Gisteren in het begin van de avond hoorde ik boven een enorm kabaal. Twee katten in huis, Jaap en Joop, dus dat komt vaker voor. Deze keer duurde het kabaal echter wel heel lang.

Ik holde naar boven en daar zat Jaap voorover gebogen over een piepklein roodborstje. Er was veel omgegooid dus hij was niet zomaar aan het roodborstje gekomen.

Dat was trouwens wel mijn vraag: hoe kwam dat vogeltje überhaupt binnen?

Een kantelraam stond op een kiertje open en waarschijnlijk had het vogeltje daar op de rand gezeten en was gegrepen door deze fijne Noorse Boskat.

Ik pakte het vogeltje op en samen met mijn zoon heb ik buiten zitten kijken of het nog wat zou worden. Geen bloed, geen wondjes, gewoon een klein heel roodborstje dat amechtig ademde. Kleine zwarte kraaloogjes.

Ik ging naar binnen de boel opruimen. Zelfs op het raam zaten afdrukken van kattepoten.

Mijn zoon kwam naar binnen met het vogeltje en zei: “nou pa, ik heb voor het eerst een dood dier in mijn handen. Hij ademde heel snel en toen was ie dood.”

Het roodborstje is tenminste niet eenzaam heengegaan.