon direct komen. Ik liep de wachtkamer in en daar zat een aantal dorpsbewoners waarvan in een aantal kende. Ik legde uit waarom ik er zat en ik kreeg direct voorrang. Want ja, een gebroken kies is heel vervelend en ik moest weer terug naar het ontbijt! Mijn verwachtingen waren laag. Beelden van de schooltandarts met een voetaangedreven boor kwamen naar boven. Carcès is nou eenmaal niet het centrum van de wereld, dus wat kon ik verwachten.

Ik werd geroepen en liep een hypermoderne ruimte binnen. Een camera werd op mijn mond gericht zodat ik op een scherm kon meekijken en hop, hop, hop er werd een nieuw stuk kies geboetseerd en aangebracht. Uitharden met blauw licht, ik kon alles zien, en ik mocht afrekenen. Ik was klaar voor €34. Ik groette alle mensen in de wachtkamer, bedankte hen en liep opgelucht naar buiten. Een kwartiertje en een klein prijsje.

Efficiënt, zeer vriendelijk, heel laagdrempelig. Direct contact ook zodat je weet waar je aan toe bent.

Dat niet alles even modern is weet ik inmiddels ook.

Ooit viel mijn jongste zoon ’s avonds op de rand van een trap en zijn hele kin lag open. Ik, zoals het hoort, naar de Pompiers in het dorp. Daar ontfermde de hele ploeg zich over hem en hij stond in het middelpunt van de belangstelling. Er moest en zou een ambulance bij gehaald worden, want het was een kind en daar neem je geen risico mee.

De ambulance moest komen uit Cotignac en daarna reed ik door de donkere nacht achter de ambulance aan naar Brignoles. Daar in het ziekenhuis zag ik ook die andere kant. Oude wachtkamers met flets licht en bijbehorende muren. We gingen zitten in een leren fauteuil (?) van het soort dat mijn vader ook altijd had. Maar ook daar relaxte mensen die direct vonden dat we voor moesten gaan. Étrangers én een kind! Dus hoppa naar binnen, een roesje, hechten, nog een half uurtje wachten en we mochten weer naar huis. En ook nu direct de rekening die volgens mij €80 was.

Ziek worden in Frankrijk is niet iets waar je tegenop hoeft te zien. Men is relaxt, gericht op jou en je kwaal. Het gemak waarmee gebruik wordt gemaakt van medicatie is onnederlands. Helemaal niet “kijk het nog even aan” of iets dergelijks. Het is gewoon direct pillen, zalfjes en tincturen. En als de pharmacien een goede bui heeft krijg je er nog het een en ander additioneel bij.

Wat me ook opvalt is de afwezigheid van de bureaucratie waar Frankrijk ook groot in is. En, zeker, ik heb niet de ervaring van een inwoner van Frankrijk. Die kan best anders of negatiever zijn. Maar van alle keren dat ik of mijn familie gebruik moest maken van de zorg ging dat vlekkeloos en vriendelijk.

Het beste blijft natuurlijk om niet ziek te worden en te genieten van alles wat Frankrijk te bieden heeft.