Tags
En zo is de VVD weer eens in het nieuws vanwege belangenverstrengeling. De partij die enige tijd geleden met veel tamtam een integriteitscommissie in het leven riep. De VVD die in de integriteitsindex soeverein aan top gaat als partij met de meeste issues.
Wat nu aan de hand is is bijna exemplarisch: de partijvoorzitter die rijk geworden is met de aan- en verkoop van een crematorium. Dat kon ook want hij was aandeelhouder, verkopende én aankopende partij. Tja, dan is het niet gek dat je er niet slechter van wordt. In het hele verhaal komt een oude bekende ook weer voor, als optrekkend vocht: Loek Hermans. Wie herinnert zich niet Meavita? En nu speelt hij dus weer een rol in crematoriumgate. Het verrast allemaal niet.
De vraag is waar het vandaan komt? Dit zijn geen incidenten meer, dit is een patroon. Het patroon is: VVD politici zijn nauw verbonden met het bedrijfsleven of de (semi) publieke sector, op een dag verschuift een functionele band naar een zakelijke of persoonlijke band en niet veel later krijgen persoonlijke belangen voorrang. Dat kan financieel zijn maar het kan ook om macht of invloed gaan. De vraag naar integriteit gaat altijd over het morele onderscheid tussen het dienen van de algemene zaak en het persoonlijk belang. Over het gebrek aan een moreel kompas.
Is dat zo?
Ligt er maar net aan hoe je het bekijkt. Ik heb de VVD wel eens een amorele partij genoemd. Een partij zonder moraal, niet goed, niet slecht gewoon zonder. Ik had het toen mis. De ethiek die in de VVD heerst is samen te vatten als: “waar is wat werkt”. Deze pragmatische houding komt niet uit de lucht vallen. Deze houding is al zeer oud en kent grote namen als Peirce en Dewey, en zelfs Habermas wordt ermee in verband gebracht. De kern is dat je zonder vooroordelen (voortkomend bijvoorbeeld uit het geloof) een ethisch oordeel vormt op basis van de vraag of iets werkt. Je hebt doelstellingen, economische groei bijvoorbeeld, en je kijkt of de maatregelen daartoe leiden. Of ze werken. Als ze werken dan is het goed. Dat kan in strijd zijn met bijvoorbeeld de zorgplicht voor armen. Dat is niet belangrijk.
De VVD is een puur pragmatische partij met Rutte als beste voorbeeld. Dat is ook de reden dat hij met iedere partij aan tafel kan zitten. Dat opvattingen kunnen worden uitgeruild om uiteindelijk aan de macht te komen. Daarom ook is een visie een “olifant in de kamer”. Een visie is gebaseerd op uitgangspunten, op een wereldbeeld. Als je pragmatist bent heb je geen wereldbeeld, althans niet in ethische zin. Je doet wat goed lijkt en als het werkt was het dus goed en anders ga je wat anders doen.
En zo kan het dus zijn dat Keizer met drie petten op een heel goede deal sluit , daarbij volstrekt integer is want het werkte immers. Tot nu. Niet iedereen is pragmatist en zo kan het zijn dat er vragen worden gesteld bij de handelswijze van Keizer. Typerend ook is dat Rutte én vindt dat er een integriteitstoets moet komen én alvast constateert dat Keizer volstrekt integer heeft gehandeld. Als dat wordt gepikt door de wereld dan hebben we een vuiltje weggewerkt. Als dat niet wordt gepikt dan komen we gewoon op de uitspraak terug. Kan ook. Kan allebei. Niets is onmogelijk in de pragmatische heelal.
Integriteit kun je constateren door gedrag te toetsen aan algemeen geldende criteria. Als je geen criteria hebt anders dan pragmatische, kún je niet eens toetsen op integriteit. Je kunt hoogstens constateren dat het gedrag van Keizer niet werkt en dus niet goed is.
Integriteit en de VVD vormen een contradictie.