Tags

, , , ,

Geloof heeft alleen een plek achter de voordeur. Geloof is privé en moet privé blijven.

Laat me uitleggen waarom. We gaan even terug in de tijd.

Boeken zijn volgeschreven over secularisatie in de westerse wereld. Het einde van het geloof. Ontzuiling. Kerken liepen leeg. Ach, het waren jaren waarin ik tijdens mijn studie analyses las dat die tijd nooit meer terug zou komen. Die tijd waarin mensen zekerheid en structuur vonden in eigen kring, in hun eigen geloof. God was verdwenen uit Nederland, niet alleen uit Jorwerd.

Het ging toen overigens over het einde van alle ideologieën. Daniel Bell schreef erover. Francis Fukuyama had het over het einde van de geschiedenis. Het zou allemaal anders worden, als een onafwendbare vervolgstap in de geschiedenis. Postmodernisten hadden het over het einde van alle grote verhalen. Of die nu politiek of religieus gemotiveerd waren. We betraden een wereld waarin individuen zich zouden ontwikkelen los van alle ideologieën. Dat leek ook zo te gaan trouwens. Individualisering nam toe, sociale verbanden werden losser. Kerken liepen leeg. Mensen keerden zich af van gevestigde instituties. Niet alleen religieus overigens. Ook politieke partijen kregen te maken met leegloop. En nog steeds is dat zo. Het leek en lijkt erop dat mensen genoeg hebben aan zichzelf.

Dit proces ging gepaard met een heel belangrijke ontwikkeling. Niet alleen was er sprake van ontkerkelijking, maar het geloof trok zich ook terug uit het publieke domein. Dat wil zeggen dat het geloof steeds minder een rol is gaan spelen in het openbare leven. Zeker, in Limburg speelt de RK kerk nog steeds een rol in de openbare ruimte. En ja, in de Biblebelt zijn er dorpen die op zondag gesloten zijn. Het zijn uitzonderingen.

Maar zie. We leven nu en in alle discussies is het geloof weer terug van weggeweest.  Religie vult alle media, alle sociale kanalen en heel veel discussies. Voor- en tegenstanders vallen over elkaar heen. Soms met redelijke discussies, veel vaker met gescheld en onderbuikargumenten. Met confrontatie. Het schijnt er bij te horen. Hoe dan ook: geloof is weer terug in het publieke domein en ik vind dat een enorme teruggang in de tijd.

Als het geloof namelijk terug is in het publieke domein, in de openbare ruimte, dan bemoeit het geloof zich weer met mij. Gelovigen zullen proberen hun waarden en normen een belangrijke plek te geven in de wereld. Geloof gaat de strijd aan met de Grondwet, met de wet, met mijn overtuigingen, met mijn geschiedenis, met wie ik wil zijn. En dat wil ik niet. Dat moet niemand willen.

Ik heb geen enkele moeite om in de beslotenheid van mijn vriendenkring te praten over geloof als er naar wordt gevraagd. Ongevraagd zal ik er nooit over beginnen. Ik heb er ook geen enkele moeite mee dat mensen hun geloof vieren in hun privéleven. Met elkaar, met vrienden, met geloofsgenoten. Waar ik moeite mee heb is een vermenging van geloof met de samenleving in het algemeen.

Ik pleit dan ook voor een Nederlandse vorm van Laïcité, de absolute scheiding tussen kerk en staat. Extreem doorgevoerd. Wat betekent dat iedere uiting in het publieke domein wordt teruggedrongen. Dat de staat geen enkele religie steunt of bevoorrecht. Dat religie een totale privé-aangelegenheid is. Dat er totale vrijheid van godsdienst is. En tegelijkertijd dat de openbaarheid van het leven wordt gevrijwaard van religie.

De algemene trend is immers al sinds decennia dat mensen mogen geloven wat zij willen zolang je het maar voor jezelf houdt. Dat je anderen er niet mee lastig valt en dat je vooral ook geen missiedrang hebt. Geloof: wees er blij mee en val er niemand mee lastig.

Daarnaast heb ik ook altijd medelijden met hen die samenvallen met hun geloof. Die hun identiteit, ook hun sociale identiteit, ontlenen aan hun geloof. Het duidt op een totaal gebrek aan eigenwaarde en uniciteit. Maar als je dat nou per sé wilt, doe dat thuis. Laat mij en allen die er niets mee te maken willen hebben met rust.

Leve de seculiere samenleving.